Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het gezag in de Kerk en het Kind van Bethlehem (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het gezag in de Kerk en het Kind van Bethlehem (II)

Het gezag en het omgaan met conflicten in de Kerk van Christus

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Conflicten in de Kerk van Christus. In alle kerkgemeenschappen kent men gemeenten die als oasen van rust en vrede bekend staan. Maar er zijn ook gemeenten waar interne spanningen en conflicten van een kerkenraad grote geestelijke wijsheid en bestuurlijke vaardigheid vragen. Wie enig zicht heeft op de ontwikkelingen die het kerkelijk leven vandaag te zien geeft, weet dat er kerkenraden zijn die naast hun normale ambtelijke werk zeer veel tijd moeten investeren in het gladstrijken van plooien en het effenen van hobbels, die het leven van de gemeente veel schade kunnen toebrengen.

Diepe, langdurige en soms blijvende verwijdering
De gecompliceerdheid van de tijd waarin wij leven, draagt daartoe sterk bij. Natuurlijk heeft elke tijd in de geschiedenis van de kerk zijn eigen zorgen en problemen gekend en in elke tijd heeft men daaraan, naar men het voelde, meer of minder gewicht toegekend, maar zonder overdrijving kan toch wel worden gezegd dat de kerk vandaag gemeente van Christus moet zijn in een wereld, waarin maar weinig op zijn plaats wordt gelaten en waarin de ontwikkelingen nauwelijks bij te houden zijn. Deze ontwikkelingen roepen ook binnen de gemeente van Christus vragen op, waarop niet altijd éénduidige antwoorden worden gegeven, zeker niet wanneer een gemeente is samengesteld uit mensen, die qua aard, aanleg, herkomst, opleiding en ontwikkeling en vooral geestelijke gerichtheid, sterk uiteenlopen. Meningen en gevoelens kunnen onder broeders en zusters, met dezelfde bijbel in de hand, zo sterk uiteenlopen dat er tegenstellingen ontstaan, die diepe en langdurige, soms blijvende verwijdering tot gevolg kunnen hebben. Te denken valt in dit verband aan de vele politieke en ethische vraagstukken die ons bezighouden.
In de kerk ligt het binnen de onderlinge verhoudingen soms snel scheef. Soms heeft dat te maken met de omstandigheid dat mensen habituele dwarsliggers zijn, ontoegankelijk voor redelijke argumenten, overtuigd van eigen gelijk ook al hebben ze ongelijk, die altijd de voet in het zand zetten, linksaf willen als anderen rechts aangeven en bij wie de loyaliteit een structurele eigenschap is.
Maar er gaat in het bestuurlijke en misschien ook wel in het pastorale werk, niet zelden iets mis, omdat in de omgang met en de behandeling van mensen aan wie moeilijke dingen moet worden verteld, niet altijd met dat helder inzicht en die fijngevoeligheid te werk wordt gegaan, waarvan de apostel in Filippenzen 1:9 spreekt. En zo sluipen er door heel wat kerkelijke wijngaarden grote en kleine vossen, die met een grotere behoedzaamheid en meer bedachtzaamheid, tijdig afgeschoten hadden kunnen zijn. Later zijn ze in de regel nog maar heel moeilijk te vangen. Voor een verantwoorde behandeling van conflicten die de inrichting van het kerkelijk leven, de liturgische vormgeving, de functionering van de predikant en van diens prediking in de gemeente en de toepassing van kerkelijke tuchtzaken raken, is nodig dat ambtsdragers beschikken over het vermogen om de dingen die in geding zijn, te beoordelen in het licht van Schrift en belijdenis.
Voorzover het gaat om zaken, waarvoor door de kerken in breder verband onderling afspraken zijn gemaakt, is een goede kennis van de kerkorde onontbeerlijk. Wat voor de uitoefening van het bijzondere ambt in de gemeente van Christus als algemene eis geldt, is in elk geval ook voorwaarde voor het beoordelen van controversiële zaken in de gemeente, namelijk dat men zich gedurig oefent in het verstaan van de Heilige Schrift en in samenhang daarmee in het luisteren naar wat de kerk van vroegere tijden in toelichtende zin over het Woord Gods in haar belijdenissen heeft vastgelegd. Moet niet met spijt worden geconstateerd dat het meedenken en meespreken in moeilijke zaken bij ambtsdragers soms te weinig gedrenkt is in bijbelse wijsheid en daardoor meer gevoelsmatig dan bijbels gefundeerd is? Dat ontneemt aan hun woorden en hun handelen het gezag waarmee zij in naam van Christus aan de gemeente leiding moeten geven.

