Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gerechtigheid zonder beul

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gerechtigheid zonder beul

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Doodstraf gevoelig onderwerp. De doodstraf brengt steeds weer de gemoederen in beweging. Het is een straf die aantrekt en afstoot tegelijk. Het huiveringwekkende dat een mens planmatig gedood zal worden, fascineert kennelijk veel mensen. Aan de andere kant roept het verzet op. Kan een menselijk instituut, al is zij dan de overheid, in staat worden geacht een absolute sanctie als de doodstraf uit te laten voeren? Menselijke instituten zijn immers altijd feilbaar? In Nederland is de doodstraf afgeschaft. Dat is zelfs in de grondwet vastgelegd.

Maar onder de mensen leeft de gedachte wel, dat het misschien goed is als hij weer werd ingevoerd. Ongeveer de helft van de volwassen Nederlanders zou er wel voor zijn, volgens recent onderzoek. In België is dat percentage aanzienlijk hoger. In de Verenigde Staten is in veel staten meer dan 90% van de mensen voorstander van de doodstraf.
Zij die zich uitspreken tegen de doodstraf of actie voeren voor afschaffing, kunnen steevast op emotionele reacties rekenen. Zelf schreef ik vorig jaar een meditatie voor De Wekker naar aanleiding van Noach. Ik schreef, dat ik sinds ik gevangenisdominee ben, bepaalde bijbelgedeelten weer anders hoor. Zo ook Genesis 9:6 „Wie des mensen bloed vergiet, diens bloed zal door de mens vergoten worden, want naar het beeld Gods heeft Hij de mens gemaakt". Vaak wordt deze tekst aangehaald ter legitimatie van de praktijk van de doodstraf. Zelf ben ik er een tegenstander van, dat de doodstraf vandaag nog een rol zou spelen in ons rechtssysteem. De korte passage gewijd aan de doodstraf riep reactie op. Dat gebeurt me niet vaak bij stukjes of meditaties die ik voor kerkbladen schrijf. Nu dus wel. En je hoort dan de pijn van mensen die zwaar getroffen zijn door geweldscriminaliteit. Het zal je maar overkomen, dat er iemand uit je omgeving wordt misbruikt en/of vermoord, of zo wordt toegetakeld dat het leven er bij inschiet. Elk pleidooi voor maat houden in de straf of voor een humaan rechtssysteem kunnen in het verkeerde keelgat schieten. En de gevoelens zijn begrijpelijk. Misdaad kan onnoemelijk leed teweeg brengen.

Recht op leven goed argument?
Hoe is nu echter het achterwege laten van de doodstraf te beargumenteren? Over deze vraag schreef een collega-justitiepredikant ds. Hans Abma een studie. Hij promoveerde er op tot doctor in de theologie in Kampen, september 1997. Zijn boek heet: Gerechtigheid zonder beul. Over doodstraf, recht op leven en christelijk geloof. Ik wil in het kort iets vertellen over dit boek en over de problematiek die er in wordt aangesneden.
In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (welke dit jaar 50 jaar zal bestaan) staat in artikel 3 vermeld, dat „ieder mens recht heeft op leven". Amnesty International beroept zich op dit artikel in zijn strijd tegen de doodstraf wereldwijd, één van de thema's waarmee het zich bezig houdt. Het recht op leven is „onvervreemdbaar". Maar dit argument wordt eigenlijk niet verder onderbouwd. Is het eigenlijk wel een argument, en waarin is het gefundeerd? Of is er sprake van een soort tautologie: dat eigenlijk hetzelfde gezegd wordt, maar dan met andere woorden? Het is Abma opgevallen dat filosofen, ethici en theologen in het licht van de doodstraf niet veel hebben geschreven over het recht op leven, terwijl dit in het internationale recht een belangrijke plaats inneemt.
Hoe zit het met de z.g. mensenrechten, waar het recht op leven er één van is? Waar komen ze vandaan en hoe functioneren ze. Het blijkt dat ze, althans op papier, hoog genoteerd staan. Het idee van mensenrechten is een samenbindend element in de westerse cultuur, verbonden met de rechtsstaat en democratie. Maar ook wereldwijd zijn ze geaccepteerd. Ook landen die ze in onze ogen schenden, onderschrijven ze. Maar wat is het principiële standpunt erachter? Abma gaat op zoek naar de wortels, en bestudeerde filosofen als John Locke en Immanuël Kant, uit de tijd van de Verlichting. Locke dacht na over de verhouding overheid-onderdanen. Hij fundeerde de rechten van de burgers ten opzichte van de overheid in God. Ze zijn door God verleend. Kant fundeerde ze in de menselijke waardigheid als zodanig. De menselijke waardigheid vindt zijn bestand in het feit dat de mens redelijk kan nadenken. Menselijke waardigheid is inherent aan mens-zijn. Dit hangt niet af van de vraag of iemand moreel goed handelt. Van zijn waardigheid, waartoe het leven behoort, moet iedereen afblijven, ook de overheid.
Sluit het recht op leven nu ook de doodstraf uit? Dat lijkt voor de hand te liggen. Maar mensen zoals Locke en Kant zelf bijvoorbeeld accepteerden de doodstraf. En in een land als de Verenigde Staten, dat gebaseerd is op de principes van de rechtsstaat en democratie is er na 1976 sprake van een toenemende toepassing van de doodstraf. In de visie van Kant is het mogelijk het recht op leven te verbeuren. Zware misdadigers plaatsen zich buiten de redelijke orde. Een overheid heeft het recht ze dan ook definitief te verwijderen uit de samenleving.

