Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nabijheid en afstand (Over de predikant 8)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nabijheid en afstand (Over de predikant 8)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een polariteit
Deze twee woorden staan tegenover elkaar. Wie nabijheid nastreeft moet de afstand overwinnen. Wie afstand verkiest kan niet nabij blijven.
In de psychologie wordt in verband met dergelijke tegenstellingen wel van polariteiten gesproken. Dit woord gebruiken we om aan te geven dat de twee tegenover elkaar gesteld worden en toch iets met elkaar te maken hebben. Je kunt ze gemakkelijk tegen elkaar uitspelen. Dan verspeel je een van beide. Wie zulke tegenstellingen toch bij elkaar wil houden noemt ze polariteiten. Ze staan tegenover elkaar, maar hebben toch iets met elkaar te maken.

Nabijheid
Nabijheid en afstand vormen in het pastoraat een bruikbare, zelfs noodzakelijke polariteit. We bedoelen ermee dat een predikant zich open moet stellen voor de ander; interesse moet tonen voor diens problemen, worsteling en levensverhaal - om de pastorale relatie in deze twee werkwoorden samen te vatten.
De pastor moet zich echter niet zo met de ander inlaten, dat hij zichzelf met die ander identificeert. Hij mag niet doen alsof hij echtgenoot, vader, kind of oom van die ander is.
Naast de houding van nabijheid moet hij ook afstand nemen. Zonder nabijheid te betonen kan hij geen pastor zijn. Dan is er enkel afstandelijkheid, vreemdheid en ver blijven. Dan voelt de ander zich niet begrepen, noch herkend. De pastor moet dichtbij komen om zich te verplaatsen in de situatie van de ander. Hij moet zich daarin inleven.

Afstand
Zonder afstand te nemen kan de pastor geen pastor blijven. Zonder afstand neemt hij een plaats in het leven van de ander in, waardoor hij, mag ik het zo zeggen, in het levensweb van die ander vast komt te zitten. Hij kan zich er niet meer van losmaken en vereenzelvigt zich met de ander. Haar of zijn problematiek wordt de problematiek van de pastor. Dan gaat de pastor over de pastorale schreef. Hij overschrijdt een grens, waarbij hij zijn ambtelijke verantwoordelijkheid niet langer verantwoord kan waarnemen. Vermanen en met het Woord troosten, verhelderen en de weg wijzen wordt hoe langer hoe minder mogelijk. Want de moeilijkheden van de ander worden zijn eigen moeilijkheden. De problemen van de ene persoon en de betrokkenheid van de ander gaan samenvallen. De noodzakelijke afstand ontbreekt.
Men kan tegenwerpen dat de pastor toch weer naar zijn eigen huis en naar een andere werklocatie gaat. Hij neemt dan echter de problemen van de ander zo mee, dat hij eigenlijk die ander naar zijn eigen huis meeneemt. Dan is er wel lichamelijke afstand, maar wat het probleem en het hart van de ander betreft, ontbreekt de afstand. De pastor komt niet los van de ander.
Als dat proces zich aan het voltrekken is voelt de ander dat haarscherp aan. Dat komt uit in een claim die op de pastor wordt gelegd.
Kernpunt van het probleem is dat de pastor niet bij machte is psychisch, pneumatisch en zelf soms ook lichamelijk afstand te nemen.

Tutoyeren?
Maar wat is dan de remedie? Nabijheid afzweren en het probleem op afstand houden? Bij het probleem blijft het niet. „Het" is immers altijd een zaak van hem of haar. Wie „het" op een afstand houdt, houdt (op den duur) ook haar of hem op een afstand. Kun je dan nog pastor zijn?
Misschien wordt de zojuist beschreven spanning wel bijzonder duidelijk geïllustreerd met de vraag of de dominee zich moet laten tutoyeren. Moet hij zich bij de voornaam en met jij en jou laten aanspreken? Wie dat niet doet, maakt de indruk afstand te scheppen en in stand te houden. Wie het wel doet, verliest de afstand. Moeten we niet zeggen: hij verliest alle afstand?
Hoe kun je de polariteit van nabijheid en afstand tot haar recht laten komen in het vraagstuk van tutoyeren? Ik kom hierop nog terug. Nu wil ik wel zeggen dat een predikant soms onder grote druk staat. Dat wil zeggen: onder een grote druk wordt gezet. Hem wordt met niet veel woorden maar toch onmiskenbaar te verstaan gegeven dat zich niet laten tutoyeren, niet meer bij deze tijd past. Het getuigt van een afstandelijke houding, die de tegenwoordige pastor misstaat en zelfs in zijn werk belemmert - zo is de gedachte van velen.

