Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zegenen in de Bijbel en vandaag: het Oude Testament (Zegenen 1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zegenen in de Bijbel en vandaag: het Oude Testament (Zegenen 1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mogen wij elkaar zegenen? Die vraag was de aanleiding om eens wat meer studie te maken van de manier waarop de Bijbel spreekt over de zegen van God. De vraag of wij elkaar mogen zegenen is te begrijpen. Wie door Gods genade leeft onder de zegen van God gunt die ook aan een ander. Dat zal je levenshouding bepalen. Betekent dat nu ook, dat we een ander ook metterdaad de zegen of een zegen mogen opleggen?

Er is bij velen vandaag een groot verlangen om het geloof op een diepere manier te beleven. Als ik me niet vergis, kan de genoemde vraag uit dat verlangen opkomen. Hoe kunnen we op een nieuwe manier zichtbaar maken wat we een ander gunnen? Hoe kunnen we de kracht van de HERE directer beleven? Is er in onze kerkelijke traditie wel voldoende aandacht geweest voor een bijbelse manier van zegenen? Liggen hier wellicht mogelijkheden om beter in te gaan op de behoefte die we in onze tijd waarnemen om meer te kunnen delen van de beleving van ons geloof; om zo zelf meer van de zegen van de Here te ervaren en om ook voor anderen meer tot zegen te kunnen zijn?
Om deze vragen te beantwoorden zal eerst de Bijbel open moeten gaan. In dit artikel wil ik met u luisteren naar wat er in het Oude Testament staat over de zegen van God.
Het Hebreeuwse woord voor 'zegenen' komt in het Oude Testament meer dan vierhonderd keer voor en kan verschillende betekenissen hebben. Het hangt mede van de context af, wat er precies mee bedoeld wordt.

Zegen als profetie op het sterfbed
In Genesis 27 is te lezen, dat Isaak zijn zonen zegent voordat hij gaat sterven. Dat is een uniek recht, dat hij slechts één keer aan zijn zoon kan geven. Het is bekend dat Jacob zijn vader bedriegt. Hij steelt de eerste zegen, zodat Isaak de grote zegen niet meer aan zijn oudste zoon Esau kan geven. Daaruit blijkt, dat de zegen van Genesis 27:28, 29 gezien moet worden als een soort profetie. Het is een uniek recht dat Isaak heeft om dit over zijn zoon uit te spreken. In feite gaat het om het toekennen van het eerstgeboorterecht.
Ook Jacob mag op zijn sterfbed zijn kinderen later op deze manier zegenen (Gen. 48 en 49). Deze unieke vorm van de zegen als profetie hangt zeker samen met de unieke plaats die de aartsvaders hebben in Gods heilsplan.

God beschikt over zijn zegen
Alleen God zelf geeft zijn zegen. Nergens is de zegen een onpersoonlijke kracht, waar mensen over kunnen beschikken. Dat betekent dat de zegen in de Bijbel niet een soort van 'levenskracht' is die op magische wijze kan worden overgedragen. Altijd wordt de zegen in de gemeenschapsband met de Here ontvangen.
Uit Genesis 32:22-32 blijkt, dat het niet vanzelfsprekend is dat Gods volk onder de zegen van de Here mag leven. De worsteling van Jacob met God zelf voordat hij het beloofde land opnieuw binnenkomt geeft daar iets van aan: 'ik laat U niet gaan, tenzij Gij mij zegent' (Gen. 32:26). Deze geschiedenis laat zien dat het alleen door Gods genade is, dat een mens zijn zegen ontvangen mag.
Als de zegen door mensen wordt uitgesproken, heeft die dan ook altijd de vorm van een gebed. Zo bidt Isaak bijvoorbeeld in Genesis 28:3 "God, de Almachtige zegene u, Hij make u vruchtbaar..." Wat eerst als een unieke zegen-profetie werd uitgesproken (in Gen. 27, zoals we net zagen) wordt nu door Isaak als een gebed om Gods zegen aan zijn zoon meegegeven. Dat gebed om de zegen kan dus teruggrijpen op Gods belofte van zijn zegen.
Dat is heel typerend voor de zegen van God in het Oude Testament. Wanneer de zegen van God wordt uitgesproken, wordt daarmee steeds terugverwezen naar een belofte, die de Here aan zijn volk heeft gegeven. Er wordt gepleit op wat de Here zelf heeft gezegd. Zo staat de zegen in het Oude Testament in het kader van Gods verbond. De zegen kan teruggrijpen op de belangrijkste belofte van God voor Abraham en zijn nageslacht: 'Ik zal met u zijn' (Gen. 17:7-8; 26:3 enz.)
Het feit dat God op die manier zijn volk als geheel zegent, neemt niet weg dat er ook op een persoonlijke manier over de zegen van God gesproken kan worden. Wie niet op God vertrouwt zal de zegen van de Here ook niet ontvangen. Maar 'gezegend is de man die op de HERE vertrouwt, wiens betrouwen de HERE is (Jer. 17:5-8, vgl. Ps. 24:4,5).

