Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meer dan 250 predikanten bijeen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meer dan 250 predikanten bijeen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoveel dienaren des Woords had men niet verwacht. Vandaar dat de predikantenconferentie op 7 februari te Apeldoorn op drie locaties moest worden gehouden. Samen begon men in de Barnabaskerk en daar werd ook de plenaire bespreking gehouden. Het initiatief voor deze bijeenkomst kwam van 'Deputaten eenheid' van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) en van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Daarvóór waren er van beide kerkgemeenschappen al gesprekken geweest en rapporten verschenen, waarvan de synoden van beide kerken kennis hebben genomen. Zo kwam er de oproep om de eenheid van deze kerken te zoeken. In dit kader kwamen vanuit de beide kerken zo vele predikanten bijeen op een, wat men noemde, historisch moment.

In de prediking
Je kunt elkaar op papier vinden en het eens worden over wat verwoord wordt over de toe-eigening van het heil en over de kerk, maar hoe 'werkt' deze overeenstemming in de praktijk van het kerkelijk leven. Vooral doet zich de vraag voor, en zo is er op synoden over gesproken, hoe een en ander verwerkt wordt en gestalte krijgt in de prediking.
In Apeldoorn kreeg dit dan ook een sterk accent, alleen al door de inleidingen die gehouden werden door professor Kamphuis uit Kampen en onze hoogleraar in de dogmatische vakken.
Over de inleidende woorden van beiden ontstond in de veertien groepen, die gevormd werden, een levendige gedachtewisseling, die om een vervolg in kleinere kringen vroeg, wil het metterdaad tot een dóórspreken komen van deze belangrijke onderwerpen voor het geheel van het kerkelijk leven. Want in de prediking gebeuren de dingen van het koninkrijk van God.
De vraag is hoe de gemeente wordt 'aangesproken'. Op welke manier functioneert het verbond in de prediking en hoe krijgt de bevinding gestalte in de prediking? Daarbij kan en mag je niet heen om de vragen van de kerk en ten aanzien van de wedergeboorte. Daarover ging het dan ook op deze ontmoetingsdag, waarin vanuit de kerken waartoe wij behoren een kleine negentig predikanten aanwezig waren.

Wedergeboorte
Professor Kamphuis begon met het onderwerp hoe de wedergeboorte in de prediking ter sprake komt. Hij wees erop dat beide kerkgemeenschappen een gemeenschappelijke achtergrond hebben in wat we samen belijden ten aanzien van de wedergeboorte, zowel in de Dordtse Leerregels als in de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Ook verbindt ons een gezamenlijk verzet tegen de leer van de veronderstelde wedergeboorte (van Kuyper). Toch is er een verschillende verwerking waar te nemen. In de vrijgemaakte kerken kwam de nadruk te liggen op het verbond, bij christelijke gereformeerden werd meer benadrukt het onderscheid tussen belofte en vervulling van deze belofte. Zo kwam er bij hen meer nadruk te liggen op de wedergeboorte, zoals Dordt daarover sprak, terwijl de wedergeboorte in ruimere zin meer aandacht kreeg bij vrijgemaakten. In christelijk gereformeerde kring was er het gevaar van de veronderstelde niet-wedergeboorte, in vrijgemaakte kerken van de vastgestelde wedergeboorte. Beiden geloofden de noodzaak van de wedergeboorte, maar hoe krijgt deze radicale vernieuwing plaats in de prediking? Want het is duidelijk dat deze principiële en dagelijkse vernieuwing helemaal gave van God is. Het diepste geheim van het evangelie is: God doet het geheel in het schenken van Zijn heil, dat allesomvattend is.

Het verbond
Het gaat om Gods spreken in en tot de verbondsgemeente, zo vervolgde professor Maris, die erop wees dat God Zich verbindt aan Zijn volk, geheel eenzijdig. Daarom is het ook een verbond der genade en is het eerste kenmerk van de prediking die van de genade. Deze genade is niet vrijblijvend.
In de prediking spreken we van en namens de HEERE, waarop een antwoord moet komen. Gemeenteopbouw is er vanuit wat de HEERE zegt, zoals we in Jeremia 31 lezen. Dan komt het adres van de prediking in zicht, zoals professor Kremer daarop gewezen heeft in 'Priesterlijke prediking', waarbij zowel belofte als eis hun plaats ontvangen en de prediking iets klemmends krijgt, want zonder geloof is er geen vervulling van Gods beloften. Daarom is het waarschuwend element op zijn plaats. We komen onder de klem van Gods Woord, van Hem Zelf Zó moet het verbond in de prediking functioneren, omdat het gaat om Gods welbehagen en je daarover niet kunt en mag zwijgen. Wanneer we beseffen dat Abrahams kinderen ook Adamskinderen zijn, zien we dat zonder persoonlijk geloof Gods beloften niet worden vervuld. Verwezen wordt daarbij naar o.a. 1 Korinthiërs 10. Een verbondskind kan verloren gaan. De prediking is daarom én heerlijk én vreselijk tegelijk.
Hoe belangrijk is daarom het werk van de Heilige Geest, Die het geloof werkt in verbondskinderen.

