Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met de SGJ naar de 21e eeuw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met de SGJ naar de 21e eeuw

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding. Eigenlijk houd ik niet van een titel als bovenstaande. Om twee redenen niet: ten eerste is de 21e eeuw al een paar jaar begonnen, omdat er in het verleden in de tellingen wat rekenfouten zijn gemaakt; alle opwinding daarover in de wereld is dus volmaakt overbodig en achterhaald. Ten tweede maakt het zo'n gezwollen indruk; verandert er werkelijk zoveel van de ene op de andere dag, met het verzetten van een jaartal?

Het lijkt op de kilometerstand van de auto; bij 19.998 km wil je er op letten dat je de 20.000 niet mist: dat staat zo aardig. Maar omdat je je aandacht bij de weg moet houden, ben je zonder er erg in te hebben bij de 20.015. En och... de motor loopt nog op dezelfde manier: geen reden voor extra opwinding.
Er moet dus wel een speciale reden zijn om te spreken over „de SGJ naar de 21e eeuw". Een geweldige verandering in verhoudingen, in beeldvorming enz. Welnu, dat is bij de SGJ tóch het geval; daarom voor één keer een dergelijke titel.

De SGJ in beeld
Het is maar te hopen dat alle lezers van dit artikel bij de letters „SGJ" niet in het duister tasten. We leven in Nederland van raadselachtige afkortingen, zo zou men wel eens kunnen denken. Toch is dit een afkorting die in onze kerken al een aantal jaren gebruikt wordt. De letters staan voor: Stichting voor Gereformeerd Jeugdwelzijn/ Jeugdbescherming. Zij zijn een vervolg op een werkveld dat een paar jaar geleden nog door de CGVJ (de Chr. Geref. Vereniging voor Jeugdwelzijn) werd waargenomen; nog eerder door „het kindertehuis". Door deze jaren heen heeft het bestuur en hebben de medewerkers hun best gedaan u vertrouwd te maken met de nieuwe namen en de uitgebreidere werkzaamheden.
In kort bestek komt het hierop neer: in het begin van de jaren '90 meldde het Ministerie van (toen nog) WVC (nu VWS) de Vereniging dat zij te klein was om nog voor erkenning en gedeeltelijke subsidie in aanmerking te komen. Er moest gefuseerd worden. De stichting in de Geref. Kerken (vrijg.) die dezelfde werkzaamheden in haar kerk deed, de Stichting De Driehoek, kreeg een vergelijkbare brief. Toen is er tussen die twee iets moois gegroeid. In een paar jaar is het gekomen tot een bestuurlijke federatie en een organisatorische fusie, een hechte vorm van samenwerking tussen deze twee kerken. De nieuwe stichting draagt de naam SGJ.
De SGJ kan zorgen voor permanente verzorging voor een bepaalde tijd van jongeren die niet meer thuis kunnen wonen om uiteenlopende redenen (de zogenaamde residentiële afdeling, die 64 plaatsen beschikbaar heeft), zij kan voor een periode hulp bieden in de vorm van een serie gesprekken, gevoerd door maatschappelijk werkers (de zogenaamde ambulante afdeling), zij heeft een afdeling pleegzorg en zij heeft ook een afdeling jeugdbescherming, om daarin hulp te bieden aan jongeren en gezinnen die te maken hebben met een maatregel in de sfeer van de kinder/jeugdbescherming en de kinderrechter. Een afdeling voor specialistische ondersteuning en een centraal administratief bureau completeren het geheel.
Onder Gods zegen zijn al veel ouders en jongeren uit onze kerken en uit het geheel van de gereformeerde gezindte geholpen middels dit uitermate belangrijke werk. Het bestuur is er op gespitst dat het werk onder diezelfde zegen van God door kan gaan, bij alle wisselende voorwaarden die de overheid erbij stelt. Juist in die sfeer is oplettendheid en vindingrijkheid altijd weer geboden, zoals uit onderstaande zal blijken.

Knelpunt één: de residentiële afdeling
Hierboven schreef ik dat er 64 plaatsen zijn voor jongeren die uit huis geplaatst worden (hetzij vrijwillig, hetzij via de Raad voor de kinderbescherming). Heel bekend in onze eigen kerken is het jeugdhuis De Stuw aan de Donaudreef in Utrecht. Daar zijn 38 bedden. Ook is er een gezinshuis in De Bilt, voortkomend uit het eerdere werk van onze CGVJ. Minder bekend misschien zijn de huizen die in Ede staan (aan de Topaasstraat en de Mauvestraat) met ieder 7 bedden en het huis in Assen aan De Hertenkamp. Zij komen alle uit de „erfenis" van De Driehoek. Omdat wij een landelijk werkende instelling zijn, is het niet zo handig dat verreweg de meeste plaatsen in het centrum van het land zijn. Dat geeft klachten, van familieleden en diaconieën. Toen een paar jaar geleden dan ook het Ministerie ons voorhield dat jeugdhulpverlening „zo dicht mogelijk bij huis" moet worden gegeven, is daar door de SGJ positief op gereageerd. We wilden de bedden meer over het land gaan spreiden. Plannen zijn gemaakt, besluiten door het bestuur zijn genomen.
Het gevolg van dit alles is nu dat we de komende jaren („naar de 21e eeuw"!) een heel grote verhuisoperatie gaan beleven: er komen in plaats van huidige tehuizen 9 nieuwe. Daarvan zullen er drie komen in (de buurt van) Zwolle, drie bij Amersfoort en drie rondom Capelle aan de IJssel. Er zijn inmiddels ook wel precieze plaatsen genoemd, maar e.e.a. is - zoals u zult begrijpen mede afhankelijk van het huizenaanbod. In ieder huis zullen 7 jongeren gehuisvest kunnen gaan worden; tevens willen we de mogelijkheden tot hulpverlening uitbreiden, zodat ook jongeren met een meer ingewikkelde problematiek bij ons terecht kunnen. Personeel moet omgeschoold worden, de organisatie moet zich er opnieuw op instellen, vertrouwde tehuizen zullen verdwijnen en nieuwe zullen komen, kerkelijke gemeenten zien soms „tehuis-jongeren" straks verdwijnen (denk aan onze gemeente van Utrecht-Centrum), andere gemeenten zullen hen gaan ontmoeten (een mooie taak voor diaconieën!).
We horen gelukkig positieve reacties op dit toch wel ingrijpende gebeuren. Het is niet overbodig om te vragen om uw gebed voor de vele zaken die met deze verandering samenhangen, opdat alles onder Gods goedkeuring en onder Zijn Vaderlijke zorg kan plaatsvinden. Daarnaast zult u begrijpen dat een operatie als deze grote eenmalige kosten met zich meebrengt. Bijna 30 jaar geleden verhuisde het jeugdhuis van het Predikherenkerkhof in Utrecht naar de Donaudreef. Toen zijn we door de kerken via giften e.d. zeer geholpen. En we hopen dat de kerken ons ook nu de helpende hand zullen reiken, opdat we er straks voor vele jaren „weer tegen kunnen".

