Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schriftoverdenking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schriftoverdenking

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gij ziet het, want Gij aanschouwt moeite en verdriet, om het in Uw hand te leggen. Psalm 10:14a

Moeite en verdriet, zegt de tekst. Psalm 90 zegt het in zijn algemeenheid. Het uitnemendste van die is moeite en verdriet. Wat níet algemeen is en wat als een bijzondere genade van God moet worden aangemerkt, dat is als men die moeite en dat verdriet in de hand van God geeft.
Van de tekst kun je zeggen, dat het een práchtige tekst is. Dat kun je van de hele psalm niet zeggen, als ik me zo mag uitdrukken. Gebed om beteugeling der overmoedige boosheid, staat er boven. Dat is de teneur van de hele psalm. En het ergste is vers 1: waarom, HERE, staat Gij van verre, verbergt Gij U in tijden van nood? Een woord met een vraagteken. Achter God staat op die manier een vraagteken. Terwijl achter Hem toch een uitroepteken moet staan. Onze moeite en ons verdriet kunnen het uitroepteken achter God weghalen. God kan zich verbergen. Wij kunnen ons verbergen voor Hem. Naarmate moeite en verdriet toenemen, kunnen we God buiten ons leven plaatsen.
Moeite en verdriet. Here, waarom staat Gij van verre. Toch blijft het niet bij die vraag. Het blijft ook geen vraagteken. Onze moeite en ons verdriet, maar ook onze schuld, het is bij de Here bekend. Dat is op zich al enorm. De bijbel verzwijgt het niet. Doet er niet makkelijk, goedkoop of oppervlakkig over. In de bijbel leer je de diepte er van kennen en ook jezelf. Zo kom je tot ootmoed en wordt een mens klein voor God. Want op de een of andere manier, of direct of indirect heeft het allemaal te maken met onze ongehoorzaamheid aan God. En zo kent de Here ons.
Gij ziet en aanschouwt. God kijkt er naar en zo naar ons. Zien en aanschouwen, zo is dat vertaald. Maar eigenlijk zijn dat veel te zwakke woorden voor zo'n felle zaak die er mee aangeduid wordt. Het wil niet zeggen, dat God, af en toe, wel zo goed is om even op, om even om te kijken, om Zich vervolgens weer te wijden aan Zijn eigen strikt goddelijke zaken. Zien en aanschouwen dat betekent ingespannen kijken naar, bestuderen. God wil helemaal op de hoogte zijn. God de Here heeft er echte aandacht voor. God is er bewogen bij. Zoals de Here Jezus Christus. Als Hij over de schare bewogen is, geeft Hij de schare brood. Als Hij over een zieke bewogen is, maakt Hij hem beter. Als Hij over de zondares bewogen is, dan vergeeft Jezus haar. Als Hij over ons zondaren bewogen is, dan gaat Hij het kruis op om voor de zonden te betalen. Als Hij over ons bewogen is, omdat wij midden in de dood liggen, en moeten sterven en het graf ingaan, dan overwint Hij de dood, dan heiligt Hij het graf, door Zijn opstanding. Zo ziet en aanschouwt God. Als wij er zo treurig aan toe zijn, zo zelfs dat wij de eeuwige dood zouden moeten sterven, dan verwerft de Here Jezus met Zijn lijden en sterven. Zijn levendmakende Geest en stort die uit op alle vlees.
Wij zien en aanschouwen en zijn machteloos. Onze armen zijn te kort. Onze giften ontoereikend. De Here Jezus neemt door Zijn dood en bloedstorting, de oorzaak van onze honger en kommer, de oorzaak van onze moeite en ons verdriet weg. Hij neemt de zonde weg en belooft de nieuwe hemel en de nieuwe aarde waar de dood niet meer zal zijn. Noch rouw noch geklaag noch moeite.
God ziet en aanschouwt en komt tussenbeide. Wrekend en reddend. Wrekend als we moeite en verdriet veroorzaken, reddend als het ons wordt aangedaan. Daarom verwachten wij niet tevergeefs van Hem bijstand. Gij ziet het. Gíj. De grote barmhartige en rechtvaardige God. De Getrouwe. Ik heb de verdrukking van Mijn volk terdege gezien. Ik heb hun gekerm gehoord. Dat is troost voor de ellendige. Een waarschuwing voor ongelovige en onbekeerde mensen. God zal bevrijden en ook straffen. Moeite en verdriet, wat erg. Maar het ergste is als we met een onvemieuwd hart in ongeloof voortleven en zo sterven.
