Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schriftuitleg en schriftkritiek (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schriftuitleg en schriftkritiek (1)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het woord 'schriftkritiek' heeft een negatieve signaalfunctie. Als in een recensie een boek schriftkritisch wordt genoemd, of van een theoloog gezegd wordt dat hij zich schuldig maakt aan schriftkritiek, dan is het niet best. Het verwijt van schriftkritiek is soms snel gemaakt. Minder snel zal een gemiddelde Wekkerlezer kunnen aangeven wat we nu eigenlijk onder schriftkritiek hebben te verstaan. En het wordt zelfs verwarrend, als we horen dat iedere theologische student kennismaakt met 'kritische' methoden van bijbellezen, en deze - op gepaste wijze - leert hanteren. Hoe zit dat?

Het woord 'kritisch'
Op het terrein van de wetenschappelijke exegese (schriftuitleg) is de laatste jaren heel wat aan de hand. Door nieuwe ontwikkelingen worden oude standpunten gecorrigeerd of genuanceerd, verrassende perspectieven doen zich voor, ongedachte gezichtspunten dienen zich aan. Lange tijd leek het alsof de exegese het moest doen met de klassieke uitlegkundige methoden die aan het eind van de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw waren ontwikkeld. Dit waren hoofdzakelijk de zogenaamde historisch-kritische methoden. Bij het woord 'kritisch' hoeft men overigens niet direct te schrikken, en aan ongelovige kritiek op de Bijbel te denken. Het woord bedoelt slechts aan te geven dat de exegeet bij zijn werk objectief schiftend en scheidend te werk gaat. Het Griekse woord krinein, waarvan ons woord 'kritisch' afkomstig is, betekent zoveel als 'onderscheiden'. De Theologische School van de Christelijke Gereformeerde Kerken vóór 1892 kende al het vak 'Kritiek' op het lesrooster. De bekende docent Helenius de Cock maakte onderscheid tussen de 'historische critiek' die bestreden moest worden en de 'zuivere critiek' die bij de schriftuitleg toegepast kan worden, om het ontstaan, de samenstelling en de groei van de Bijbel vast te stellen.

De klassieke methoden
De hoofdstroom van de bijbelwetenschap tot het midden van de vorige eeuw was sterk gericht op historische vragen. Wanneer zijn de bijbelboeken ontstaan, onder welke omstandigheden, wie was de auteur, welke bronnen heeft hij gebruikt, wat was zijn precieze bedoeling, welke bewerkingen heeft een bijbelboek ondergaan, etc. Met grote energie - en soms ook fantasie - hebben generaties exegeten de historisch-kritische methoden al verder ontwikkeld tot een imposant gebouw. 'Historisch-kritisch' is hierbij de verzamelnaam van een aantal uitlegkundige methoden, die kort gezegd vooral gericht waren op de ontstaansgeschiedenis van de bijbeltekst. Met name de eerste vijf boeken van het Oude Testament stonden daarbij in het centrum van de aandacht. Dat Duitse theologen hierbij het voortouw namen, sprak in die tijd vanzelf.