Is doodstraf zinvol?
De vraag is natuurlijk of het dan ook moet? Uiteraard, zo onderschrijft Abma, is het recht op leven niet absoluut. Er zijn situaties waarin leven tegenover leven staat, waarin men er niet aan ontkomt een ander te doden, bijvoorbeeld bij zelfverdediging. Ook een overheid heeft in principe het recht om te doden. Maar kan dit ook gelden in het strafsysteem? Er moeten wel grote belangen op het spel staan om ook daadwerkelijk de doodstraf toe te passen. Is de doodstraf zinvol? De afschrikwekkende werking lijkt in de volksmond buiten kijf te staan, maar empirisch onderzoek wijst uit, dat er eerder een omgekeerd verband bestaat. Bescherming van de samenleving door definitieve verwijdering van de misdadiger is een punt. Ook hier geldt dat het verschil in recidive tussen staten waar wel en waar geen doodstraf wordt toegepast verwaarloosbaar klein is, terwijl toepassing van de doodstraf juist (zij het een klein aantal) desperado's doet ontstaan die de zaak van de ernstige geweldscriminaliteit slechts verergeren. Langdurige verwijdering uit de samenleving via gevangenschap is puur uit dit oogpunt een minder vergaande maatregel, maar even effectief.
Tenslotte blijft het motief van de vergelding over, of het beroep op een godsdienstige plicht (God wil het zo). Maar wat houdt „vergelding" eigenlijk in? Sommige auteurs menen dat een snelle terechtstelling minder leedtoevoeging biedt, dan levenslang gevangen zitten. Het zal ook aan de beleving van de veroordeelde in kwestie zelf liggen. En hoe is de éne handeling (misdaad) te vergelijken met de andere (sanctie). Een veroordeelde heeft maar één leven in te leveren. Wat is de essentie van de straf. Daarin zit ongetwijfeld het element van vergelding. De staat voegt leed toe ter vereffening van aangedaan leed, om daarmee de norm te handhaven van wat de samenleving wel en niet accepteert, en om iemand daarmee een lesje te leren. Maar een ordentelijke staat is niet uit op wraak. Het strafsysteem is er juist om de persoonlijke wraak te kanaliseren en in te dammen.
Toch is een vorm van wraak veelal emotioneel de ondergrond van de roep om herinvoering of toepassing van de doodstraf. De publieke opinie, met name in tijden van onzekerheid en bedreigdheid, laat zich gemakkelijk een kant op trekken, die niet gevoed wordt door argumenten en afwegingen, maar door emoties en vooroordelen. Nu speelt emotie in het strafrecht zeker een rol. Zouden de tranen je niet in de ogen schieten bij wat sommige medemensen anderen aandoen. Toch is het zaak in te zien, dat daarop geen rechtssysteem ingericht dient te worden.

En de theologie?
En hoe zit het met het godsdienstige argument? Abma bestudeert alleen de christelijke geschiedenis op dit punt. Het zou interessant zijn op zijn minst ook het jodendom en de islam hierin te bestuderen. Het beroep op Genesis 9:6 en Romeinen 13:1-7 wordt besproken. Maar ook wordt nagegaan welke posities vanuit „de" (protestantse) theologie ten opzichte van de mensenrechten worden ingenomen. Mensvisie, duiding van de zonde, plaats van recht en genade, beroep op de Bijbel, ze komen allemaal aan de orde. Maar naar mijn gevoel op zo'n manier, dat het te veel aan de oppervlakte blijft en er vlotte conclusies worden getrokken, welke uiteraard dan gaan in de richting van de zienswijze van de auteur. Zonder er hier dieper op in te kunnen gaan, kan ik wel zeggen, dat ik bij al de punten die ik noemde allerlei vragen aan hem zou willen stellen. Ondertussen vroeg ik me af hoe dit eigenlijk zou liggen bij het meer filosofische deel van de studie, waar ik minder verstand van heb.

Opnieuw nadenken over straf
Het boek van dr. Hans Abma heeft mij geboeid, vanwege de problematiek die erin aan de orde wordt gesteld. Uiteraard ook vanwege het vele materiaal dat hij rond de doodstraf weet aan te dragen. Hoewel ik - met hem - achter de doelstellingen van Amnesty International sta (inclusief verzet tegen toepassing van de doodstraf), voelde ik me theologisch allerminst geholpen door zijn boek. Wel uitgedaagd, om zelf het nadenken over het strafrecht vanuit een theologische en bijbelse optiek opnieuw ter hand te nemen. We staan in onze samenleving voor ingrijpende vragen rond justitie en criminaliteit. Het justitiële bedrijf verkeert al enige jaren in een crisis. Het wordt vooral gezien als beheersbaarheids- en besturingsproblematiek. Maar ik denk, dat er meer aan de hand is. De vraag, waar het allemaal toe dient, is klemmend.
De roep om zwaarder straffen (inclusief een roep om herinvoering van de doodstraf) is voor wie de ontwikkeling in de maatschappij beziet, als verschijnsel begrijpelijk. Maar het is de vraag of het de adequate reactie is op hetgeen zich ontwikkelt. We zouden moeten nadenken over de functie van het strafrecht in het geheel van de huidige maatschappelijke context (internationalisering professionele misdaad, drugs, migratie, verpaupering in oude stadswijken, nadruk op materialistische waarden, verandering van sociale verbanden, enz.). Wat hebben we daarover vanuit de kerk te melden, behalve een herhaling van zetten? Alleen roepen om strengere straffen over de hele linie, gaat m.i. aan de kern van de problemen vandaag voorbij.

Jos Aarnoudse

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 1998

De Wekker | 16 Pagina's

Gerechtigheid zonder beul

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 1998

De Wekker | 16 Pagina's