Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zegenen in de Bijbel en vandaag: het Nieuwe Testament (Zegenen 2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zegenen in de Bijbel en vandaag: het Nieuwe Testament (Zegenen 2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mogen we elkaar zegenen? Die vraag was de aanleiding meer studie te maken van de manier waarop de Bijbel spreekt over de zegen van God. In een vorig artikel over de zegen in het Oude Testament bleek dat er op heel verschillende manieren over de zegen gesproken kan worden. Het meest kernachtig is de zegen die alleen de priesters mochten uitspreken. Daarnaast waren er andere vormen van 'zegenen', waarbij men ook elkaar de zegen van God kon toebidden.

Het Jodendom
Voordat we naar het Nieuwe Testament gaan luisteren, volgt er een korte blik op de manier waarop er in het Jodendom gesproken wordt over de zegen.
In de eerste plaats blijkt dat hier altijd het besef is gebleven, dat de woorden van de priesterlijke zegen uit Numeri 6 een bijzondere plaats hebben in het volk van God. God heeft deze woorden gegeven en er zijn belofte aan verbonden. Alleen afstammelingen van Aaron en Levieten mochten deze zegen uitspreken, en dan nog strikt gebonden aan een heel aantal voorwaarden. De vorm bleef altijd die van een gebed: niet 'wij zegenen u in de naam van God', maar 'God zegene u'.
Daarnaast is er ook een ontwikkeling in het jodendom, waarbij mensen elkaar op een veel algemenere manier kunnen zegenen. Een voorbeeld daarvan is te vinden in het Nieuwe Testament, als mensen met hun kinderen naar Jezus toekomen, opdat Hij hen zal zegenen. Kennelijk sluit dat aan bij een bepaalde gewoonte in die tijd. Inderdaad zijn er zegenspreuken te vinden van rabbijnen voor hun leerlingen, b.v. 'moge het Gods wil zijn, dat de vreze des Heren op u zij'. Ook ouders zelf kunnen hun kinderen zegenen, b.v. op sabbatavond met de woorden 'God make u als Efraïm en Manasse' (vgl. Gen. 48:20). Dergelijke zegenspreuken hebben alle dezelfde opbouw; in feite zijn het persoonlijk toegesproken gebeden tot God.

God wordt gezegend
Een derde ontwikkeling binnen het Jodendom is het zegenen als lofprijzing van God zelf. Uiteindelijk krijgen bijna al de gebeden de vorm van een zegenspreuk, bijvoorbeeld voor en na een maaltijd. Er is een regel dat iemand die iets eet zonder voorafgaande zegenspreuk een overtreding begaat. Op deze manier wordt beleefd, dat alles wat het leven voedt uit Gods handen ontvangen wordt. Bij het begin van de maaltijd wordt gebeden: 'Gezegend zijt Gij, HERE, onze God, Koning van deze wereld, die de vrucht van de aardbodem gegeven heeft'. Aan het eind wordt God gezamenlijk gezegend als lofprijzing voor het eten.
Hier komt ons gebruik vandaan om voor en na het eten te bidden. Wij bidden om een zegen voor het eten. In feite is dat niet helemaal in overeenstemming met de oorspronkelijke bedoeling van die zegenbede. Wanneer Jezus voor het breken van het brood de zegen uitspreekt, bidt Hij niet om een zegen over het brood, maar zegent Hij de HERE voor het brood dat uit zijn hand wordt ontvangen en dat op die manier als zegen van God beleefd wordt (bijv. Matth. 14:19; 26:26).
In het Nieuwe Testament wordt God op dezelfde manier "gezegend" als in het Jodendom. Zo slaat bijvoorbeeld van Zacharias: 'Hij zegende God' (Luc. 1:64). Korte lofprijzingen hebben de vorm van zegenbeden: 'Gezegend zij de Here, de God van Israël...' (Luc. 1:68; vgl. Ef. 1:3 en 1 Petr. 1:3).

Zegen van bijzondere personen in de heilsgeschiedenis
Het Griekse woord voor "zegenen" komt vaak voor in het Nieuwe Testament. Het blijkt dat Gods openbaring in het Oude Testament de gedachten rondom de zegen in het Nieuwe Testament sterk hebben gevormd. Net als in het Oude Testament is er een zegen die heel specifiek voor een persoon geldt, vanwege de unieke plaats die iemand heeft in de heilsgeschiedenis. Zo kan terugverwezen worden naar de zegen die de aartsvaders kregen of gaven (bijv. Hebr. 6:14, 11:20 e.v.). Zo wordt nu ook Maria, de moeder des Heren, op een bijzondere manier gezegend genoemd (Luc. 1:28, 42).
Het meest gezegend wordt de Messias zelf. 'Gezegend Hij die komt in de naam des Heren' wordt Hem toe gezongen als Hij Jeruzalem inrijdt (Matth. 21:9 en par.) Deze Messiaanse zegengroet drukt uit, dat Jezus de langverwachte, unieke Verlosser is. Op deze manier kunnen anderen niet "gezegend" genoemd worden.