De zegen door ambtsdragers
Een bijzondere manier waarop de zegen wordt uitgesproken is de zegen in de eredienst. In Numeri 6: 22-27 beveelt de HERE aan Mozes, dat de priesters het volk zullen zegenen.
Alleen al uit de vorm in het Hebreeuws blijkt dat deze woorden uniek zijn: drie keer de naam van de HERE en twaalf woorden daarbij. Zo krijgt iedere stam a.h.w. een eigen woord van de HERE; niemand wordt overgeslagen. Elke zin van de priesterlijke zegen bevat twee woorden meer: de zegen is bedoeld om uit te waaieren.
Deze woorden werden uitgesproken vanaf de rand van het altaar, na de offerdienst. Op deze manier wordt symbolisch zichtbaar wat de zegen zegt. Naar de mensen toe is het een verzekering van de belofte van de HERE dat Hij de offers wil aannemen tot een volkomen verzoening. Zo wordt de vrede met God bevestigd. Tegelijk wordt juist in de woorden van de zegen naar God toe ook gepleit op de belofte, dat de HERE zijn genadig aangezicht naar zijn volk wil wenden. Uit Leviticus 9:22 blijkt dat Aaron zijn handen hierbij opheft. Later mochten naast Aaron en zijn zonen ook de Levieten het volk zegenen (Deut. 10:8; 21:5).
In een afgeleide vorm kon men elkaar ook de zegen toewensen, die van de tempel uitgaat: 'de HERE zegene u uit Sion' (Ps. 128:5). De kracht van die zegenbede is ontleend aan de belofte die God gegeven heeft bij de priesterlijke zegen, die "vanuit Sion" op het volk gelegd mocht worden. Maar de priesterzegen uit Numeri 6 zelf mocht niet worden uitgesproken door hen die geen priester waren.

Zegen als groet
In het vorige gedeelte bleek al dat het woord "zegen" op verschillende manieren kan worden ingevuld. Er kan de zegenspreuk mee bedoeld worden, die alleen de priesters mochten uitspreken. Vervolgens kan er ook de zegenwens mee bedoeld worden, die men elkaar toewenst, bijvoorbeeld bij de pelgrimstocht naar Jeruzalem.
Het woord "zegenen" kan vervolgens ook in nog verder afgezwakte betekenis worden gebruikt voor iedere groet tussen mensen. Uit Ruth 2:4 blijkt dat men elkaar rustig kon begroeten met de woorden "de HERE zegene u". Over de diepere lading van dat woord "zegen" zal men niet altijd hebben nagedacht, net als in het Duits "Grüssgott" en "à Dieu" in het Frans. Lang niet altijd heeft "zegenen" of "een zegen schenken" dus zo'n diepe betekenis. Voor de volledigheid zij vermeld, dat het woord zegenen zelfs in een nog verder afgeleide betekenis gebruikt kan worden. Dan betekent het "vaarwel zeggen" en kan het zelfs een negatieve klank krijgen (bijv. in 1 Kon. 21:10, 13 en in Job 1:11; 2:5).

God wordt gezegend
Het is niet alleen zo dat wij als mensen een zegen van God mogen ontvangen. Mensen kunnen God ook "zegenen". In feite betekent dat een erkennen van de zegenende hand van God. Door middel van dit "zegenen" wordt God verheerlijkt. Zo wordt een stukje van de glorie van zijn werken als het ware aan Hem teruggegeven (bijv. Gen. 24:48; Deut. 8:10; Ps. 68:27, waar hetzelfde woord dan ook wel vertaald wordt als "prijzen").
De beide betekenissen van het woord staan naast elkaar in 1 Koningen 8:14-15. Salomo zegent het volk met de woorden: 'Gezegend zij de HERE, de God van Israël, die met zijn hand volbracht heeft, hetgeen Hij met zijn mond ... tot mijn vader David gesproken had...' Voor het besef van de Bijbelschrijver is de zegen die Salomo over het volk uitspreekt precies dat gebed, dat volgt. Wat wij misschien als twee betekenissen kunnen ervaren, is voor de gelovige Israëliet precies hetzelfde. Hij heeft er maar één woord voor!

Conclusie
Uit het gebruik van het woord zegenen in het Oude Testament is op te maken, dat het een heel breed spectrum van betekenissen heeft. Het is van groot belang de context bij de uitleg van een tekst te betrekken, om precies te begrijpen wat er met zegenen wordt bedoeld.
Er is een zegenwoord, dat alleen door priesters kan worden uitgesproken. Dat is de meest inhoudvolle betekenis van de zegen. Zelfs van die zegen blijft echter gelden, dat die niet automatisch in werking treedt, wanneer deze wordt uitgesproken. God heeft er bij gezegd, dat wanneer met deze woorden zijn naam op zijn volk zal worden gelegd, Hij hen zal zegenen. Daar mag dus met recht om gebeden worden. Maar Gods zegen wordt nooit beschikbaar voor mensenhanden. De zegen blijft de vorm houden van een gebed.
In dat gebed wordt God ook geprezen voor zijn zegen. Daarom kan in iets bredere zin dat lofprijzen zelf als een zegen worden beleefd. Zo wordt God gezegend.
In meer afgezwakte betekenis kunnen mensen ook elkaar gaan zegenen. Dat kan in verband staan met de zegen die in de tempel namens God wordt uitgesproken. Dan bidt men elkaar toe dat die zegen, die God beloofd heeft op grond van de door Hem gegeven offerdienst, ook metterdaad het deel mag zijn voor allen die op die eredienst van God gericht zijn.
In nog verder afgezwakte vorm kan de zegen worden uitgesproken in het dagelijks leven. Dan is het niet meer een opdracht van God waaraan God zijn belofte heeft verbonden, maar een groet, waarin op een algemene manier de ander een goede dag wordt toegewenst.

M.C. Mulder

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 2001

De Wekker | 16 Pagina's

Zegenen in de Bijbel en vandaag: het Oude Testament (Zegenen 1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 2001

De Wekker | 16 Pagina's