Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voldoende toegerust? Ambtsdragersconferentie (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voldoende toegerust? Ambtsdragersconferentie (II)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hier volgt het tweede gedeelte van het verslag van de ambtsdragersconferentie van 23 mei jl. in Amersfoort.

Nadat de inleiding door dr. B. Loonstra gehouden was, zongen we Ps. 25:2,4 en 6 (N.B.). Here, maak mij uwe wegen door uw Woord en Geest bekend. Zoals gewoonlijk was er voor de middagpauze gelegenheid om mondeling vragen te stellen, terwijl in die pauze schriftelijk vragen ingediend konden worden. Er was een lange rij sprekers en/of vragenstellers. De inhoud varieerde van instemming via informatie via bedenkingen en kritiek tot waarschuwing. Gevraagd werd ook of deze benadering nu wel nodig was. Wordt er niet om heel andere dingen gevraagd, ook door de jeugd?
Inmiddels werd het hoog tijd voor de middagpauze; de voorzitter wilde echter alleen van te voren beklemtonen, dat de vragen die vanmorgen aan de orde kwamen wel degelijk dringend zijn. Hij illustreerde dat met enkele zwaarwegende voorbeelden. We hebben nauwelijks antwoorden op wat „de wereld" ons voorlegt. En in uw en mijn hart leven de twijfels ook!

Het lijkt mij het beste, niet alle vragen te vermelden, maar de volgorde te nemen van de beantwoording in de middagvergadering.
Oud. A. Versluis uit Ameide las als besluit van de ochtend het toepasselijke hoofdstuk 1 Timotheüs 6:3-21 en ging voor in gebed, ook voor het eten.

Aan het eind van de middagvergadering werd gezongen Psalm 19:1 en 4. 't Is Gods getuigenis dat eeuwig zeker is. Ds. D. Quant las Psalm 119:41-48 en ging voor in gebed. Gebeden werd om wijsheid in deze gevoelige èn belangrijke zaken.

Bij de bespreking ging de voorzitter eerst in op een concrete vraag, of iemand rente mocht vragen over een aan een ander geleend bedrag. „Doe wat in uw hart is; als u met aards goed gezegend mocht zijn, vraag dan geen rente". Maar prof. Peels vond het een goed voorbeeld van de relatie tussen Oud en Nieuw Testament, terwijl dr. Loonstra wees op Jezus' woord, geen vergelding (terugbetaling) te verwachten.
Nu kwam de eigenlijke vragenbeantwoording.

Wat blijft er nog over te geloven?
Een belangrijke vraag was: Wat blijft er zo nog over te geloven? De inleider wees erop, dat velen de kerk de rug toekeren om een verkeerde kijk op de Schrift. Prof. Maris legde sterke nadruk op de Bijbel als geheel, waardoor God ons aanspreekt. Hij gaf ons het Woord in de geschiedenis, die ook de onze is: via Israël, Christus, het Nieuwe Testament, naar ons toe. Er zijn echte vragen. Verschil is alleen, of ze gesteld worden vanuit onze verbondenheid aan het Woord, dan wel om onze twijfels te voeden. We moeten niet bang zijn ze te stellen, maar binnen het kader van de openbaring. Ds. Den Butter was niet bang voor de vragen, maar het gaat om de antwoorden. Er zijn andere antwoorden te geven.

Vragen over de hemel, over meer dan driedimensionale „locatie buiten het heelal"? Prof. Hofman zegt eenvoudig: de hemel is de plaats waar de Here woont. Maar bedenk tegelijk, dat je spreekt met een beeld, dat echter wèl aan werkelijkheid beantwoordt! De Catechismus spreekt schone geloofstaal. En het Evangelie zegt: Opdat gij gelooft. We hebben het over een typisch westerse probleemstelling. Daar moeten we ons wel goed bewust van zijn. De inleider viel hem bij. De werkelijkheid is groter dan een beeld kan zeggen. Prof. Peels: we hebben het nu over een kennen dat niet meer „ten dele" is. Er zijn verborgen en geopenbaarde dingen, als we het hebben over hemel en hel, over tijd en eeuwigheid. Ook als theoloog ga ik op mijn knieën als een klein kind naar God toe.
Het ging nu over praktische toerusting. Het probleem van het samenwonen kwam aan de orde. Daarover is nu een instructie onderweg naar de generale synode.

