Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Maar zelden komt het echt goed ... (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Maar zelden komt het echt goed ... (II)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het moeilijkste waarvoor een kerkenraad en de ambtsdrager persoonlijk kunnen komen te staan is misschien wel de situatie, waarin leden van de gemeente geestelijk tegenover elkaar komen te staan en zich in groepen tegenover elkaar gaan opstellen, bijvoorbeeld omdat men het niet eens is over de wijze waarop men in de wereld van nu kerk van Christus moet zijn.

Onze kerken - en ook andere - tellen niet weinig gemeenten met sterke geestelijke liggingsverschillen, gemeenten die vrij constant onder de spanning staan van fricties rond zaken, die het ene deel graag gerealiseerd zou willen zien, terwijl het andere deel er zich uit alle macht tegen verzet. Vooruitstrevenden en behoudzuchtigen komen voortdurend met elkaar in aanvaring, nu eens om dingen die de inrichting van de eredienst raken, dan weer vanwege standpunten die rond ethische, politieke en maatschappelijke vragen worden ingenomen.
De gecompliceerdheid van de tijd waarin wij leven, draagt daartoe sterk bij. Natuurlijk heeft elke tijd in de geschiedenis van de kerk zijn eigen zorgen en problemen gekend en in elke tijd heeft men daaraan, naar men het voelde, meer of minder gewicht toegekend, maar zonder overdrijving kan toch wel worden gezegd dat de kerk vandaag gemeente van Christus moet zijn in een wereld, waarin maar weinig op zijn plaats wordt gelaten en waarin de ontwikkelingen nauwelijks bij te houden zijn. Deze ontwikkelingen roepen ook binnen de gemeente van Christus vragen op waarop niet altijd éénduidige antwoorden worden gegeven, zeker niet wanneer een gemeente is samengesteld uit mensen, die qua aard, aanleg, herkomst, opleiding en ontwikkeling en vooral geestelijke gerichtheid, sterk uiteenlopen. Meningen en gevoelens kunnen onder broeders en zusters, met dezelfde bijbel in de hand, zo sterk uiteenlopen dat er tegenstellingen ontstaan, die diepe en langdurige, soms blijvende verwijdering tot gevolg kunnen hebben. Te denken valt in dit verband aan de vele politieke en ethische vraagstukken die ons bezighouden. Maar niet aan die alleen. Ook geestelijk kan er verschil van inzicht zijn en ook dat schept soms conflictueuze situaties. Meerdere gemeenten leiden op deze wijze een kwijnend geestelijk bestaan. Alle dingen die tot een geordend kerkelijk leven behoren worden nog wel trouw in gang gehouden en individueel mogen door leden van de gemeente misschien nog veel goede dingen worden ervaren, maar in de onderlinge geestelijke verbondenheid is men als gemeente ver verwijderd van het beeld dat de Here Jezus van Zijn gemeente verlangt. Wat voelen kerkenraden en ook ambtsdragers persoonlijk zich soms machteloos om in zulke situaties de gemeente te corrigeren en bij te sturen, om maar niet te spreken van situaties, waarin kerkenraden of ambtsdragers individueel, op volstrekt ongelukkige wijze de problemen te lijf gaan.

Geen groei
In een commentaar op de verschijning van ons kerkelijk jaarboek 1998 stond in een van de christelijke dagbladen te lezen „Weer geen groei in de christelijke gereformeerde kerken". Op enkele plaatsen is er door welke oorzaken dan ook van een bijna „explosieve" aanwas sprake, maar over het geheel genomen was er in de voorbije periode van groei geen sprake. Daarvoor is meer dan één verklaring te vinden, maar desintegratie in heel wat gemeenten hoort daar zeker ook bij. En die desintegratie gaat echt niet alleen terug op de tegenstelling tussen behoudend en meer vooruitstrevend denkende kerkleden. Er groeit in niet weinig gemeenten ook een andersoortige verscheidenheid, die bepaald wordt door het verlangen van mensen om de invulling van de wijze van kerk zijn niet meer van boven af opgelegd te krijgen maar daarin zelf vrij keuzen te kunnen maken. Met van boven af wordt hier bedoeld het geheel van regels dat de kerken in leven riepen om onderling voor elkaar herkenbaar te zijn.

Eenduidig kerkenraadsbeleid
Hoe als kerkenraad om te gaan met geestelijke verscheidenheid en - daarmee samenhangend - met uiteenlopende gedachten en verlangens binnen de gemeente? Het is een goede zaak dat een kerkenraad van een grotere gemeente binnen onze kerken zich daarop binnenkort gaat bezinnen. Dat zal gebeuren onder het thema „Eenduidig kerkenraadsbeleid voorwaarde voor evenwichtige geestelijke ontwikkeling van de gemeente".
Als voorwaarden daartoe zijn genoemd:
a. gelijkgerichtheid binnen de kerkenraad om de gemeente op te voeden tot het beeld dat Christus van zijn gemeente in deze wereld verlangt (het zout der aarde, een stad op een berg, een licht op de kandelaar);
b. het leren te onderscheiden tussen legitieme geestelijke verscheidenheid binnen de gemeente en ook binnen het college van de kerkenraad zelf, in de geest waarin de bijbel daarover spreekt en verscheidenheid die door allerlei menselijke factoren en invloeden van buitenaf worden bepaald en die de kiem van ontbinding in zich kunnen bergen; om tussen legitieme verscheidenheid en onbijbelse en risicovolle verscheidenheid te kunnen onderscheiden en daarin richting wijzend of indien nodig correctief op te treden, is een goede kennis van de bijbel en van de belijdenissen van de kerk onmisbaar;
c. het ontwikkelen van een beleid dat gericht is op het zoeken naar vormen van kerk zijn waarbij het waardevolle van de gereformeerde geloofstradities in ere wordt gehouden en waarbij aan legitieme verlangens naar eigentijdse patronen van geloofsbeleving recht wordt gedaan, bijvoorbeeld in de liturgische vormgeving;
d. het tijdig signaleren en analyseren van signalen die er op wijzen dat verscheidenheid tot gescheidenheid en in het ergste geval tot conflictueuze situaties zou kunnen leiden;
e. het ontwikkelen van communicatieve vaardigheid om onder de zegen van de Here der kerk conflicten te voorkomen en bestaande conflicten volgens de noties die het Evangelie ervoor aanreikt, uit de wereld te helpen of onder beheersing te brengen;
f . het beoefenen van een intensief pastoraat;
g. het met regelmaat reserveren van ruimte op de agenda van de kerkenraadsvergadering voor onderling gesprek over een thema rond geloof en leven en voor het evalueren van de zondagse verkondiging.
Moge van deze bezinning heilzame invloed uitgaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 april 1998

De Wekker | 16 Pagina's

Maar zelden komt het echt goed ... (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 april 1998

De Wekker | 16 Pagina's