Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkasiel: Burgerlijke ongehoorzaamheid of diaconale plicht? (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkasiel: Burgerlijke ongehoorzaamheid of diaconale plicht? (I)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding. Het vraagstuk van het kerkasiel is één van die gevoelige thema's op het grensvlak van kerk en staat. Om die reden staat dit vraagstuk dan ook op de agenda van het Deputaatschap voor Contact met de Overheid. Mede gezien de actualiteit van het onderwerp achten Deputaten het gewenst om de gedachtevorming binnen onze kerken hierover te stimuleren. Daartoe is besloten onderstaand artikel - dat ook binnen het Deputaatschap onderwerp van gesprek is - in „De Wekker" te publiceren.

De opbouw van dit artikel is als volgt. Eerst worden enkele algemene opmerkingen gemaakt over het asielbeleid van de overheid. Daarna komt de kerkelijke - of: christelijke - betrokkenheid bij het vreemdelingen- en vluchtelingenvraagstuk aan de orde. Vervolgens wordt meer specifiek ingegaan op de kwestie van het kerkasiel, waarbij getracht zal worden om, op basis van argumenten pro en contra, tot een duiding en een beoordeling te komen.

Asielbeleid
Een grondbeginsel van het Nederlandse vluchtelingenbeleid is dat asielbeleid maatwerk is: of een asielzoeker al dan niet wordt toegelaten tot ons land is afhankelijk van individuele toetsing. Het gaat in laatste instantie altijd om de specifieke omstandigheden van die ene asielzoeker of dat ene gezin. Met andere woorden: toelating van één asielzoeker uit Soedan zegt niets over de kans op toelating van zijn landgenoten. Zorgvuldigheid in deze toetsing is van het grootste belang. Van de beslissing hangt voor de betrokkene(n) geweldig veel af het kan zelfs een zaak van leven of dood zijn.
Tegelijkertijd mag hierin geen legitimatie worden gevonden voor eindeloze procedures; de periode van onzekerheid voor asielzoeker en „omstanders" dient zo kort mogelijk te worden gehouden. Ook wanneer hij hier niet kan blijven, zijn alle betrokkenen meer gediend met snelle duidelijkheid daarover dan met langdurige onzekerheid en valse hoop.
In dit spanningsveld van onzekerheid en zorgvuldigheid ligt een belangrijke bron van het wijdverbreide ongenoegen over het Nederlandse asielbeleid. Bij een negatieve beslissing zal al gauw bij de betrokkenen de overtuiging bestaan dat onvoldoende zorgvuldig naar de specifieke omstandigheden van de asielzoeker is gekeken: „dit is toch een uniek geval!" Maar ook als de procedures lange tijd in beslag nemen, leidt dat maar zelden tot de aanvaarding van een afwijzing van het asielverzoek als een zorgvuldig genomen beslissing.
Een kernprobleem blijft de beoordeling van het vluchtverhaal, met name waar het gaat om de persoonlijke situatie en de individuele veiligheid van de asielzoeker. De betrouwbaarheid van de algemene, maar zeker ook van de individuele ambtsberichten, die onder verantwoordelijkheid van de minister van Buitenlandse Zaken worden opgesteld, staat al geruime tijd ter discussie.

Christelijke en kerkelijke betrokkenheid
Bewogenheid van christenen met asielzoekers valt positief te waarderen. Het is een bijbelse opdracht ons het lot van vluchtelingen en ontheemden aan te trekken. Niettemin kan men soms de indruk krijgen dat er sprake is van een discrepantie tussen de algemene opvatting onder christenen over het asiel- en minderhedenbeleid en de actieve inzet voor die ene asielzoeker (en zijn gezin) die door in de plaatselijke gemeente ter kerke te gaan „een gezicht" heeft gekregen. Barmhartigheid wordt soms selectief beleefd en bewezen....
Een bekend verschijnsel is dat, wanneer men zich in het verband van een kerkgemeenschap geconfronteerd ziet met een asielzoeker, dikwijls een proces van welgemeende, maar soms ook onkritische solidarisering optreedt. Wanneer dan alle bemoeienissen, gesprekken met IND en departement, rechtstreekse correspondentie met de hoogst verantwoordelijken en soms ook persoonlijke interventies van verwante Kamerleden niet tot de gewenste positieve beslissing leiden, resteren vaak teleurstelling, frustratie en onbegrip, niet zelden uitlopend op een zich in bitterheid afwenden van alles wat met bestuur en politiek te maken heeft (handzaam samengevat in het begrip „Den Haag").
Er zijn verschillende manieren waarop de christelijke betrokkenheid (individueel of gezamenlijk) gestalte kan krijgen:
* bidden, heel concreet voor een asielzoeker die op onze weg is geplaatst of meer algemeen voor de situatie in een bepaald land;
* ondersteuning van asielzoekers in afwachting van een beslissing op hun asielverzoek (vrijwilligerswerk in een AZC, opvang en begeleiding in de voorzieningen, opvangen van broeders en zusters in de plaatselijke gemeente);
* signaleren van de gevolgen van het beleid in de praktijk en het daarover informeren van beleidsmakers en volksvertegenwoordiging (houd de christen-politici maar scherp!);
* en ook kerkasiel.....?