Schriftkritiek - tekstkritiek
De verhouding Schriftkritiek - tekstkritiek. Het tweede gaat zuiver over de juiste tekst van de Schrift. Elke student leert hiermee om te gaan. Bij Schriftkritiek wil men buitenbijbelse criteria laten gelden voor beoordeling van de betrouwbaarheid van de Schrift. De inleider heeft dit zeer uitdrukkelijk niet bedoeld. Prof. Peels gaf nog een verduidelijking. Voor Schriftkritiek kan men bijvoorbeeld aan ds. Nico ter Linden denken. De gedachten van de inleider verbinden aan de „Amsterdamse School" is onjuist. De discussie ging nu verder over de feitelijkheid van de slang in het paradijs. Er kwamen diverse vragen. Prof Peels beklemtoonde dat we bij de zondeval spreken over diepe dingen. Het spreken van de Schrift is geworteld in de wereld van daar en toen. Ondergetekende gaf een toelichting op de gang van zaken op de synode van 1968 en 1977 ten opzichte van de gedachten van prof. Oosterhoff. Het zou niet juist zijn, de inleider te belasten met vragen waarover de kerk zich eerder al heeft uitgesproken. Ds. Den Butter bleef er moeite mee houden: het benadrukken van het symbolische kan de feiten in de schaduw stellen. Betekent de menselijke factor in de Schrift ook het falende karakter? Het werden de woorden die God gewild heeft dat er zouden komen. Het onderscheid tussen mechanische en organische inspiratie (Kuyper, Bavinck) bevredigt toch niet helemaal. Prof. Maris: als de historiciteit valt dan valt ook ons heil. Prof Oosterhoff had indertijd kritiek op de manier waarop de Gereformeerde synode van Assen (1926) had gesproken, maar de historiciteit stond voor hem vast.

Spanning tussen studeerkamer en preekstoel?
Is er spanning tussen de studeerkamer en de preekstoel? Prof. Peels haalde prof. Van 't Spijker aan: waarachtig preken of je kop eraf. Elders vindt men soms wel een kloof; bij ons niet. Al hoef je niet alles te behandelen. Sommige dingen kunnen beter op een bijbelkring besproken worden. Prof. Hofman: er is wel bij theologen een „ivoren toren" mogelijk. We houden ons maar aan wat Luther zei: oratio, meditatio, tentatio (gebed, meditatie en beproeving). De voorzitter vroeg aan de inleider: Hoe doet u het als u preekt? Antwoord: ik spreek uit mijn hart en over de volheid van het heil. Verwarring gevende vragen komen daar niet; die bespreek ik eventueel liever in een bijbelkring.

Er was een schriftelijke vraag over bespreking van de evolutietheorie en over de emancipatie van vrouwen. De vraagster had de eerste vraag voor zichzelf al goed beantwoord; voor de tweede werd met veel waardering verwezen naar de vele taken die onze vrouwen in de gemeente vervullen, in een dienstbetoon waar vele mannen tekortschieten.

Er was gevraagd naar het afzwakken van vaste waarheden en de aanpassing van normen en waarden. Ds. Den Butter vond het vragen die de kern raken. We raken zo gewend aan een versluierend spreken. Wat waar was dat is nog waar. Toch wees de inleider nog wel op onze selectieve tolerantie, bijvoorbeeld ten opzichte van het roken. In sommige gevallen hebben we toch de neiging om de scherpte uit Gods woord te halen. Hij verlangt om recht te doen aan de lijnen die de Schrift trekt. Het gaat om de manier waarop God mensen wil ontmoeten. De God van het verbond, die mensen ontmoet, gaat in in hun geschiedenis.