Het gezag van de bredere vergaderingen
In de kerken is ook wel de term „meerdere" vergaderingen gangbaar geweest en af en toe wordt zij nog gebruikt. Het is een principieel onjuiste term. In het woord „meerdere" ligt een hiërarchische gezagsstructuur besloten, die aan de kerken van de Reformatie vreemd dient te zijn. De kerkenraad van de plaatselijke gemeente wordt geacht de belangrijkste kerkelijke vergadering te zijn. Daar, in de kerken aan de basis dus, voltrekken zich de dingen die tot het wezen van Christus' Kerk in deze wereld behoren. De bredere vergaderingen zijn bedoeld om de totaliteit van een kerkverband te dienen met adviezen en besluiten in zaken van gemeenschappelijkheid, zowel van materieel als van ideëel karakter. Zij doen uitspraken in kwesties van leertucht, onkerkelijk of onchristelijk gedrag en in conflictsituaties, waarvoor vanuit de kerken op het oordeel van een bredere vergadering een beroep wordt gedaan. Maar nooit dan nadat een zaak eerst de tafel van een smallere vergadering is gepasseerd. De breedste vergadering binnen de kerken van protestants-gereformeerde signatuur, de generale synode, doet ook uitspraken, soms nadat of eventueel zonder dat daartoe instructies vanuit de kerken op haar tafel zijn gekomen, in zaken die van zeer principiële aard zijn. Voorbeelden daarvan zijn het gebruik van een bijbelvertaling, het lied in de eredienst, de positie van de vrouw in relatie tot het bijzondere ambt in de kerk en het zoeken van eenheid of samenwerking met kerken, waaraan men zich op grond van Schrift en confessie verwant voelt.
Besluiten van de breedste vergadering van een kerkgemeenschap rond zulke principiële zaken zijn bedoeld een geordend kerkelijk leven te bevorderen, in de wijze van kerk zijn de onderlinge herkenbaarheid te bewaren en invloeden te weren die met de Schrift, de confessie en/of met de tradities van het eigen kerkelijk leven op gespannen voet staan. Het is met name in deze sfeer dat bij velen het gezag van bredere vergaderingen, zeker van de breedste vergadering, discutabel wordt geacht en als een knellend juk wordt gevoeld. Als vandaag het woord synodocratie valt, bedoelt men te zeggen dat principieel weliswaar niet van meerdere vergaderingen mag worden gesproken, maar dat de kerkelijke praktijk er eigenlijk wel aanleiding toe geeft. Met name in kerken met grote geestelijke diversiteit en uiteenlopende gedachten over de wijze van kerk zijn, liturgische vormgeving en wat al niet meer, heeft men er grote moeite mee als in zaken van essentieel belang in de breedste vergadering beslissingen vallen met uitspraken, gebaseerd op de-helft-plus-één, die vervolgens heel de kerk als bindend worden opgelegd.
Met de helft plus één doe je niet zoveel; men is het kritieke punt van nee maar net voorbij. De helft min één is al evenmin overtuigend. Een paar stemmen méér en de loop der dingen zou anders zijn geweest.
Nu is de helft plus één een onontkoombare regel waarmee wij, mensen in een bonte samenleving, op democratische wijze zaken regelen en afspraken maken. Bij wat een nipte meerderheid wil, wordt de grote meerderheid geacht zich neer te leggen, zo goed als bij wat zij niet wil. Op één stem verschil kan een regering blijven zitten of vallen. Met één stem verschil wordt een belangrijke politieke beslissing wel of niet genomen en we weten hoe het op cruciale momenten in de politiek kan gebeuren dat verre zonzoekers en zieken onder de volksvertegenwoordigers naar Den Haag worden gehaald om een „nipte meerderheid" voor of tegen iets te waarborgen.
De helft plus één is wel eens een gegeven genoemd waarin zich op duidelijke en soms heel gevoelige wijze de gebrokenheid van dit aardse leven aftekent. Ook in de kerk ontkomt men daar niet aan. Hoe dikwijls is het in kerkelijke vergaderingen niet voorgekomen dat de loop der dingen een richting koos die voorspelbaar was, eenvoudig omdat de uitslag van een stemming over een zaak of de uitslag van een verkiezing voor bepaalde ambten of functies al bij voorbaat af te lezen viel uit de samenstelling van een vergadering op dat moment?