Jezus zegent
Een paar keer is te lezen, dat Jezus zelf direct mensen zegent. Zo zegent Hij de kinderen die tot Hem worden gebracht in Marcus 10:16. Dit sluit aan bij het gebruik in die tijd om - met name op de avond van Grote Verzoendag - naar een schriftgeleerde-rabbi toe te gaan om zijn kinderen te laten zegenen. Na de vergeving en de verzoening moet het leven verder geleid worden door God. De ouders die met hun kinderen naar Jezus komen, erkennen dat ze de zegen van God verwachten door Jezus Christus.
Geweldig bemoedigend is het te lezen, dat Jezus ook zijn discipelen zegent. Dat doet Hij op het moment dat Hij naar de hemel gaat. Met zijn zegenende handen uitgespreid over zijn discipelen vaart Hij naar de hemel. De discipelen krijgen te horen dat Hij op dezelfde wijze zal terugkomen. Dat betekent dat zijn zegenende handen over zijn discipelen uitgespreid blijven in de loop der eeuwen (Luc. 24: 50, 51). Zo is Hij met hen, al de dagen, tot aan de voleinding der wereld,
Jezus' hele werk kan dan ook wel worden samengevat met het woord "zegen" (bijv. Hand. 3:26). Deze zegen die door Christus naar mensenharten toekomt, is in feite de vervulling van de zegen die aan Abraham al beloofd was. In Genesis 12 wordt al verwacht, dat eenmaal alle volkeren gezegend zullen worden op dezelfde manier als Abraham. Dat wil zeggen dat alle volkeren kunnen delen in die belofte van God: 'Ik wil uw God zijn' (vgl. Gen. 18:18; 22:18). Die verwachting is door de komst van Christus vervuld op het Pinksterfeest (Hand. 3:25; Gal. 3:8 e.v., 14; Hebr. 6:14). Dit is dan nu wel een "geestelijke zegen" (Ef 1:3). Deze zegen wordt door de Geest in de harten bewerkt.
In al deze teksten is de zegen op een unieke manier met het werk van Christus verbonden. De zegen houdt in dat God met hen wil zijn, die door het geloof verbonden worden met Christus. Door Hem is er genade, liefde en vrede van God (2 Kor. 13:13).

Wie gezegend is zal zegenen
Wie op deze manier de zegen van God ontvangt, zal ook de zegen van God willen verspreiden. In het Nieuwe Testament worden gelovigen dan ook opgeroepen om te zegenen. Het is opmerkelijk dat het daarbij steeds gaat om een houding die moet worden ingenomen als er tegenwerking komt. Het is een natuurlijke reactie van een mens om bij enorme tegenslagen te vloeken en om met name hen die je kwaad doen te vervloeken. In het Jodendom zijn er bekende vloekformules die bestemd zijn voor mensen die je kwaad berokkenen. Men ging ervan uit, dat zo'n vloek een bepaalde magische werking kon hebben.
Jezus wijst zijn discipelen een andere weg om het kwade te overwinnen: 'Zegent wie u vervloeken; bidt voor wie u smadelijk behandelen' (Luc. 6:28). De paralleltekst uit Mattheüs 5:44 laat zien dat het Jezus om de houding van het hart te doen is: 'Hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen.'
Datzelfde wordt door de apostelen aan de gemeenten voorgehouden. Romeinen 12:14: 'Zegent wie u vervolgen, zegent en vervloekt niet' (vgl. 1 Kor. 4:12-13; 1 Petr. 3:9). Die houding is alleen te leren door dicht bij de Here Jezus te blijven, die zelf het goede voorbeeld gaf (1 Petr. 2:23). Het gaat er om, dat je hem die je kwaad doet niet naar zijn kwaad te vergeldt, maar de genade, de vergeving, de liefde en de vrede van God gunt en daar ook om bidt. Uiteindelijk ligt het uitdelen van de zegen zelf niet in mensenhanden. Zelfs niet in de handen van Christus, toen Hij voor zijn vervolgers bad. Alleen de HERE God zelf beschikt zijn zegen.
Het doel van dit zegenen is dat mensen de betekenis van de zegen gaan zien en zo ook naar de Here worden toegetrokken, om zelf die zegen bij Hem te zoeken.

Ander gebruik van de zegen
Heel concreet kan de vrucht van de zegen van God tot uitdrukking komen in een financiële ondersteuning van broeders en zusters in nood. Zo'n geschenk kan ook kortweg "zegen" worden genoemd (bijv. in 2 Kor. 9:5 e.v., waar de Statenvertaling terecht het woord "zegen" en "zegening" gebruikt; de NBG-vertaling heeft "gift"). We worden ook gewaarschuwd dat niet alles wat als een zegen klinkt ook een zegen is. In Romeinen 16:18 spreekt Paulus over mensen die met vrome taal de gemeente misleiden. Die misleidende "vrome taal" heet daar ook "zegenen" (SV: "prijzen"). Het blijft opletten!
In Openbaring 7:12 blijkt dat de laatste zegen voor God is: Amen, de zegen zij onze God tot in alle eeuwigheden!

Conclusie
Het woord voor "zegenen" wordt in het Nieuwe Testament dus allereerst regelmatig gebruikt voor de lofprijzing van God.
Wanneer het om het zegenen van mensen gaat, kan het woord "gezegend" de unieke plaats benadrukken, die iemand (m.n. de Here Jezus zelf) heeft gekregen in het heilsplan van God. "Zegenen" kan ook veel algemener gebruikt worden. Dan gaat het met name om een christelijke levenshouding en het gebed dat daarmee gepaard gaat.
In het algemeen kan gesteld worden, dat de zegen steeds verwijst naar het werk van Christus. Waar mensen door het geloof met Christus verbonden worden, zullen ze de kracht en de betekenis van de zegen ervaren. Kortweg kan de inhoud van die zegen - net als in het Oude Testament - worden samengevat met de woorden van God: 'Ik wil uw God zijn'. In die woorden ontmoeten we zijn genade, zijn liefde en zijn vrede, ja Hem zelf.

M.C. Mulder

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juni 2001

De Wekker | 16 Pagina's

Zegenen in de Bijbel en vandaag: het Nieuwe Testament (Zegenen 2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juni 2001

De Wekker | 16 Pagina's