Eresaluut voor prof. dr. Seakle Greijdanus
Onder redactie van dr. George Harinck verscheen in de Ad Chartas-reeks als no. 3 een boek dat gewijd is aan het leven en werk van prof. Greijdanus, de Kamper exegeet van wiens werk velen in onze kerken in vroeger tijd, en ook nu nog wel hebben geprofiteerd. Het was dit jaar een halve eeuw geleden dat prof. Greijdanus overleed. Zijn naam is vooral verbonden aan het werk voor de Korte verklaring, een populaire exegetische reeks, waarmee de Gereformeerde Kerken eer inlegden.
Het was opgezet als een Schriftverklaring, waarin recht gedaan werd aan het gereformeerde standpunt inzake het gezag van de bijbel. Daarnaast verscheen er, evenals de Korte verklaring, in samenwerking met prof. dr. F.W. Grosheide een wetenschappelijke bijbelcommentaar. Deze werd bekend als de Bottenburgcommentaar, zo genoemd naar de naam van de uitgever.
Greijdanus heeft lange jaren als een eerste klas wetenschapper zijn werk in Kampen verricht. Toen hij reeds geëmeriteerd was, trad hij na de Vrijmaking weer aan om opnieuw college te geven aan de sterk geslonken onderwijsinstelling in Kampen, Kampen II genoemd.
Greijdanus was van huis uit een dogmaticus, „van huis uit", hetgeen wil zeggen dat hij zijn studie vooral had gericht op een dogmatisch onderwerp, met grote aandacht voor de theologie in de vroege kerk. Hij was afkomstig uit Friesland, zoals de naam reeds zegt, en werd vooral door twee dolerende predikanten aangemoedigd om theologie te gaan studeren. Een van hen was een schoonzoon van ds. F.C.L.P. van Lingen. Zo kwam Greijdanus in Zetten, kreeg degelijk onderwijs, studeerde aan de Vrije Universiteit en promoveerde er summa cum laude tot doctor in de Theologie. Zijn werk kenmerkte zich door nauwgezetheid, aandacht voor detail, zoals het later ook bij zijn exegese het geval zou zijn: woord voor woord. In Kampen benoemd, werkte hij zich in in de vakken van het Nieuwe Testament en werd een van de leidinggevende exegeten van zijn dagen, zich niet bekommerend om menseneer of gunst, zelfstandig zijn weg gaande.
Greijdanus ontvangt in deze bundel een eresaluut, een blijk van erkenning dat hem geheel en al toekomt. G. Puchinger tekent in korte trekken zijn karakter en zijn verzet in de kerkstrijd die tot de Vrijmaking leidde. G. Harinck geeft een biografische schets, waaruit zijn levensweg blijkt: een weg van leiding en toerusting. H.N. Ridderbos diept uit zijn persoonlijke herinnering op hoe Greijdanus overkwam: een sympathiek stuk, waaruit we ook Ridderbos nog een beetje leren kennen. J. Douma tekent de visie die Greijdanus had op het oorlogsvraagstuk. J. van Bruggen laat de exegeet zien, aan het werk vooral in twee commentaren: Handelingen en Galaten. Een interessant hoofdstuk is gewijd aan de methode van exegese zowel bij Greijdanus als bij Grosheide.
D. van Keulen toont aan hoe een gereformeerd beginsel doorwerkte in de methode van Schriftuitleg. J. Faber schrijft over de strijd die Greijdanus te voeren had tegen het subjectivisme, waarbij de betekenis en de aard en de werking van het getuigenis van de Geest aan de orde komt. Een opstel van G. Harinck maakt het mogelijk om de voorgeschiedenis van de Nieuwe Vertaling te volgen, een bijdrage die vooral van belang is voor het na-checken van de principes die toen golden en nu ook nog van betekenis kunnen zijn. Over de betekenis van Greijdanus voor het Gereformeerd Gymnasium in Kampen biedt H.G. Leih een bijdrage.
Verder zijn er korte studies over de kentheologie die Greijdanus aanhing (R. van Woudenberg), een interessant verhaal van G.D. Harmanny over de bibliotheek die aan de Theologische School werd gelegateerd, G. Harinck schrijft nog over de relatie van Greijdanus met Amerika, waarheen zijn ouders geëmigreerd waren en waar hij zelf kort verbleef voor hij zijn studie voltooide. Als onvervalste Fries treedt Greijdanus op in de bijdrage van K. Zondag: „Een medestander op afstand. De relatie tussen Greijdanus en het Fries". D. Deddens laat breedvoerig zien hoe Greijdanus vasthield aan de principes van het gereformeerde kerkrecht, ook nadat dit was „omgegaan" rond 1926: ook op dit terrein bleek wetenschappelijk gezag bij Greijdanus samen te gaan met een zoeken van het heil van de kerken tegen synodale autoriteit in. D. van Baaien biedt een kwartierstaat, terwijl ten slotte een uitgebreide bibliografie te vinden is van omtrent 60 bladzijden.
Het werk is een eerste aanzet, zoals Puchinger in het begin van het boek betoogt, voor een wetenschappelijke biografie. Het materiaal is er, zoals blijkt uit deze fraaie studies, die voor het grootste deel berusten op zuiver archiefmateriaal. Ik moet zeggen dat het archief in Kampen niet aan het stof wordt prijsgegeven. Integendeel. Greijdanus leek alles bewaard te hebben en er is nog veel materiaal dat van belang kan zijn om nadere informatie te verkrijgen over een periode van de Nederlandse kerkgeschiedenis, die alles heeft van een Grieks perfectum: het is gebeurd en de gevolgen duren nog steeds voort. Een fraaie bundel, het aanschaffen waard en zeker ook de bestudering. Zij laat licht vallen op een persoonlijkheid die gekend mag worden om te weten wat goed gereformeerd was, en hoe men het ook moet blijven, ook al zijn vandaag, zoals hier en daar wel opgemerkt wordt, sommige visies bijgesteld.
W. van 't S.
¹ Dr. George Harinck (red.), Leven er werk van prof. dr. Seakle Greijdanus, AD CHARTAS-reeks 3, uitgeverij De Vuurbaak, Barneveld 1998, 336 blz., ƒ 34,75.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 november 1998
De Wekker | 16 Pagina's