Twee voorbeelden uit het leven van Jezus
Terug naar de nabijheid en afstand als polariteit. Ik wijs op twee voorbeelden uit de Evangeliën.
De Heere Jezus verplaatste Zich geheel in de levensgeschiedenis, het levensverhaal van de Samaritaanse vrouw. Zijn kennis betrof ook haar huwelijksleven en het samenwonen met een man, met wie deze vrouw niet was getrouwd. Dat verraadt een grote bekendheid met intieme zaken uit het leven van deze vrouw.
Wie de geschiedenis in Johannes 4 leest, kan niet aan de indruk ontkomen van grote nabijheid. Jezus is met haar leven(sgang) vertrouwd. Tegelijk valt ons op dat Jezus tegenover de vrouw staat. Er is afstand, voldoende afstand om Zich aan haar als de Christus te openbaren (Johannes 4:26). Hij was niet zo met haar leven verweven geworden dat deze Zelfopenbaring overbodig was geworden. Het hoogtepunt van de geschiedenis is eigenlijk die Zelfopenbaring in vers 26. Wat zien we
dan? Een groter mate van nabijheid dan in het begin, zonder dat de afstand wordt opgeheven. Jezus is voor haar de Messias, de Christus.
Hetzelfde zien we gebeuren in Lukas 7. Daar wordt ons verteld dat een zondares het huis van Simon binnenkomt. Zij zoekt contact met Jezus. Met haar tranen maakt ze Zijn voeten nat. Ze kuste Zijn voeten en zalfde ze met mirre. Jezus laat haar zo in Zijn nabijheid komen dat er zelfs lichamelijk contact is. Deze vrouw stond in de stad als zondares bekend. Zeer waarschijnlijk was ze een publieke vrouw.
Jezus schuwt het niet Zich door haar - bij wijze van een welkomstgroet, die Simon verzuimd had - te laten aanraken.
Tegelijk blijkt uit het gesprek van Jezus met Simon, dat Hij afstand houdt ten opzichte van de vrouw. Hij zegt haar de vergeving toe. Dat is alleen mogelijk, als Hij in de naam van God tegenover haar staat.
Het is opvallend dat we de polariteit van nabijheid en afstand ook in Jezus' pastoraat aantreffen. Er zouden uit de Evangeliën en ook uit andere bijbelboeken nog meer voorbeelden te noemen zijn.
Waar ligt nu in de genoemde geschiedenissen het eigenlijke geheim? Nabijheid en afstand zijn beide typerend voor het optreden en voor de houding van Jezus.
Het gaat erom hoe die twee in beide geschiedenissen voorkomen. Met andere woorden: het gaat erom hoe die beide verbonden worden, hoe ze in Jezus' pastoraat functioneren.

Het „tegenover" in het pastoraat
Dan grijp ik terug op een woord dat ik hierboven gebruikte. Jezus stond tegenover haar. De afstand betekent niet dat Jezus uit haar gezichtsveld verdween. De nabijheid kwam er niet op neer dat Jezus naast haar stond, en niet meer tegenover haar.
In alle pastoraat moet het tegenover bewaard blijven. Dat tegenover geeft uitdrukking aan de op de ander gerichte blik (nabijheid), terwijl pastor en gemeentelid niet hetzelfde plekje delen. Tegenover is immers alleen mogelijk als er afstand is.
Dit tegenover is het tegenover van het Woord dat aan de pastor is toevertrouwd. Met zijn hart kan hij dicht bij de ander komen. Het Woord dat hij in Gods naam tot de ander mag spreken, vraagt om afstand. Het moet immers tot de ander gezegd worden.
Dat tegenover brengt mee dat de pastor ook op weg naar huis en in huis afstand neemt. Hij moet er thuis immers over denken hoe hij het Woord tot de ander zal spreken.
Hier doet zich dan dezelfde polariteit voor als in het artikel van verleden week; „Ingespannen en ontspannen".
Die houding is te danken aan het tegenover, zonder hetwelk het Woord niet gesproken kan worden.
Er moet dus een zekere afstand zijn. Dit lijkt mij ook de reden waarom het moeilijk is, voor een geliefd familielid of voor een trouwe vriend pastor te zijn. Onmogelijk is het niet. Toch is het moeilijk, omdat het tegenover niet kan functioneren.
Dit tegenover brengt ook mee dat de pastor psychisch noch pneumatisch, noch lichamelijk zich een mag weten met de ander. Hij moet afstand nemen en houden, zoals Jezus in beide geschiedenissen deed.
Prof. J.H. van den Berg heeft ergens geschreven over een maximum aan vertrouwdheid en een minimum aan vertrouwelijkheid. Met mijn woorden: Het tegenover staat tussen die beide in. En hoe met het tutoyeren? Ik zie dat liggen aan de kant van de vertrouwelijkheid. Dan is de conclusie voor de hand liggend.
En als ik nu als pastor onder druk word gezet? Dan zou ik zeggen: zonder tegenover kan ik geen pastor zijn. Men denke erover zo men wil. Onlangs ontmoette ik een pastor uit een ander kerkverband. We kregen het over de in dit artikel beschreven polariteit, toegespitst op het tutoyeren. Hij zei: Ik wou dat ik er nooit aan begonnen was.
Van de gemeente mag begrip gevraagd worden voor het tegenover als essentieel in de polariteit van nabijheid en afstand.

W.H. Velema

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1997

De Wekker | 16 Pagina's

Nabijheid en afstand (Over de predikant 8)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1997

De Wekker | 16 Pagina's