Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het ambt (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het ambt (1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vier artikelen. Het kan niet anders of de titel van dit artikel verwijst naar het ambt in de kerk. We kunnen het woord ook in het meervoud gebruiken: de ambten. Toch kies ik voor het enkelvoud in de titel.

De hoofdredacteur vroeg mij enkele artikelen te schrijven over het ambt en wat daarmee samenhangt. Deze artikelen staan los van het boek van professor Graafland. Op 13 januari werd in Gouda zijn boek gepresenteerd: „Gedachten over het ambt". Misschien wordt op een later moment nog wel op dit boek ingegaan. Het is niet mijn taak dat te doen. In vier artikelen (onder telkens een andere titel) wil ik aan het verzoek van de redactie voldoen. Wat is het ambt? Hoe wordt de ambtelijke dienst in en door de gemeente beleefd? Hoe moet een ambtsdrager zijn ambt vervullen? Wat is daarvoor nodig en wat komt daarbij kijken? En ten slotte: Kunnen we ook spreken over de zegen van het ambtelijke werk?
Met dit beknopte programma worden niet alle vragen rondom het ambt besproken. Misschien zal een lezer wel een bepaald facet missen. Toch wil ik trachten in deze vier artikelen een helpende hand te bieden bij het nadenken over het ambt. Liever nog zou ik met deze artikelen het functioneren van de ambten in de kerk willen stimuleren. Dan denk ik zowel aan gemeenteleden als aan ambtsdragers.

In de Bijbel vinden we geen definitie van het ambt
De eerste opmerking is vaker gemaakt. Toch zal ze sommige lezers wat vreemd in de oren klinken. Het Nieuwe Testament geeft nergens een omschrijving van wat een ambt is. In het Oude Testament komen we ambtsdragers tegen; in het bijzonder de priesters, en ook profeten en koningen. Het karakteristieke is dat ze door God tot die taak (welke van de drie ook) bestemd en geroepen zijn. Maar een definitie van het begrip ambt treffen we ook in het Oude Testament niet aan.
In het Nieuwe Testament lezen we van de apostelen die geroepen zijn en uitgezonden worden. We lezen over oudsten, evangelisten, herders en leraars, en slechts op twee plaatsen over diakenen (Filippenzen 1:1; 1 Timotheüs 3:8-13). Dat doet Paulus nadat hij over de opzieners heeft geschreven (1 Timotheüs 3:1-8). Ook in Filippenzen 1:1 komen diakenen samen met de opzieners ter sprake.
In Efeziërs 4:11 schrijft Paulus dat Christus zowel apostelen als profeten, zowel evangelisten als herders en leraars heeft gegeven. In Handelingen 20:28 komen we de Heilige Geest tegen als Degene die de door Paulus ontboden oudsten (vers 17) tot opzieners over de gemeente heeft aangesteld. Over de opzieners spreekt Paulus ook in Titus 1:7-9.
De naam oudsten komen wij in het Nieuwe Testament vaker tegen. Die naam is ook bekend als aanduiding van degenen die onder de joden aanzien en gezag hadden (Handelingen 4:5,8,23 en 6:12; zie ook 22:5, 23:14, 24:1 en 25:15). Deze oudsten hadden onder de joden een bepaalde taak en positie. Het is niet onjuist om in dit verband van een ambt te spreken.
Zo werden er ook in de christelijke gemeente binnen en buiten Jeruzalem oudsten gevonden (Handelingen 14:23). De oudsten komen in de gemeente voor (Handelingen 11:30; 15:2; 21:18). We lezen over de apostelen en de oudsten (Handelingen 15:6 en 22; 16:4).
Uit Titus 1:5 en 7, alsook uit Handelingen 20:17 en 28 blijkt dat de namen opzieners en oudsten gebruikt worden voor dezelfde figuren in de gemeente. Het gaat in beide benamingen om dezelfde mensen.

Enige literatuur
Dit beknopte overzicht van teksten kan de lezer uitvoeriger besproken vinden in het fraaie opstel van prof. dr. J.P. Versteeg, Nieuwtestamentisch profiel van een ouderling, in „Uit liefde tot Christus en Zijn gemeente, een handreiking aan de ouderling" (Kampen 1982). Ik wijs ook graag op de in dit boek opgenomen bijdragen van prof. dr. J. van Genderen „De ouderling als ambtsdrager" en van prof. dr. W. van 't Spijker „De ouderling en zijn werk in het licht van de kerkorde". Daar vindt men breder besproken wat ik hierboven heel kort heb weergegeven.
De conclusie is duidelijk: al vinden we in het Nieuwe Testament geen definitie van wat een ambt is, de taak wordt in elk geval genoemd. Het Nieuwe Testament is geen handboek voor de ouderling of diaken. Ze komen er wel in voor. Met deze soms voor ons besef summiere gegevens moeten we het doen.
Datzelfde geldt van andere onderwerpen. De kinderdoop is evenmin een speciaal onderwerp in het Nieuwe Testament. Toch kunnen we de rechtmatigheid om kinderen te dopen er wel uit afleiden. Ik zou in dit verband zelfs van de (verbonds)plicht willen spreken. Hetzelfde geldt van de naam sacrament, die we voor Doop en Avondmaal gebruiken.

