Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

'Wat zijn wij in dit land dan nog begenadigd'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Wat zijn wij in dit land dan nog begenadigd'

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie rondkijkt in de wereld en wat dichterbij om zich heen, ontkomt niet aan de indruk dat vandaag een niet onbelangrijk aantal landen wordt geregeerd of dreigt te worden geregeerd door mensen met een twijfelachtige reputatie. Door mensen die op zijn minst niet helemaal onbesproken zijn. Er zijn vandaag regeerders die zolang zij als zodanig in functie zijn vanwege de in de wetten van het land geregelde onschendbaarheid, op wat zij deden of nalieten vooralsnog niet kunnen worden aangesproken. Eindigt hun regeerpositie dan lopen zij gevaar binnen een etmaal een dagvaarding op de mat te vinden of een arrestatieteam op de stoep aan te treffen. Om geen gevaar te lopen van smaad of belediging van (bevriende) staatshoofden te worden beschuldigd, laat ik namen van bestuurders achterwege, maar wie zijn krant leest en andere media volgt, weet dat mondiaal gezien in veel samenlevingen de macht in handen ligt van mensen wier integriteit op zijn minst discutabel is. Wie de wereldkaart legt naast recente geschiedschrijving op dit punt, doet ontstellende constateringen. Het is volstrekt onbegrijpelijk dat in sommige landen voor de presidentsverkiezingen kandidaten naar voren worden geschoven wier levensgedrag nog sub judice (onder de rechter) is. Het is zeer bedenkelijk als een gekozene voor het hoogste leiderschap voorlopig in de wachtkamer plaatsneemt, in afwachting van de afloop van het tegen hem lopende onderzoek, en de leiding van het land voorlopig in handen geeft van een familielid dat daartoe nauwelijks toegerust lijkt te zijn.

In Prediker 10:16 en 17 staat "Wee u, o land welks koning een kind is, welks vorsten reeds des morgens maaltijd houden. Heil u, o land, welks koning een edele is, welks vorsten maaltijd houden te rechter tijd, als mannen en niet als dronkaards". De wereldgeschiedenis toont aan en onze tijd bevestigt ondubbelzinnig hoezeer het uit het roer loopt in samenlevingen die geregeerd worden door lieden die binnen de eerste termen van dit Bijbelwoord vallen.

Onze Nederlandse samenleving
"Wat zijn wij in dit land dan nog begenadigd", merkte iemand onlangs op. "Nota bene een gereformeerde premier, een bijbelvaste minister van Justitie, enkele stevig in de rooms-katholieke traditie gewortelde bewindslieden, met daaromheen kabinetsleden met hoge humanistische principes en idealen. Inderdaad om dankbaar voor te zijn. Maar we ontkomen ook in eigen land niet aan de constatering dat de fundamenten van onze samenleving door wanbeheer en fraude bij de overheid en ook in andere geledingen van de maatschappij, ernstig ondergraven zijn. Speculeren met belastinggeld, onjuist gebruik van vele miljoenen euro's uit Europese sociale fondsen, onderwijsinstellingen met een sjoemelend beleid rond de studentenadministratie ter verkrijging van meer overheidssteun, artsen, ziekenhuizen en patiënten die voor soms forse bedragen gefingeerde of te hoge rekeningen indienen, om over gefêteerde en omgekochte ambtenaren door de bouwwereld maar niet te spreken. Het kwam en komt allemaal gedoseerd op ons toe, met het gevaar dat het minder ernstig lijkt te zijn.

Minister Piet Hein Donner heeft het onderzoekscentrum van zijn eigen ministerie opdracht gegeven de corruptie in Nederland in kaart te brengen. Rond de wenselijkheid van een debat over normen en waarden is het intussen opmerkelijk stil geworden... Het wacht misschien op de uitslag van dit onderzoek. Die zou wel eens schokkend kunnen zijn... Corruptie, fraude, en op een vindingrijke manier tot eigen of anderer voordeel omgaan me opgelegde regels lijken niet meer incidenteel te zijn maar structureel te zijn geworden.