Kerkasiel
Het onderwerp „kerkasiel" maakt altijd weer vele emoties los. Verkeerde voorstellingen over de achtergrond, betekenis en juridische status ervan maken de terugkerende debatten erover nogal eens tot herhalingsoefeningen, waarbij de voor- en tegenstanders elkaar niet werkelijk verstaan, laat staan naderen.
Oud-minister Kosto noemde kerkasiel in 1994 „een principieel verwerpelijk fenomeen", omdat het „een zich onttrekken aan het functioneren van de rechtsstaat" zou impliceren. In dit verband wordt nogal eens de term „burgerlijke ongehoorzaamheid" in de mond genomen. Ook het oud-lid van ons Deputaatschap wijlen mr. dr. C.J. Verplanke schreef (Nederlands Dagblad, 27 januari 1996): „De leden der kerken hebben de plicht zich over asielzoekers te ontfermen, maar kerkgebouwen dient men daarbij buiten beschouwing te laten; de kerk mag als kerk geen asielplaats zijn. Als asielaanvragen door de overheid niet worden gehonoreerd, moet men via de kerk geen burgerlijke ongehoorzaamheid plegen."
Gelet op de specifieke en in de literatuur tamelijk uitgekristalliseerde en breed gedragen betekenis van het begrip „burgerlijke ongehoorzaamheid", waarin centraal staat een bewust overtreden van een wettelijk voorschrift en een aanvaarding van de daarop volgende wettelijke sanctie, lijkt mij echter dat deze kwalificatie op het kerkasiel niet van toepassing is. Er wordt immers geen wettelijk voorschrift geschonden.
Een ander wijdverbreid misverstand is dat de overheid niet zou mogen ingrijpen wanneer asiel wordt verleend in een kerkgebouw. Deze gedachte komt voort uit de geschiedenis van de kerk als „vrijplaats" (Numeri 35:9-13, Exodus 21:12-15), waarbij moet worden opgemerkt dat het recht op „niet aanraken" (de letterlijke betekenis van asiel) ook naar bijbelse maatstaf niet onvoorwaardelijk was: er werd onderscheiden tussen te goeder trouw en te kwader trouw. Misschien is de beste duiding van het bijbelse asiel-begrip wel de „adempauze" die aan iemand die op de vlucht was werd gegund. Daarmee ontstaat evenwel nog geen recht, laat staan een onaantastbaarheid.
De geschiedenis van het kerkasiel door de eeuwen heen overziende, kan gesteld worden dat het meer en meer een signaal, een uitdaging is geworden, waarbij niet zozeer de onaantastbaarheid van het kerkgebouw, als wel de eigen morele overtuiging, de gehoorzaamheid aan God, het diaconaat, de humaniteit, het motief is waarop men zich tegenover de overheid beroept. Het kerkasiel is dus geen - informeel - onderdeel van de rechtsorde (dus ook geen „gewoonterecht" of „noodrecht"), maar vooral een poging tot correctie van die rechtsorde: het is uitdrukking van het verweer „er is wel een wet, maar geen gerechtigheid". Het heeft - aldus ook de Raad van Kerken in een verklaring van augustus 1997 - vooral symbolische betekenis.

Namens Deputaten voor Contact met de Overheid,
Mr. A. Rouvoet,
Woerden, december 1998

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1999

De Wekker | 16 Pagina's

Kerkasiel: Burgerlijke ongehoorzaamheid of diaconale plicht? (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1999

De Wekker | 16 Pagina's