Er kwam een vraag over tijdgebondenheid of tijdbetrokkenheid. Prof. Maris: ook „tijdbetrokkenheid" kan men relativeren. Of wil men echt de context, het verband, begrijpen? In dit verband uitte prof. Peels de klacht, dat er weinig werk gemaakt wordt van gereformeerde exegese, nadat dat ruim 50 jaar geleden zo anders was. Dat is ook onder ons zo! Dogmatiek en kerkgeschiedenis krijgen de aandacht wel, maar de exegese? En dat tegenover de massa kritische boeken die er verschijnen. Aan de andere kant ziet hij een verstarren in biblicisme, een zich vastbijten in de letterlijkheid. Er is een grote taak om samen met „Kampen II" te werken aan een gereformeerde beoefening van hermeneutiek en exegese. Na Augustinus, Calvijn en vele anderen staan wij vandaag in de worsteling. Er zijn legitieme vragen en er vallen grote brokken. Er is veel verbondenheid nodig tussen wie gereformeerd willen zijn. Maar vooral verbondenheid met de Heilige Geest.

De voorzitter zei, dat het er vandaag niet om ging, de inleider te rehabiliteren. Daar zijn wij niet voor. Hij gaf geen verantwoording maar een toelichting. Hij vroeg aan ds. Den Butter: Moet je eigenlijk jaloers zijn op hen, die „de Schrift nemen zoals ze is", zonder moeilijke vragen? Antwoord: Ja, soms, maar de omgang met de Schrift is niet in strijd met de nieuwe vragen. Niet iedereen behoeft zich ermee bezig te houden. We doen samen, als ook hun verstaan er is door het werk van de Heilige Geest; anders gaat het fout.

De inleider gaf nog een impressie over de dag. Hij wil voorzichtig en wijs verder gaan. De voorzitter dankte de inleider en ook de leden van het forum. De dag krijgt wellicht een vervolg. Dat zou het liefst uit Apeldoorn moeten komen. De vragen van vandaag zijn belangrijk. De scherpte van vanmorgen is vanmiddag door een verstandige bespreking verzacht.
Nog eens zei de voorzitter: één druppel liefde is meer dan een zee vol kennis. Hij hoopte op een gezegende invloed van het werk in Apeldoorn naar onze kerken toe.

Het slotwoord was voor drs. D. Visser uit Broeksterwoude. Hij vroeg zich af wat „toerusting" nu bijbels inhoudt. Daartoe ging hij kort in op drie Schriftwoorden: 2 Tim. 3:16 (tot alle goed werk volmaakt toegerust), Efeziërs 4:12 (om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon) en Jesaja 50:4 (met het Woord de moede te kunnen ondersteunen).
Christus Zelf, de Knecht des Heren, ondersteunt met het Woord. Als een leerling! Dan mogen wij leerlingen blijven en elkaar steunen. Dan heeft in al ons werk de omgang met God de centrale plaats. Laten we déze toerusting beoefenen, voor onszelf en voor het gemeentelijke leven.
Het was een slotwoord, dat na de discussies van de dag zeer op zijn plaats was, zeer ter zake.
In het dankgebed werd om de Geest van de toerusting gebeden; er is omzichtig, soms hard, soms confronterend gesproken. Mogen we samen buigen en veel van Gods Geest verwachten.
De collecte, voor de slotzang gehouden, was bestemd voor de hulpverlening in Soedan via ons deputaatschap Hulpverlening. Zij bracht ƒ 1.200,- op. We zongen tenslotte Gezang 392: Blijf bij mij, Heer.

Zoals gezegd, het was geen gemakkelijke conferentie. Maar reeds lang was ik van mening, dat de vragen, waar het hier om ging, het nodig maken dat ze onder ons openlijk, eerlijk en broederlijk besproken worden, niet onder een bepaalde dreiging, maar met open harten voor Gods aangezicht. En ik ben er blij om, dat daarmee op deze dag een begin gemaakt is. Misschien mag ik dit verslag met deze persoonlijke noot besluiten.

K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1998

De Wekker | 16 Pagina's

Voldoende toegerust? Ambtsdragersconferentie (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1998

De Wekker | 16 Pagina's