Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verleggen we de grenzen? (Grenzen II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verleggen we de grenzen? (Grenzen II)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

We weten wat het inhoudt wanneer grenzen worden verlegd. Het kan in alle stilte gebeuren en met grof geweld. Maar wie de grens (van een land) verlegt zonder toestemming daarvoor te ontvangen, kan de vrede wel vergeten. Daar komt oorlog van, zo zeggen we. We schuwen daarom grensoverschrijdingen en trachten voldoende veiligheidsmaatregelen te nemen om dit te voorkomen. Wilt u de vrede, bereidt u ten oorlog, zei men vroeger niet geheel ten onrechte.

Soms is er een sluipend gevaar. Vooral wanneer grenzen niet zo duidelijk zijn aangegeven en men het ook minder nauw neemt met de grenzen, vanuit een grenzeloos vrijheidsideaal. Beleven we godsdienstig niet zulke tijden, vraagt menigeen.

Wat is normaal?
Hebben we vandaag alleen maar andere vormen, of worden we het gewoon dat er ook andere normen zijn gekomen? Wie weet het onderscheid tussen norm en vorm nog aan te geven? Doe toch normaal, merkt men dan op. Wie houdt zich nu daarmee bezig. Dat is achterhaald.
Wat is normaal? Bepaalt niet elke tijd zelf wat normaal en abnormaal is? Wat is de norm waaraan je je moet houden? Worden we daarin niet beïnvloed door de tijd(geest)?
Enkele dingen kunnen zo maar met naam en toenaam genoemd worden. Zijn we niet aan grensoverschrijdingen bezig en meer dan eens ook grenzeloos aan de gang wanneer we samenwonen een (rechtmatige) plaats geven naast trouwen. Wordt vandaag niet gezegd dat getrouwd zijn slèchts één van de samenlevingsvormen is. Wat is dan nog normaal? Stel dat het huwelijk niet meer „geregistreerd" moet worden, maar dat je, met wie je je ook wilt verbinden (voor korte of langere tijd) je alleen maar tot de notaris moet wenden voor een akte, die je samen opmaakt en waarin je een aantal afspraken maakt. Is dat normaal?
Moest men vroeger in onthouding leven, tegenwoordig lijkt alles mogelijk met de pil. Wat is dan nog normaal te noemen. Is het eerste abnormaal of het tweede?
Trouw lijkt een antiek verschijnsel te worden, waarbij menigeen glimlacht. Deze trouw (uit grootmoeders tijd) heeft veelal plaats gemaakt voor spontane relaties, waarbij zowel voorechtelijke als buitenechtelijke verhoudingen „normaal" schijnen te zijn. Met een „sorry" kun je heel wat „normaliseren".
Is echtscheiding de oplossing van zeer veel leed, als dit maar met onderling goedvinden geschiedt?
Moet je nog een kwaad woord zeggen van homoseksuele praktijken, als men uit liefde elkaar zoekt (te bevredigen)? Is zelfmoord niet dé oplossing in een uitzichtloze situatie? Temeer nu er toch al zoveel vormen van euthanasie geaccepteerd zijn, nadat we de deur voor abortus (op een kier) hebben opengezet?
De vraag is of een zwart-geld-circuit nu wel zó verderfelijk is, als je amper kunt rondkomen en nogal wat belastinggeld wordt besteed voor minder goede doeleinden naar je overtuiging. Wie „speelt" nu nooit eens en wordt het wedstrijd-element niet aangemoedigd als een sterke ontwikkeling en ontplooiing van liberale „ontspanning"?

Een nieuwe moraal?
Sommigen zijn de mening toegedaan dat het alleen nog maar een kwestie van wennen is en dat het snel genoeg went, als je kijkt naar de laatste tientallen jaren. Alles went! Eerst protesteren mensen nog en voeren zij actie, maar de bereidheid daartoe schijnt met de dag af te nemen. Wie maakt zich nu nog druk om tal van veranderingen, die zich in onze maatschappij voltrokken en voltrekken. We moeten niet zo gauw „ach en wee roepen", meent men. Dat deden ze vroeger ook al. Er is toch niets nieuws onder de zon! Daarom moeten we maar niet (meer) zeggen: waar gaan we naar toe? Menigeen is er van overtuigd dat er een nieuwe moraal moet komen. Kunnen we het daarmee eens zijn of schuilt hier een groot gevaar in?
De vraag is wat normaal is bij een nieuwe moraal. De mensen moeten „mores leren", zei men vroeger. Wetten leren. Wat wettig is, wat in overeenstemming met de wet (van God) is. Je kunt wel met een geheel nieuwe moraal aankomen, maar is dat normaal? En wat is daarbij normaal te achten en abnormaal te noemen? Of houdt een nieuwe moraal in dat niets meer normaal, maar ook niets meer abnormaal is en dat ieder zijn eigen gang maar moet gaan en we elkaar daartoe de ruimte moeten bieden? Want wie zal iets over een ander zeggen? Hebben we de handen niet vol aan onszelf? En kunnen we nog wel met een moraal komen, als de technische ontwikkeling en heel de wetenschap met zulke grote schreden vooruitgaan, zodat we er niet op kunnen wachten tot mensen daarvoor het sein „veilig" geven. Eenvoudig omdat ze er niet aan toe komen om zo snel te zeggen wat „normaal" is en daarom elke moraal tot het verleden móét behoren en we dit als normaal moeten aanvaarden?
We zijn er nog niet! Sommigen beweren: laat het voorlopig ook maar rusten en dóé maar (wat je hand vindt om te doen). Verder moet je het niet zo ingewikkeld maken, want je vertilt je aan het hele pakket van normen en waarden. Je bent al heel snel „uit de tijd".