Wat is een ambt?
Wat is dan een ambt? Een taak die Christus aan mensen opdraagt. Zij moeten in Zijn naam ten dienste van de gemeente werkzaam zijn. Beslissend is dat deze taken teruggaan op Christus (Efeziërs 4:11) en op de Heilige Geest (Handelingen 20:28).
Deze taak of functie wordt verricht in het kader van een speciale aanstelling. Het gaat niet maar om een incidentele functie. Neen, het gaat om een officiële taak die in gemeenschappelijkheid (denk aan de gemeenschappelijke oudsten uit 1 Timotheüs 4:14) en in successie wordt waargenomen. Dit ambt is duidelijk onderscheiden van dat van de apostelen.
Blijkens Handelingen 20:28 en 31 hebben de oudsten een taak naar binnen, namelijk de kudde te weiden. Dat weiden wordt verricht naast het toezien op de gemeente. Hiermee is bedoeld het leiding geven. Maar het leiding geven vindt plaats als een vorm van omzien. Dat wil zeggen herderlijke zorg voor de gemeente.
Er is ook een taak naar buiten, namelijk over en voor de kudde te waken, haar tegen gevaren van buitenaf te beschermen.
De oudsten als herders van de gemeente hebben niet maar een administratieve, coördinerende taak - die hebben ze zeker ook -, ze hebben ook een herderlijke taak. Ze behartigen het geestelijk welzijn van de gemeente, naar binnen en naar buiten.

Ouderlingen met een speciale opdracht
Blijkens 1 Timotheüs 5:17 zijn er oudsten die speciaal belast zijn met prediking en het geven van onderricht. Wij zijn gewoon in deze ouderlingen „met een speciale opdracht" de dienaren van het Woord te herkennen, die naast het pastoraat belast zijn met prediking en catechese.
Ik kom nog eens terug op mijn opmerking dat we de instelling van de ambten in het Nieuwe Testament (behalve in Handelingen 14:23) niet tegenkomen. Het zou echter volstrekt onjuist zijn daaruit af te leiden dat we daarom de ambten in het Nieuwe Testament niet tegenkomen. Die zijn er doordat de ambtsdragers er in hun functie zijn.
Dit betekent dat ze aangesteld zijn door Christus en later middellijkerwijs door de gemeente.

Hun gezag en de grens daaraan
Met die opdracht hebben ze niet alleen een taak, maar ook gezag (Lukas 10:16; 2 Korinthiërs 5:20). Zij moeten zich houden aan het betrouwbare woord (Titus 1:9). Zij hebben gezag omdat, maar tegelijk ook voorzover zij zich aan het Woord houden. Hun gezag rust niet in henzelf, maar in de opdracht die ze hebben ontvangen. Die opdracht is bepaald en beperkt door het Woord.
Ik herinner nog aan de prachtige opmerkingen van prof. Versteeg (blz. 22v.) over het stempel van de Heilige Geest, dat het werk van de oudsten en de opzieners moet dragen. In de Heilige Geest ligt de bron, de kracht en de norm van hun werk.

Niet alle teksten besproken
Met bovenstaande gegevens zijn niet alle teksten besproken waarin het gaat over taken binnen de gemeente. Het studie-deputaatschap dat ingesteld is om het werk van vrouwen in de gemeente te stimuleren, zal stellig aan de andere taken aandacht geven.
Onze conclusie uit dit artikel mag zijn dat de zaak en de taak van het ambt als een officiële opdracht van of namens Christus in het Nieuwe Testament voorkomt. Dan gaat het niet over incidentele werkzaamheden van individuele gemeenteleden. Neen, dan gaat het om blijvende taken met een duidelijk omschreven inhoud, die door broeders worden vervuld - in successie. Dat wil zeggen: deze taak houdt met hun terugtreden niet op. Aan het vervullen van deze taak is gezag verbonden. Een gezag dat door Christus wordt verleend. Het moet dienstbaar zijn aan de bewaring, de uitbreiding en de opbouw van Zijn gemeente.
Wat ook onzeker of onduidelijk mag zijn, het bovenstaande biedt een duidelijk patroon voor ambten in de gemeente van Jezus Christus.

W.H. Velema

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1999

De Wekker | 16 Pagina's

Het ambt (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1999

De Wekker | 16 Pagina's