Bevinding
Klachten van jongeren zijn dat preken over de hoofden heengaan, zo zette professor Kamphuis in. De vraag is of dominees zelf wel geloven, want hoe kun je spreken over wat God in het leven van mensen doet, wanneer je dit zelf niet verstaat? Wanneer we zelf geloof en bevinding missen, komen we niet verder Het gaat toch om de beleving van de liefde, zoals daarover geschreven wordt in 1 Korinthiërs 1.3. Het gaat om geloof en ervaring van dit geloof Dat kunnen we zelf niet bewerken, want het is alleen maar genade. Vandaar dat veel gebed nodig is voor dienaren des Woords om zó te preken.
In het verleden was er in vrijgemaakte kring een diepe afkeer van subjectivisme, te verklaren uit verzet tegen een verkeerde opvatting over verbond en doop, zoals er vandaag een groot gevaar is van subjectivisme. Maar het gevaar van objectivisme is er niet minder. Dan kunnen we wel spreken over wat God buiten ons en voor ons doet, maar waar blijft dan Zijn werk in ons?
De Schrift wijst er toch op jezelf op de proef te stellen, 2 Korinthiërs 13. En spreken de Dordtse Leerregels niet over de vruchten van het geloof in 1,12? Mede door de publicatie van prof. Trimp "Klank en weerklank" hebben meer vrijgemaakten oog gekregen voor tekorten aan hun kant en is er meer ontvankelijkheid voor bevinding gegroeid, terwijl het eerder als verdacht voorkwam. Samensprekingen met christelijke gereformeerden hebben in dit opzicht verrijkend gewerkt. Bij hen was er meer de doorgaande lijn van de Nader reformatie en van de Afscheiding, waardoor men er van overtuigd was: er moet wat met de mens gebeuren. Het gaat om hart en leven en daarom kwam het zelfonderzoek aan de orde. In de prediking werd leiding gegeven aan Gods weg met mensen. Ook moet gezegd dat er een ongezonde bevindelijkheid is, waarbij de mens op zichzelf wordt teruggeworpen. Het heil ligt buiten ons (vast). Samen belijden we het een en ander over bevinding, wanneer we letten op wat in de Dordtse Leerregels 1,8,12,16 en V,10 uitdrukkelijk verwoord wordt. We moeten vasthouden aan de rijkdom in onze belijdenis.

De kerk
Hoe komt in de prediking de kerk ter sprake, vroeg onze hoogleraar dogmatiek. We hebben er op te letten welke grote plaats de kerk heeft in het Woord van God, waarbij er een doorgaande lijn is van het Oude naar het Nieuwe Testament. De gemeente is bruid des Heeren, terwijl de persoonlijke toespitsing, met name in de brieven, niet ontbreekt. Al zijn we lid van Góds gemeente, we zullen persoonlijk moeten delen in het heil. Jezus bad voor de Zijnen. Tegelijk lezen we van het volk dat Hij Zich verworven heeft. De kerk is van belang vanwege Christus en Zijn heil.
In de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) heeft de kerk een zeer centrale plaats ingenomen. Men staat in de traditie van Schilder en van de Doleantie en heeft extra aandacht besteed aan de art. 27-29 van de NGB. In de Chr. Geref Kerken stond men sterk onder invloed van de Afscheiding en gaf men veel aandacht aan de gemeente die zalig wordt, zoals de HC daarover spreekt. Het kan in de kerk niet zonder de persoonlijke toespitsing. De ware kerk én de ware gelovigen kun je niet van elkaar scheiden. In art. 35 van de NGB gaat het over de wedergeborenen en ook art. 37 spreekt over het persoonlijk delen in het heil. Er is geen dilemma tussen kerkelijk en persoonlijk leven. De taal van de kerk is de taal van het hart. Daarom is onderscheidenlijke prediking zo van belang.

Bespreking
Het is niet mogelijk een indruk te geven van de bespreking in veertien groepen. Wellicht kan op onderdelen nog nader worden teruggekomen. Ik beperk me daarom nu tot de vijf vragen, die in een gezamenlijke bespreking ten slotte aan de orde werden gesteld:
Wil professor Kamphuis iets meer zeggen over zijn positieve waardering van de Nadere reformatie? Hoe is deze tot stand gekomen? Hij getuigt van een goede erfenis.
Hoe komt het dat er verschil is onder christelijke gereformeerden over de wedergeboorte? We moeten de hand in eigen boezem steken, zegt prof Maris. De (nood)zaak van de wedergeboorte moet in de prediking aan de orde komen, ook al gebruik je niet steeds dit woord. Je moet de Heere
kennen, ook binnen het verbond.
Klinkt de waarschuwing om verloren te gaan wel voldoende door in vrijgemaakte prediking? Als tegenvraag kan deze ook gesteld worden aan christelijke gereformeerden. De catechismusprediking moet doorklinken, zo kan verschil in uitwerking worden tegengegaan en komen zowel de wedergeboorte in engere als in ruimere zin aan de orde.
Is er niet het gevaar van lijdelijkheid, wanneer je zegt dat de Heere het moet doen? In het kader van het verbond past de vraag: kent u de Heere wel? Prediking is bediening van het evangelie, waarbij gezegd kan en moet worden: u hebt het recht niet om in Gods gemeente één dag onbekeerd te zijn. In Johannes 3 blijkt Jezus Zelf een appel op Nikodemus te doen: je moet wedergeboren worden. Meteen spreekt Hij over het geloven in Hem. Zo zijn gebed en appél geen tegenstellingen.
We zien terug op een opbouwend en verrijkend samenkomen.

Van Amstel

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 2001

De Wekker | 16 Pagina's

Meer dan 250 predikanten bijeen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 2001

De Wekker | 16 Pagina's