Machtswoorden
De helft plus één of de helft min één, men kan er ook in de kerk niet omheen. Het werkt, maar op dat kritieke snijpunt hebben mensen en groepen van mensen in de kerk menigmaal teleurstellingen te verwerken gekregen. Hoewel aan het nemen van veel kerkelijke beslissingen, waarbij het zowel om personen als om zaken kan gaan, aanroeping van de Naam des Heren vooraf gaat, wordt dikwijls toch aan de overtuigingskracht en de aanvaardbaarheid van een besluit waarvoor of waartegen de helft plus één zich uitsprak, getwijfeld.
In elk geval bewijst de praktijk van het kerkelijke leven dat in een uitspraak van de helft plus één lang niet altijd hemelse leiding wordt gezien, ook al is daarom in het voorafgaande gebed met ernst gevraagd. En het zal best zo zijn dat soms besluiten worden genomen die - met eerbied gesproken - niet het keurmerk van de Heilige Geest dragen. Bovendien kan niet worden ontkend dat de geschiedenis van de christelijke kerk heel veel voorbeelden kent van kerkelijke prominenten, die met meer machtswoorden dan aan de bijbel ontleende overredingskracht een kerkelijke vergadering onjuiste keuzen lieten doen. Dat kan gebeuren als een kerkelijke vergadering niet is samengesteld uit mensen met voldoende kennis, inzicht, oprechtheid en vroomheid om zich over cruciale zaken in de Kerk van Christus een zelfstandig, onafhankelijk oordeel te vormen. In de kerk staat het groepsdenken, het wantrouwen jegens en de angst voor elkaar aan de zelfstandige oordeelsvorming nogal eens in de weg. Het gebed voor de breedste vergadering van de kerken, voor een evenwichtige bezinning bij het licht van Schrift en belijdenis op essentiële vraagstukken, is dan ook niet overbodig.

Elkaar onderdanig in de vreze des Heren
Het gezag in de kerk heeft ook - en eigenlijk allereerst - te maken met het gezag van de Heilige Geest en het gezag van de prediking.
Hoe hebben wij die Heilige Schrift te lezen en wanneer klinkt in de zondagse prediking werkelijk de stem van God door? Dat is voor veel christenen vandaag een dringende vraag. Hoe is de toepasselijkheid in vragen van geloof en leven, in vragen op politiek, sociaal en ethisch terrein en met hoeveel gezag kan de kerk haar leden bij het zoeken naar antwoorden op deze vragen richting wijzen? Het is niet clichématig bedoeld als deze bijdrage afsluit met het uitspreken van de hoop dat de Heilige Geest de kerk in de toekomst naar Gods belofte in alle waarheid zal leiden en dat de kerken zich voor die leiding in onbevangenheid zullen openstellen. Dan kan dat elkaar onderdanig zijn in de vreze des Heren, waarover Paulus aan de gemeente Efeze schreef, gestalte krijgen.
We vierden enkele dagen geleden de geboorte van het Kind van Bethlehem. Jezus Christus, die ons voor die onderdanigheid tijdens zijn verblijf op aarde heel veel aanwijzingen heeft gegeven. Voor de onderdanigheid in de persoonlijke sfeer en voor de onderdanigheid in de breed kerkelijke sfeer. „...en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart,..." zegt Jezus in Mattheus 11. Zachtmoedigheid komen we als heilzame eigenschap in het onderlinge verkeer binnen de gemeente des Heren in het Nieuwe Testament nog elf keer tegen. Ook in de sfeer van gezagsuitoefening en terechtwijzing. We konden er iets meer van hebben...

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1999

De Wekker | 20 Pagina's

Het gezag in de Kerk en het Kind van Bethlehem (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1999

De Wekker | 20 Pagina's