Knelpunt twee: de ambulante afdeling
Er is een ander probleem en dat betreft de ambulante afdeling. Zoals boven weergegeven verstaan we daaronder de mogelijkheid om met één van de maatschappelijk werkenden van de SGJ een kortere of langere serie gesprekken aan te gaan over een probleem waar je als jongere of als gezin niet meer zelfstandig uitkomt. Tot op heden kon men eenvoudig „Utrecht bellen": 030-2 612 511 of 2 623 653. Met ingang van 1 januari 1998 wordt een nieuwe maatregel van het Ministerie van VWS van kracht: „Regie in de jeugdzorg". Het komt er op neer, dat VWS wil dat voortaan alle jeugdhulpverlening via één centrale toegang in de provincie verloopt. Iedere provincie krijgt een zogenaamd bureau jeugdzorg. Daar wordt uw/jouw probleem geregistreerd, daar worden eerste gesprekken gevoerd, daar wordt een behandelplan opgesteld, daar vindt ook de toewijzing plaats aan de maatschappelijk werkers die het bureau tot zijn beschiking heeft.
Wij zijn daar als landelijk werkende kleine instelling niet blij mee, zoals u kunt begrijpen. Wie garandeert ons dat mensen „uit onze kringen" door een provinciaal bureau naar ons worden doorverwezen? Hoe moeten wij, met een gering aantal medewerkers, een plaats krijgen bij al die regionale bureaus jeugdzorg? Dat kan natuurlijk niet, en het Ministerie van VWS begrijpt dat. Het Ministerie erkent tegelijk dat wij als gereformeerde instelling in de jeugdhulpverlening in Nederland uniek zijn en dat de financiële en materiële steun die wij ontvangen (betaalt iedere diaconie niet een bedrag per lid en dooplid? Werken de correspondenten niet hard voor de jaarlijkse actie?) een stevige positie wettigen van ons werk.
Maar hoe dat nu precies moet, daar zijn zowel VWS als de SGJ nog niet uit. Gesprekken met een aantal provinciale bureaus maken ons nog niet erg gerust op hun welwillende medewerking. Inmiddels nadert de datum van 1 januari. We hebben de garantie van VWS gekregen dat we erkend blijven, zolang nog niet helder is hoe alles precies in het vat gegoten moet worden. Ook is duidelijk dat onze vorm van hulpverlening, zolang het een bepaald aantal gesprekken niet te boven gaat, in ieder geval zonder probleem kan blijven. Dat noemt het Ministerie de „vrij toegankelijke jeugdhulp". Blijft u dus gewoon onze medewerkers bellen. Zij kunnen u vertellen hoe de noodzakelijke procedures zijn.

Financiën
Nog even over de financiën van ons werk. U hebt begrepen dat er subsidie door het rijk wordt gegeven. Soms geheel, maar soms ook maar zeer ten dele (het ambulante werk wordt bijv. nauwelijks gesubsidieerd, alhoewel wél erkend). Het betekent dat de contributie die de diaconieën betalen (ƒ 3,50 per lid en per dooplid) en de jaarlijkse opbrengst van de correspondentenactie (jaarlijks meer dan 2 ton!) beslist noodzakelijk zijn om het werk doorgang te laten vinden. Soms bespeuren wij een misverstand: men denkt dan dat door de federatie met De Driehoek de bijdragen ongeveer gehalveerd kunnen worden: er is immers een „kerk" bijgekomen, namelijk de Geref. Kerken (vrijg.)? Men vergeet dan dat met die federatie het werk tevens verdubbeld is: De Driehoek bracht immers, net als de CGVJ, haar huizen en werkers in! Dat was ook wat de overheid wilde. M.a.w. de achterban is groter geworden, maar de jaarlijkse begroting is verdubbeld. Uw steun (geestelijk én financieel) is in onverminderde mate nodig. Daarom: een woord van waardering aan onze diaconieën en onze correspondenten voor hun aanhoudende aandacht. En wij blijven zoeken, o.a. daartoe gestimuleerd door onze eigen generale synode, zoeken naar verbreding van het bestuurlijke en financiële draagvlak van ons werk.

Rijswijk, D. Quant

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1998

De Wekker | 16 Pagina's

Met de SGJ naar de 21e eeuw

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1998

De Wekker | 16 Pagina's