Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met Jezus naar Jeruzalem (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met Jezus naar Jeruzalem (6)

De maaltijd gaat door, maar wie zijn de gasten? (Lucas 14,15-24)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder het eten ...
Op een zaterdag/sabbat is Jezus uitgenodigd voor een maaltijd in het huis van een leidinggevende farizeeër. Zo'n uitnodiging was een grote eer. Toch stinkt het aan tafel. Niet vanwege de lekkernijen, maar vanwege de zucht naar roem en eigen eer die vele genodigden parten speelt. Daar komt bij dat ze wel genieten, maar er aan voorbij zien, dat er slechts een bepaald soort mensen aanwezig is. Jezus geneest een man die last heeft van vochtophopingen. Deze man was niet genodigd en moet na zijn genezing ook direct weer verdwijnen. Zo bekeken komt de zaligspreking (vs. 15) van een tafelgenoot van Jezus wel behoorlijk wrang over, al bedoelde hij waarschijnlijk goed. Met alle mogelijk goede bedoelingen echter zien velen ergens aan voorbij. Ze denken namelijk wel dat ze behoren tot het Koninkrijk van God, maar het kon weleens gebeuren dat er straks heel andere soorten mensen blijken in te gaan in Gods Koninkrijk. Om dat duidelijk te maken vertelt Jezus een indringende geschiedenis.

Een maaltijd
Iemand heeft het plan opgevat om een grote maaltijd aan te houden. Hij nodigt heel wat gasten uit om te komen. Een maaltijd met iemand houden, had voor een Oosterling veel betekenis. Samen eten was een teken van een onderlinge goede verstandhouding. Als je met iemand at, gaf je daarmee iets van je zelf aan die ander. Een gezamenlijke maaltijd was voor de betrokkenen een zaak van vreugde.
Met de genoemde gastheer bedoelt Jezus Zichzelf. Tijdens Zijn reis naar Jeruzalem nodigt Hij door middel van Zijn prediking en wonderen iedereen uit om tot Hem te komen. Hij wil zondaren laten delen in Zijn gemeenschap. Hij wil hen verzadigen met het heil van het Koninkrijk van God. Het komt er op aan die nodiging te beantwoorden met geloof in Christus. Anders loop je het heil mis!
Het was de gewoonte dat je ruim van tevoren alle gasten al vast uitnodigde. Kort van tevoren werd de precieze datum en tijd bekendgemaakt. Zo ook hier. Als de knecht/slaaf voor de tweede keer bij de genodigden komt, blijkt iedereen een excuus te hebben verzonnen. Goed bekeken heeft niemand een steekhoudend argument om niet te komen. Immers, het inspecteren van een nieuwe akker, vond vóór de verkoop plaats. En een juk/span ossen werd uiteraard voorafgaande aan de verkoop goed geïnspecteerd. En een man die pas getrouwd was, hoefde in Israël het eerste jaar eigenlijk niet te werken. Deze laatste biedt trouwens niet eens zijn excuses aan! In werkelijkheid willen deze mensen dus niet komen. Wat een belediging voor de gastheer. Schandalig!
Wie bedoelt Jezus? Hij heeft het oog op velen in Zijn directe omgeving die Hem niet willen erkennen als de van God gezonden Verlosser. Feitelijk zijn alle daarvoor gebruikte argumenten ondeugdelijk en God-onterend.

Gedragen en gedwongen
De gastheer wordt toornig, als hij hoort dat niet één van de genodigden wil komen. Hij geeft zijn knecht opdracht om de straten door te gaan en de bedelaars te brengen. Deze mensen zijn zelf niet in staat te komen. Maar de knecht moet ze dragen. En als daarna blijkt dat de feestzaal nog niet helemaal gevuld is, moet de knecht naar het buitengebied van de stad. Daar huizen de thuis- en daklozen. Hen moet hij dwingen om te komen. Dwingen, omdat ze zich niet voor kunnen stellen dat zij welkom zijn. Ze moeten overtuigd worden.
Wat wil Jezus op deze manier duidelijk maken? Nee, niet dat Hij genoegen neemt met mensen van laag allooi, als blijkt dat de grote heren Hem afwijzen. Hij laat zien, hoe velen die geroepen zijn door Hem, in hoogmoed en ongeloof Hem afwijzen. En bovendien maakt Hij duidelijk wat ze Hem daarmee aandoen! Vooral veel Farizeeën moeten zich daardoor aangesproken weten. Velen uit de scharen op wie zij (onterecht) neerkeken, komen in geloof tot Jezus. En Hij draagt hen. Zijn handen, die straks doorboord zullen worden, zullen hen tot in eeuwigheid dragen. Door de kracht van de Heilige Geest komen ze tot overgave aan Christus. En zó wil Jezus dat mensen tot Hem komen. Voor Hem bestaan er feitelijk geen grote of kleine zondaren. Hij is juist gekomen om zondaren te roepen tot bekering. En dat betekent dat iedereen genodigd wordt!

Een vol huis
Jezus confronteert de Farizeeën, maar ook iedere lezer van dit gedeelte met Zijn hartstochtelijke verlangen om zondaren Thuis te brengen bij de Vader. Welmenend en ernstig nodigt Hij door middel van het evangelie zondaren om tot Hem te komen. Pas als het hele Huis vol is, zal Hij tevreden zijn. Dan zal Hij terugkomen op aarde. Allen die het evangelie hebben geweigerd te aanvaarden in geloof zullen dan buiten staan (verg. Matth. 25,1-13). Die weigering komt hier juist van de kant van hen die het allemaal zo goed weten, de geestelijke elite van het volk. De indringende vraag voor ons die dit lezen in 2001 is: wat doen wij met het evangelie? Buigen we er van harte onder? Geloven we de Heere werkelijk op Zijn woord? Of proberen ook wij met allerlei uitvluchten Zijn woord aan de kant te zetten? Hebben we het zo druk met al onze eigen zaakjes en hebbedingetjes dat we eigenlijk geen tijd hebben voor de Heere en Zijn dienst? De Heere werkt verder Tot op de laatste dag zal Hij Zijn nodiging laten horen. Zijn we Zijn gasten geworden en zullen we het eens zijn bij de grote bruiloft van het Lam?

Vragen:
1. Wat hebben we nodig om te delen in de gemeenschap met Christus die Hij ons belooft?
2. Hoe reageert u op de nodiging die door middel van het evangelie tot ons komt? In wie herkent u zich?
3. Hoe kunnen we als gemeente een herbergzame gemeente zijn, waar we niet alleen naar binnen kijken, maar ook een open blik hebben voor randfiguren en buitenstaanders?
4. Wie Jezus volgt, kan niet leven zonder voortdurend gevoed te worden door Zijn Woord. Toch zijn er velen die op zondag maar één keer naar de kerk gaan. Hoe zou de grote Gastheer daar tegenover staan en wat vindt u ervan ?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 2001

De Wekker | 16 Pagina's

Met Jezus naar Jeruzalem (6)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 2001

De Wekker | 16 Pagina's