Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In de wereld - niet van de wereld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de wereld - niet van de wereld

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Niet negatief - wel problematisch. Het is een goede calvinistische traditie te zeggen dat een christen wel in de wereld is, maar niet van de wereld. We herkennen daarin iets wezenlijks van het evangelie. De Here Jezus heeft voor de Zijnen gebeden, dat zijn Vader hen niet uit de wereld zou wegnemen, maar dat hij hen zou bewaren voor de boze. (Joh. 17:15) Jezus liet er meteen op volgen: „Zij zijn niet uit de wereld, gelijk Ik niet uit de wereld ben. Heilig hen in uw waarheid; uw woord is de waarheid. Gelijk Gij Mij gezonden hebt in de wereld, heb ook Ik hen gezonden in de wereld; en ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid."

Als deze woorden van de Heiland de stand van zaken van ons leven in de wereld karakteriseren is het buitengewoon positief. Dat mag wel goed tot ons doordringen, want dat bekende adagium van „wel in - niet van" heeft nogal een negatief beeld opgeroepen, en doet dat vaak nog. Dikwijls duidde het weinig anders aan dan het afbakenen van de terreinen waar een christen „nee" tegen zegt. In de ogen van velen buiten de kerk is daarin precies de karakteristiek te vinden van een christen: Dat zijn mensen die „nee" zeggen tegen de dingen die ze niet mogen. Ik wil nu niet opnoemen waar dan aan wordt gedacht, maar een lijstje - of nog liever: een aantal verschillende lijstjes - komt bij de meesten wel in gedachten. De lijstjes kunnen gemakkelijk gesitueerd worden op het terrein van de zondagsbesteding, van ontspanning, kleding, muziek, relaties etc.
Er zit nogal een probleem aan de verschillende lijstjes. Er is immers in de gereformeerde wereld, om ons maar een beetje te beperken, nogal wat verschoven in de tweede helft van deze eeuw. Velen - om niet te zeggen: allen - hebben, als ze een poosje meelopen, die verschuiving in hun eigen leven meegemaakt. Er is niemand, of hij heeft allerlei dingen anders zien worden, niet alleen bij anderen om zich heen, maar ook in zijn eigen levenspatroon. De techniek, de welvaart, het gebruik van de auto, van de telefoon, van de radio, en van de televisie - het heeft nogal wat te weeg gebracht. Het heeft onze houding veranderd. Ook die zich bijvoorbeeld verre gehouden heeft van de televisie moet erkennen evenzo veranderd te zijn. Vanwege juist dat soort verschillen wilde ik die lijstjes maar liever niet aan de orde hebben, en nog om een andere reden niet, waar ik op terug kom. Als we maar (h)erkennen dat het leven van ons allen in deze wereld de invloed van allerlei ontwikkelingen heeft ondergaan.
Ik denk even aan die oude zuster van lang geleden, altijd ijverig ervoor zorgend niet in „de wereld" terecht te komen, die toch een keer overging tot de aanschaf van een radio. Toen een schoonzuster haar wat verbaasd vroeg hoe dat nu toch kon, zei ze: „Maar het is maar een kleintje hoor." We hebben daar toen wel om geglimlacht, maar het gaf iets aan van de problematiek die in de hele gereformeerde wereld herkenbaar is. In feite is de vraag naar de vastheid van de normen levensgroot. Iemand die vandaag fulmineert tegen de grenzen die door anderen worden verlegd, doet zelf dingen die twintig of dertig jaar geleden jaar geleden door zijn ouders of zelfs door hemzelf werden verfoeid.
Ons nee verschuift. Tegen wat al of niet met de fiets, of met de auto, of op de zondag, of wat de mode betreft, wordt gedaan. Het problematische daarvan is er vooral wanneer wij al deze dingen alleen negatief kunnen aangeven. Het beeld van een christen die niet.... En vult u maar in.
Het is de moeite waard ons te verdiepen in de manier waarop Calvijn over het christelijk leven heeft gesproken. Dat was in wezen altijd positief. Een christen is niet iemand die het eerst en alleen „nee" zegt. Hij zegt „ja", en alleen daarom is er een aantal situaties waar hij nee tegen zegt. Wie dat negatief noemt, snapt er niet zo veel van. Wanneer iemand „nee" zegt tegen overspel, omdat hij snapt dat dat onmogelijk past bij de liefde voor en van zijn vrouw, moet hij dan negatief heten?