Wie bepaalt de grenzen?
We staan voor een principiële vraag: geeft de mens grenzen aan of heeft God daarin (nog) wat te zeggen? Wie beslist?
Vormen God en mens een soort partnerschap, waarbij zij samen beslissen, vanuit een geheel aanvaarde partner-gedachte zo langzamerhand? Of is het zo dat wat de mens beslist in wezen Góds beslissing is? Je moet het toch medemenselijk houden, zegt men. En is medemenselijk niet echt menselijk en is dat nu niet uitgerekend christelijk? Zo denk ik, zegt men. Of men zegt het niet, maar leeft zo.
Grofweg zijn er twee mogelijkheden: we bepalen zélf de grenzen of Gód geeft de grenzen aan.
Binnen het eerste plaatje zijn nog weer twee varianten, die uiteindelijk op hetzelfde neerkomen, hetzij men deze paars, blauw of rood kleurt.
Er zijn er die uitgaan van de gemeenschap. Deze bepaalt dan alles en krijgt een grote vinger in de pap. Nu is het communisme echt op z'n retour, maar het socialisme is nog niet uitgestorven. De gemeenschap is dan de maat van alle dingen. Alles is van en voor de gemeenschap.
Daar breng je dan (bij tijden) je offers voor. Deze grootste gemene deler zal ook uitmaken wat goed en kwaad is. Dat kom je onder andere te weten via een referendum, waarbij de helft plus één beslist. Daar heb je je dan ook aan te houden. Dat geldt als „wet", als „normaal" en zo komen we aan de moraal, die bij tijden sterk kan wijzigen, als een meerderheid verandert van denken, door welke factoren dan ook. Vandaag is dít normaal, morgen dát. Stemmingen en enquêtes wijzen uit wat de meerderheid wil of goed vindt. Het is daarbij wel van belang hoe de vraag wordt gesteld, om echt aan een „meerderheid" te komen. Vandaar dat er nogal wat verschil is van land tot land en van tijd tot tijd over wat normaal is en de moraal uitmaakt. Je leeft dan bij wat op een moment „in" is. Terwijl het woord van God sterk beklemtoont dat de meerderheid niet zullen volgen in het kwaad. Eén is uw Meester! Vervolgens kan de enkeling heel wat beslissen. De enkele mens is immers uniek en die zal het voor het zeggen hebben. De mens is toch een zo zeldzaam verschijnsel, dat we eerbiedig hem tegemoet dienen te treden en de autonome mens uit laten spreken. We moeten hem niet in de „rede" vallen. Wat hij (op een bepaald moment) goed vindt, ís goed. Daar komt geen ander aan te pas. In wezen kun je geen wetten stellen of je moest normaal achten wat de enkele mens wil en doet. Dat moet dan de moraal worden. Ik doe waar ík zin in heb. Ikke, ikke, ikke... en de rest kan...
Vanuit de Franse revolutie wordt herhaald: geen God en geen meester. Weg met alle gezag(suitoefening). We dulden werkelijk niemand boven ons. Dat zou tekort doen aan ons mens-zijn, aan onze normale ontplooiing en onze moraal in deze tijd. Weg met alle tradities en gewoonten. De enkele mens zelf bepaalt de norm en de vorm. De individuele mens beslist, heel liberaal, voegt men er aan toe. Zo komt de vrijheid van de mens niet in gevaar en is een mens vrij in zijn doen en laten. Terwijl christenen daartegenover belijden dat God in Zijn Woord en wet bepaalt wat goed en kwaad is, wat normaal en ab-normaal is.

In Gods Woord kunnen we niet lezen dat een democratie beslist. Niet „het volk" bepaalt de wet. Ook autonomie kun je niet vanuit het Woord van God verdedigen. Want de mens is niet zichzelf ten wet. Hij beslist niet zelf, ook al is dat eeuwenlang „normaal" voor een gevallen mens. Het is echter geen paradijs-moraal! In wezen is er alleen maar ruimte voor theocratie, dat wil zeggen de erkenning dat God regeert en dat Hij Zijn wetten stelt én handhaaft.
Daarmee is aangegeven dat de Heere Koning van de wereld is en Koning van Zijn duurgekochte kerk. Hij weet wat goed is en Hij geeft dit ook aan. Alleen God is goed, zo kon Hij zeggen en daarom kan alleen God bepalen wat normaal is en moeten we het voor de moraal hogerop zoeken. Zoals we zullen zien.

Van Amstel

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 september 1998

De Wekker | 16 Pagina's

Verleggen we de grenzen? (Grenzen II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 september 1998

De Wekker | 16 Pagina's