Diverse exegetische invalshoeken
De belangrijkste vormen van het historisch- kritische bijbelonderzoek zijn de literaire kritiek, de vormkritiek, de traditiekritiek en de redactiekritiek. De literair-kritische exegese richt zich voornamelijk op het onderzoek naar mogelijke bronnen achter de bijbeltekst. Dat de bijbelschrijvers bronnen hebben gebruikt is wel duidelijk, op vele plaatsen wordt door henzelf daarnaar verwezen (zie bijv. de boeken Koningen en Kronieken). Kunnen we van die bronnen iets meer zeggen, wat licht werpt op de tekst? Kunnen oneffenheden en naden in de bijbeltekst ons op dat spoor zetten? Hoe oud waren die bronnen? Hoe komt het dat bijvoorbeeld in Genesis het ene hoofdstuk consequent alleen de naam JAHWEH (HERE) gebruikt, terwijl in een ander hoofdstuk in Genesis uitsluitend de naam ELOHIM (God) staat? In het verlengde van de literair-kritische exegese begon de vorm-kritische exegese in een latere fase door te vragen naar de literaire vormen en genres van bijbelteksten in hun originele context. Wat zijn bijvoorbeeld de kenmerken van een klaaglied, in onderscheid met een wijsheidslied? Bij welke gelegenheden werden zulke psalmen en gebeden uitgesproken?
Waarom ziet een apocalyptische tekst in Daniël er zo heel anders uit dan een profetische tekst in Amos? Kunnen we de vorm van een tekst misschien koppelen aan een bepaalde maatschappelijke of religieuze instelling in oud-Israël (tempel, rechtspraak, paleis, enz.)?
De traditie-kritische exegese, dochter van de vormkritiek, probeert de geschiedenis van de verschillende tradities en traditiecomplexen in het Oude Testament in beeld te krijgen. Aan de bijbelteksten waarin deze tradities staan is soms een eeuwenlang proces van mondelinge en daarna schriftelijke overlevering voorafgegaan. Kunnen we dat achterhalen? Denk bijvoorbeeld aan wat wel genoemd wordt de Sions-traditie. Over de Sion wordt vooral in de Psalmen en bij Jesaja op een tamelijk specifieke manier gesproken. Kan over de vóórgeschiedenis daarvan meer gezegd worden?
De meest recente tak van de historisch- kritische wetenschap is de redactie- kritische methode, die de vraag stelt hoe de uiteindelijke samenstellers van de bijbelboeken (de 'redacteurs') hun werk hebben verricht. Op wat voor manier hebben deze eindredacteurs de hun ter beschikking staande bronnen gebruikt en samengevoegd? Wie waren zij, wat waren hun motieven? Kunnen we zo de bedoeling en boodschap van een bepaald bijbels geschrift nader op het spoor komen? Neem bijvoorbeeld het boek Jesaja. Waarom is dat samengesteld zoals nu het geval is? Wat betekent het, dat er zoveel lijnen lopen tussen Jesaja 1 en Jesaja 66, of tussen Jesaja 35 en Jesaja 40? Waarom staat het blok profetieën tegen de volken precies midden in de 'eerste' Jesaja, zoals ook het geval is met het boek Ezechiël en het boek Jeremia in de Griekse versie?

Het godsdienstvergelijkend onderzoek
Niet direct een exegetische methode, maar voor de schriftuitleg wel van het grootste belang, is het godsdiensthistorisch en godsdienstvergelijkend onderzoek. Sinds het midden van de 19e eeuw hebben de opgravingen in het oude Nabije Oosten een stroom van gegevens opgeleverd, waardoor we een steeds duidelijker beeld krijgen van de historie, de cultuur en de godsdienst van de volken rondom Israël.
De wereld van het Oude Testament is als het ware uit het stof van de geschiedenis herrezen. Al duidelijker blijkt hoe Israël volledig deel uitmaakte van deze wereld, en dat het Oude Testament daar ook vele kenmerken van draagt.
De wetgeving in de boeken van Mozes vertoont op onderdelen grote gelijkenis met de veel oudere wetgeving uit Mesopotamië. De architectuur van de tempel laat zich goed vergelijken met wat we elders aantreffen. De oudtestamentische offers hebben allerlei buitenbijbelse parallellen. Wijsheidsliteratuur als Job, Spreuken, Prediker, treffen we ook in de literaire erfenis van Egypte en Babel aan. De manier waarop in Israël over de figuur van de koning werd gesproken, rouwgebruiken, de visie op het hiernamaals, de bepalingen rondom (on)reinheid, enz.: op alle punten blijkt de vergelijking van het Oude Testament met wat we inmiddels weten over de wereld rondom Israël zinvol en verhelderend te zijn. Mits ... men de juiste samenhangen weet aan te brengen, en daarbij rekening houdt zowel met de overeenkomsten als met de - soms kardinale - verschillen. Dat heeft er nogal eens aan ontbroken, met alle gevolgen vandien.