Geen nee zonder ja
Calvijn heeft heel wat over het christelijke leven gezegd. Voor hem was duidelijk, dat al bij de schepping van de mens het hoogste wat hij in zijn leven genieten mocht, niet stopte bij de heerlijkheden van de schepping die hem omgaf, maar steeds te maken had met de kennis van de Schepper die hem liefhad. De zonde heeft de mens een ongezonde concentratie gegeven op de dingen van de wereld, zodat God wordt vergeten. Van nature zijn we geneigd tot een slaafse liefde voor de wereld. We zoeken bevrediging van onze verlangens op deze aarde, en we komen daar zelf onmogelijk van los. Dat is waarom de Here Jezus bij zijn ontmoeting met de rijke jongeling zei hoe moeilijk het is voor een rijke om het koninkrijk der hemelen binnen te gaan. Anders wordt het alleen wanneer een mens door wedergeboorte verbonden wordt met Christus. Geheiligd worden in de gemeenschap met de Heiland betekent losgemaakt worden van de slavernij van de wereld. Het is een geschenk van Zijn genade, dat de heerschappij van de dingen van de tegenwoordige wereld wordt ingeruild voor de band van het geloof in Christus, voor de kennis van Hem die ons een ander leven doet kennen, en een nieuw uitzicht op het toekomende leven. Het is onmogelijk zwaar voor een mens om zich in eigen kracht los te maken van zijn liefde voor de tegenwoordige wereld die hem zo bij de dingen van de Here God vandaan houdt. Vandaar dat het geheim van een leven als christen in deze wereld niet gelegen is in het volgen van een aantal regels en wettische normen. Wanneer het beeld van een calvinist wordt getekend als een keurslijf van een sobere levensstijl, van hard werken, natuurlijk betrouwbaar en degelijk zijn, maar vooral niet genieten van het goede van het leven, dan klopt daar erg weinig van, omdat het voornaamste ontbreekt. Waarschijnlijk hebben heel wat calvinisten daar wel aanleiding voor gegeven. Want wat is de bron van dit christelijk leven? Het geloof! Het geloof dat ons aardse leven doet wortelen in de hemelse Here, dat ons deel geeft aan het hemelse leven van Christus. Het geloof maakt het een werkelijkheid, dat we op hetzelfde moment dat we in deze wereld leven ook thuis zijn in de hemel. Het gaat in dit alles om de gemeenschap met Christus. In Hem vinden we de bronnen van werkelijk leven. Een calvinistische levenshouding nastreven is dwaasheid in optima forma wanneer die niet deze positieve bron heeft, van de genadige gemeenschap met Christus door de Heilige Geest.
De Here God houdt ons immers niet zijn wetten voor, die inderdaad nogal eens „nee" zeggen, zonder dat Hij de rijkdom van dit evangelie als een geschenk aan ons hart legt.

Geen ja zonder nee
Het lijkt alsof de veranderingen die ik in het begin signaleerde onder gereformeerde christenen er soms toe leiden dat er helemaal geen verschil meer is. Vooral naarmate we delen in de ongekende welvaart van deze tijd lijken ook voor gelovige kerkgangers weinig grenzen meer te bestaan. Voor soberheid is niet veel economische reden meer. Enkele terreinen van de wereld zijn onder ons nooit zo in discussie geweest. Het gebruik van (o.a. alcoholische) genotmiddelen hoort daarbij. Maar bij hoevelen is het problematisch geworden. Het ideaal van het bezitten van zeer luxe meubelen en auto's krijgt ook onder christenen soms iets van de „heilige koe". Exotische en kostbare vakantiereizen lijken soms ook letterlijk op een de wereld „ten einde willen gebruiken". Het zo in de economie en de daarin te maken carrière opgaan dat gezin en geestelijk leven schade leiden is voor niet weinigen realiteit geworden, sluipend gekomen, maar intussen ernstig waarneembaar. En dan heb ik het niet over de terreinen waar (soms) wel over gesproken wordt: het gebruik van „wereldse" muziek, theater en literatuur etc. Maar ik wil ook nu geen lijstjes maken, laat staan daarover discussiëren.
Waar het alles op uitkomt is de eenheid van het leven. Is er in ons leven een zodanig „ja" tegen de Here Christus aanwezig dat het consequenties heeft? Weten we van de liefde van de Heilige Geest in ons hart die ons de werkelijkheid doet kennen van een thuis zijn in de wereld van onze God? En heeft dat dan een uitstraling die voor onszelf en voor anderen herkenbaar is? Ons „ja" zal dan nooit zonder „nee" zijn. Maar het zal herkenbaar zijn als „ja". Niet wettisch, maar evangelisch. Zonder twijfel is dat calvinistisch. Daar is dan nog heel wat bij te bespreken, bijvoorbeeld over de betekenis van de wet van God in het dagelijks leven. En over het mogen genieten van het goede leven met Gods zegeningen!
Waar het mij nu om ging was het nog eens neerzetten van dat oude adagium: wel in - niet van. Niet als een harnas, maar als een gevolg van herkenbare liefde. Die daarom nee kan zeggen met en vrolijk hart.

J.W. Maris

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 augustus 1999

De Wekker | 16 Pagina's

In de wereld - niet van de wereld

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 augustus 1999

De Wekker | 16 Pagina's