Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het licht zien

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het licht zien

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

"En toen ik mij omkeerde zag ik zeven gouden kandelaren" Openb. 1:12b

We moeten even naar het Oude Testament om te zien wat daarmee gezegd wil zijn. Daar komen we de kandelaar tegen in tabernakel en tempel. De zevenarmige kandelaar in de tabernakel, in het Heilige. In de eerste tempel, de tempel van Salomo vinden we tien enkelvoudige kandelaars in het Heilige, en in de tweede tempel stond weer een zevenarmige kandelaar. Die kandelaren mochten niet uitgaan. In 2 Kron. 29 zien we hoe erg dat is. Daar lezen we dat mensen de lampen hebben gedoofd, en dan staat er: "zodat de toorn des HEREN op Juda en Jeruzalem rustte."

Gods aanwezigheid
Want die kandelaren symboliseren iets. Wat symboliseren zij? Daar zitten verschillende dingen in, maar heel belangrijk is dat de brandende lamp de aanwezigheid van de HERE God symboliseert. Als Abraham een verbond sluit met God, ziet Abraham opeens een brandende fakkel; teken van Gods aanwezigheid.
We kunnen ook denken aan de woorden uit de Schriften: God is licht. Denk aan Mozes en de braambos die brandt. Het vuur in die braamstruik staat voor de aanwezigheid Gods. We lezen in Ps. 27:1: De HERE is mijn licht.

Als de mens in de Bijbel Gods aanwezigheid en presentie ontvangt en ervaart, met alles wat dat in zich heeft, Zijn goedheid, Zijn genade, Zijn liefde, Zijn zorg, Zijn trouw spreekt hij van Gods lamp, Gods licht. Vandaar dat Jezus zegt, en Hij zegt dat als de Zoon van God: "Ik ben het licht der wereld."

De gemeente
De gemeente als een kandelaar vol licht: dat wil allereerst zeggen: de HERE God is daar aanwezig. Wat Lied 323 zingt:
God is tegenwoordig
God is in ons midden,
laat ons diep in 't stof aanbidden.

Waar is God? vragen mensen buiten de kerk. En we kunnen die vraag begrijpen: waarin deze soms verschrikkelijke wereld merken ze iets van God? O ja, ze horen vaak genoeg een naam, op alle mogelijke manieren, Heere en Heer en God en Jezus, maar waar merken ze echt iets van Hem? Waar is God vragen onze jongeren? O ja, ze horen vaak genoeg iets over Hem, een heleboel zelfs, maar waar merken ze echt iets van Hem?
En we moeten dan kunnen zeggen: in de kerk, in de gemeente. Die is als het goed is een brandende kandelaar. Daar is het licht, als je daar geweest bent moet je kunnen zeggen: ik heb het licht gezien. Want: Daar woont God zelf, daar wordt zijn heil verkregen en 't leven tot in eeuwigheid.

Daar merk je iets van God in Zijn heiligheid, in Zijn gerechtigheid, in Zijn genade, in Zijn liefde, in Zijn trouw, in Zijn barmhartigheid. Daar merk je iets van God, de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Daar gloeit iets, vonkt iets, brandt iets.

Licht in het donker van een wereld die zoekt en tast en dwaalt en verdwaalt. De kerk, de gemeente als een teken in het donker.
Een teken van God. Een lichtbaken Gods.
Licht aangestoken aan het Licht, Jezus Christus. Brandend op de olie van de Heilige Geest.
Zijn we als kerk, als gemeente lichtdragers?
Dan moet we nog dieper vragen. Brandt er iets in ons? Gloeit er iets in ons?
Is er iets van God te merken in en aan en door ons? Woont Hij in ons met Zijn genade, Zijn ontferming, zijn erbarmen. Zijn liefde?

Lichtdrager
Alleen als dat zo is kan die gemeente, die kerk een kandelaar zijn, als de gemeenteleden even zovele vlammetjes, vuurtjes van God zijn, die allemaal samen die ene vlam vormen, de vlam op de kandelaar. Een kandelaar die licht geeft. Een lichtdrager! Dat zal dan ook te merken zijn.
Jezus zegt het: Gij zijt het licht der wereld.
Het staat in Matth. 5, als Jezus eerst gesproken heeft over:
de zachtmoedigen
degenen die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid,
de barmhartigen,
de reinen van hart,
de vredestichters,
de vervolgden om de gerechtigheid wil.
Ook naar buiten toe.
Want we dragen dat licht natuurlijk mee naar buiten toe. Dat licht valt door de ramen, door de vensters van de gemeente naar buiten toe.

Licht in de vorm van liefde.
Licht in de vorm van genade.
Licht in de vorm van barmhartigheid.
Licht in de vorm van gerechtigheid.
Licht in de vorm van getuigenis.
Licht in de vorm van hulpverlening.
Licht in de vorm van erbarmen.

Helder schijnend en stralend.
Een lamp, niet onder een korenmaat, maar op de standaard, en ze straalt voor allen die in het huis zijn. Het huis van de wereld. Die steeds minder een huis is. Steeds minder een thuis.

Dat mag de kerk, de gemeente zijn.
Een huis van God.
Waar God is.
En waar mensen zijn, die iets van Hem hebben.

Zodat mensen, mensen in het donker, welk donker dan ook, zeggen: "Ik zie het licht."

Ds. C. van Atten, Hilversum-Oost

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 2001

De Wekker | 16 Pagina's

Het licht zien

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 2001

De Wekker | 16 Pagina's