Gij ziet het. En zo ook mijzelf. Zo zijn we voorwerp van Gods zorg. God ziet niet werkeloos toe maar komt terzake. God nam er Zijn Zoon voor om het tussen ons en God goed te maken. Verdrietige en schuldige mensen zijn aangewezen op Gods genade en Christus' offer. Wat kan het lang duren voor we onze zorg en schuld bij de Here brengen. Voor we eerlijk bij God komen. Sommigen doen dat nooit. Ze gaan liever met moeite en verdriet ten onder, dan dat ze zich laten genezen door de doorboorde handen van onze Middelaar.
Gij ziet het. Gij aanschouwt. Dat moet in ons leven een vervolg hebben. Een gévolg: om het in Uw hand te leggen. Nu is de dichter gerust. Hij stelt de zaak God ter hand. Zo is dit woord een rustpunt voor benauwde en aangevochten mensen. Het is om blij van te worden. God ziet mijn moeite en mijn verdriet. God ziet mij. God kijkt op een bepaalde manier. Met een bepaald doel: om het in Uw hand te leggen. God kijkt zo en net zolang tot we dát doen. God kijkt òf en wanneer wij het leggen in Zijn hand. Op een bepaalde manier dwingt God ons met Zijn ogen. God heeft een zeer bepaalde blik. God kan er niet vanaf blijven. Van onze moeite niet, van ons verdriet niet, van onze schuld niet. Van ons niet. God kan er niet vanaf blijven met Zijn ogen. God kan er niet vanaf blijven met Zijn handen. Hij pakt het. Hij pakt ons aan.
Waarom verbergt Gij U in tijden van nood. Dat zegt de dichter nu niet meer. Waarom Here, bent U zo goed voor mij. Dat U naar mij en mijn verdriet omziet. Dat heb ik niet verdiend. Daar heb ik het niet naar gemaakt. Het zou terecht geweest zijn als U langs me heen gekeken had. God is vlakbij gekomen. In ons gekomen met Zijn Geest. Met Zijn liefde. Met het Lam Gods Dat de zonde der wereld wegneemt. God ziet en aanschouwt op zo'n manier, dat we het wel in Zijn hand móéten leggen. Dat bedoelt de Here dan ook. Dat we dat doen. Dat het er van komt. Wat ontzettend als het er niet van komt, voor nu en later.
Wij kunnen de dingen vasthouden. Onszelf vasthouden. Omdat we de Here nog nooit recht in de ogen hebben gezien. Wanneer raakt een mens zijn moeite en verdriet, zijn schuld en ook zichzelf kwijt? Als we zien wie de Here voor ons is en Zijn wil. Wanneer ging Petrus naar buiten om bitter te wenen? Toen hij in Jezus' ogen zag, wat er in het hart van de Heiland omging.
Onze grootste moeite is dat we God niet in de ogen durven te zien. We sjouwen maar rond, tot we er bij neervallen en de dood er op volgt. We moeten gaan zien dat God het ziet. Dan geven we wel, dan geven we weg, dan geven we ons over. Om onze zaken door God te laten behartigen. En door een zeer barmhartige Hogepriester Die voor ons pleit. Het komt er voor ons allemaal op aan, dat we ons met ons hele hebben en houden aan de Here overgeven. Dat God Zelf dat tot stand brengt. De nooddruftige zal niet voor altoos vergeten worden, noch de verwachting der ellendige in eeuwigheid verloren gaan. De Here is Koning eeuwig en altoos.
Here, Gij hebt de wens der zachtmoedigen gehoord. Gij zult hun hart sterken. Uw oor zal opmerken. Om wees en verdrukte recht te doen.
De rechterhand des Heren doet krachtige daden. Ik zal niet sterven maar leven en ik zal de werken des Heren vertellen.

Doetinchem, A. Bijkerk

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 november 1998

De Wekker | 16 Pagina's

Schriftoverdenking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 november 1998

De Wekker | 16 Pagina's