Leg uw last in Gods hand
(Ps. 10:14)
De lastpost
Psalm 10 is een psalm waarin een zachtmoedig mens klaagt over de houding van een verlaten/goddeloos mens. De psalmdichter lijdt onder hem.
Wie is die goddeloze? Wel, heel kenmerkend zegt hij van hem dat hij zijn neus in de hoogte steekt (vs. 4). Hij rekent niet met God. En dat blijkt uit zijn hele gedrag. Hij vertrouwt op zijn kracht. Hij zegt in zijn hart: Ik zal niet wankelen (vs. 6).
En is het zo, dat hij mensen tegen komt, die zijn als de psalmdichter, mensen die wèl rekening houden met God en Zijn dienst, hun leven daarop af willen stemmen, dan wordt die goddeloze helemaal een onberekenbaar iemand. Dan zet hij een val op, waar deze mensen argeloos in lopen (vs. 9 en 10). En als hij dat bereikt heeft, bespot hij de hele zaak en zegt: God heeft het vergeten. Hij heeft Zijn aangezicht verborgen. Hij ziet niet in eeuwigheid; kortom: Hij bestaat helemaal niet (vs. 11).
Die goddeloze, zoals die in psalm 10 geschilderd wordt, is de mens die bewust zonder God wil zijn. Immers, hij neemt de naam van God wel in de mond. Hij tart de mensen die wèl om God geven. Hij lokt hen in de val en zegt vervolgens: "Waar is nou jullie God?" Spottend wordt gezegd: "God ziet niet in eeuwigheid." Kortom, hij heeft nooit bestaan; maak jezelf toch niet wat wijs. (vs. 11).
Deze anti-persoon, om zo te zeggen, zou ook opgevat kunnen worden als de anti-goddelijke macht in deze wereld. De satan, die er altijd op uit is om Gods werk af te breken. De satan die daarbij gebruik maakt van mensen; hen inschakelt voor het doel dat hem beheerst. Hen zo maakt en gebruikt, zoals ook in deze psalm naar voren komt. En de psalmdichter, hij die wel gelooft in God, lijdt daar onder.
De lastdrager
We hebben gezien wie die goddeloze is. Maar de psalmist, wie is hij? Welk soort mens wordt met hem bedoeld? Het is te begrijpen dat dit soort mens in de psalm aangeduid wordt als 'ellendige' (vs. 2 en 12) en als 'arme' (vs. 14). Want dat waren ze vaak letterlijk. Velen, die de HEERE trouw bleven, konden zich maatschappelijk niet handhaven. Dat soort mensen trok aan het kortste eind. Als bijvoorbeeld Naboth uit trouw aan het gebod van de HEERE weigert zijn wijngaard aan Achab te verkopen, kost hem dat zijn leven en laat hij zijn vrouw en kinderen als 'ellendigen' en 'armen' achter. Al de getrouwen in Israël, in tijden als van Achab, konden slechts trouw blijven, als ze niet voor de prijs van de armoede op de loop gingen.
Als je dat allemaal bedenkt, dan kun je ook heel goed begrijpen waarom deze mens in vs. 17 een 'zachtmoedige' genoemd wordt. Immers, dan moet je toch wel 'zachtmoedig' zijn wil je dat allemaal accepteren en ondergaan.
Bovendien kun je begrijpen waarom deze mens ook vaak een 'ootmoedige' (vert. NBG van vs. 17) heet. Immers, onder de vreselijke dreiging van de goddeloze was hij ook de ootmoedige. Zijn wil, zijn kracht, zijn moed tot zelfverdediging, is tot een 'ootje', d.w.z. tot een 'nulletje' gereduceerd. Hij is een nul-moedige; een ootmoedige. Hij is tot niets anders in staat dan te wachten op uitkomst van buitenaf, ja van bovenaf en te schreeuwen om hulp. Hij kan het enkel maar in de hand van de HEERE geven.
Hoezeer kan de goddeloze en in hem de satan ook vandaag niet teisteren? Duivelse krachten kunnen ontplooid worden. De goddeloze lokt mensen op allerlei manieren in de val en zegt: God ziet het niet. Waar is Hij? En mensen nemen die gedachten over en zeggen: Bestaat God wel? Waar is Hij in Zijn almacht? De satan fluistert: God heeft het vergeten, Hij heeft Zijn aangezicht verborgen. Hij ziet niet in eeuwigheid; kortom: Hij bestaat niet eens. Anders had Hij toch wel ingegrepen?
En door al deze dingen kunnen gelovigen enorm in vertwijfeling komen. Dan kan een mens zich verwant voelen aan die ellendige, arme, zachtmoedige en ootmoedige van psalm 10.
De Lastenverlichter
Maar wat is het dan verlossend als je komt, waartoe de dichter van psalm 10 ook kwam, nl. dat je al datgene waar je niet mee klaar kunt komen, legt in de hand van de HEERE. Dat je zegt: HEERE, het is voor mij te zwaar, te groot en te moeilijk, maar ik geef het in Uw hand. U weet er nu van. Heerlijk is, dat déze ellendige, die bovendien nog aangeduid wordt met al die andere woorden, in de gunst bij God staat. Dat blijkt uit vers 17. De dichter zegt immers heel overtuigd: "Gij hebt de wens der zachtmoedigen (ootmoedigen) gehoord; Gij zult hun hart sterken." Zij kunnen rekenen op Gods ondersteuning. Er zijn werkelijk een verbluffende hoeveelheid teksten uit de Bijbel op te sommen die dat beamen. Bijv. Ps. 72: 12: "Want Hij zal de nooddruftige redden, die daar roept, en de ellendige, en die geen helper heeft."
Zo in vertrouwen te mogen leven. Zo te mogen zeggen: HEERE, u hebt uit mijn mond gehoord wat mijn wens is. Ik vertrouw op U.
Ds. H.K. Sok, Putten
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 2000
De Wekker | 16 Pagina's