Het kind en het badwater
Van de zijde van gereformeerde, schriftgetrouwe exegeten is doorgaans tamelijk terughoudend op het historisch- kritisch onderzoek gereageerd. Daar was ook alle reden voor, zoals we hierna zullen zien. Maar eerst is het goed om vast te stellen, dat het unfair zou zijn om de 'moderne' vormen van schriftuitleg op één hoop te gooien en als 'schriftkritisch' uit te rangeren. We moeten niet het kind met het badwater weggooien. Terdege heeft het schriftonderzoek van de laatste anderhalve eeuw ook veel positieve resultaten opgeleverd en het oog gescherpt voor de samenstelling en groei van de Schriften, voor het bijzondere karakter van de bijbelse geschiedenis en voor de oudoosterse cultuur- en denkwereld waarin de Schriften geworden zijn. Een schat van gegevens staat de exegeet vandaag ter beschikking om de bijbeltekst in zijn vele facetten te kunnen beluisteren.
Veel vragen die door de historisch-kritische methoden gesteld worden, zijn gewoon legitiem, omdat ze samenhangen met de 'menselijkheid' van de Bijbel. Veel geciteerd is het woord van H. Bavinck, dat de Heilige Geest niets menselijks heeft versmaad in het proces waarlangs onder Zijn leiding de Schrift tot stand is gekomen. Inderdaad: er zijn bronnen gebruikt door de bijbelschrijvers, die ieder een eigen stijl en aanpak hadden; er was een mondelinge traditie; de bijbelboeken zijn veelal niet in één keer geschreven; er zijn parallellen met de Umwelt en gemeenschappelijk gedachtegoed; de hand van samenstellers is aanwijsbaar; er zijn latere actualiseringen van de tekst; de teksten zijn niet even uit de losse pols geschreven maar hebben soms een zeer gecompliceerde structuur, etc. Het onderkennen van dit soort vragen en het eerlijk zoeken naar antwoorden is een legitieme bezigheid, die het gezag van de Schrift per se niet behoeft aan te tasten. Dat gebeurt pas wanneer een exegeet in schriftkritische geest bij zijn onderzoek niet de schriftgegevens zelf respecteert, schrift-vreemde maatstaven aanlegt om te schiften tussen echt en onecht, de eenheid van de Schrift veronachtzaamt en het Woord Gods-karakter loochent.

Het gevaar van schriftkritiek
Dit laatste, en dat is de andere kant van de medaille, bij de historisch-kritische exegese helaas vaak het geval geweest: schriftkritiek. Verbluffend was soms het volslagen gebrek aan respect voor de Bijbel en de Bijbeltekst. Rustig kon de Schrift worden voorgesteld als een bundel menselijk-feilbare documenten vol fouten en tegenstrijdigheden, als een verzameling projecties van eigen religieuze inzichten. De bijbelse geschiedenissen: grotendeels vervalsingen of verdraaiingen van wat 'echt’ gebeurd is. De bijbelse wonderen: wegverklaard, inclusief de ontkenning van de historiciteit van de heilsfeiten (bijv. de opstanding). Ongeloofwaardig waren de gedetailleerde bronnensplitsingstheorieën. Onbewezen hypothesen beheersten lange tijd het veld. Onbekommerd greep men in de bijbelteksten in om die te 'verbeteren’.
Godsdienstvergelijkend onderzoek werd soms zo onzorgvuldig toegepast, dat men in de Bijbel rechtstreeks beïnvloeding door en ontlening aan de godsdiensten rondom Israël meende te kunnen aanwijzen. Ook was duidelijk dat veel bedrijvers van de historisch-kritische wetenschap beïnvloed werden door filosofische denkkaders, waaronder het historisme met de evolutie-gedachte een belangrijke plaats innam. Door dit alles kon de bijbelse boodschap worden gekortwiekt, gefragmentariseerd en in zijn tegendeel verkeerd. Dit heeft een buitengewoon kwalijke uitwerking gehad.
Ondertussen is het tij gekeerd. Al meer ziet men in dit de klassieke historische kritiek een product van het 19e eeuwse denken is: door de analyse van de geschiedenis van de tekst meende men de betekenis en boodschap van de tekst te kunnen leren kennen. Deze historische benadering is echter eenzijdig, en behoort niet langer het veld te beheersen - aldus vele moderne bijbelwetenschappers. Niet wat áchter de tekst ligt, maar wat de tekst zélf zegt, daar gaat het om. Daarover volgende week in het tweede (en laatste) artikel meer.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 2002

De Wekker | 16 Pagina's

Schriftuitleg en schriftkritiek (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 2002

De Wekker | 16 Pagina's