De generatie van de voorbije veertig jaar, die in onze westerse welvaartssamenleving op meer of mindere decadente wijze aandeel heeft gehad treed successievelijk terug. Onze kinderen en kleinkinderen treden aan. Over hun toekomst kan men in meer dan één opzicht met zorg vervuld zijn. Wat staat hen te wachten en wat wordt van hen verwacht? Is wat scheef groeide nog recht te trekken en is de schade die gezag en ontzag leden nog herstelbaar? Want gezag en ontzag in alle verhoudingen vormen de grondslag van en de voorwaarden voor een gezond staatsbestel.

Bemoedigend
Als ik aan onze jonge mensen denk, ben ik overigens niet zonder verwachting. Ik denk met genoegen en voldoening terug aan een ontmoeting met christenstudenten, die vlak voor de afronding van hun studie bezig waren met vragen rond christen zijn, samenleving en wetenschap. Als afsluiting van een drietal studieavonden had men mij uitgenodigd voor een voordracht en een gedachtewisseling over het thema "christen zijn in de praktijk van het bedrijfsleven".

De van tevoren door de studenten bedachte vragen waren: Kan men, werkzaam zijnde in het bedrijfsleven, in de dagelijkse praktijk iets van het christen zijn tot gelding brengen? Is het bouwen aan je carrière in een zakelijke functie, die misschien 40, 50 of zelfs 60 uur per week opeist, een christen eigenlijk wel toegestaan? Behoort een christen wel naar zoveel en zo hoog te streven? Zou niet méér moeten worden gekozen voor 'beperkte banen', toereikend om in het noodzakelijke levensonderhoud te voorzien, zodat meer tijd beschikbaar is om aan het werk in Gods Koninkrijk dienstbaar te zijn? Hebt u in de tijd waarin u in het bedrijfsleven actief was met weerstanden en vijandschap te maken gehad als u liet blijken christen te zijn? Hoe ging u daarmee om? Bent u wel eens geconfronteerd geweest met wat genoemd wordt 'botsing van plichten', waarbij uw geloofsovertuiging u de ene en dat wat zakelijk gezien nodig of gewenst was, u de andere kant opwees? Hoe was in leidinggevend opzicht uw omgang met 'meerderen' en 'ondergeschikten'? kon u daarbij met woord of houding iets van uw geloof kwijt? Indringende vragen, waaruit duidelijk spreekt dat bij sommige en misschien wel bij veel christenstudenten de vraag 'hoe maak ik straks furore en hoe bouw ik aan een succesvolle carrière?', samenhangt met een andere vraag, namelijk: 'En hoe kan ik daarin christen zijn en blijven?' En die laatste vraag spitste zich vooral toe op wat dan de 'botsing van plichten' werd genoemd.

Botsing van plichten
Ieder mens die bij de overheid of in het bedrijfsleven werkt op een plaats en in een positie met méér dan gewone verantwoordelijkheden, kan er vroeg of laat mee te maken krijgen. Voor sommigen steekt daarin geen probleem. Ik heb christenmensen op min of meer belangrijke posities in het bedrijfsleven meegemaakt, die er geen moeite mee hadden aan bepaalde handelingen of regelingen, die haaks stonden op normen van de christelijke ethiek, hun naam te verbinden en hun geweten het zwijgen op te leggen, eenvoudig omdat ze in het economisch bestel als algemeen gangbaar golden.
Maar er zijn ook voorbeelden te geven van christenen die op dit punt heel consciëntieus de stem van hun christelijk geweten volgden en zich onthielden van handelingen of het toepassen van regelingen, die ook maar de geringste schijn hadden van niet legaal te zijn. Om daarvan enkele voorbeelden te geven:

Menig keer is mij door medewerkers uit exporterende bedrijven de vraag gesteld hoe ik dacht over hun medewerking (het helpen gereedmaken) aan exportdocumenten, waarin een lagere dan de werkelijke waarde van de goederen werd opgenomen om in het land van bestemming de invoerrechten te drukken.

Ik heb christenen in het bedrijfsleven ontmoet die weigerden bij Arabische ambassades hun handtekening te laten legaliseren waarmee zij zogenaamde black-list verklaringen moesten ondertekenen, verklaringen die inhielden dat men geen relatie met Israël onderhield, omdat men anders niet voor leveranties aan Arabische landen in aanmerking kwam. Ook niet-christenen hadden daarmee overigens moeite. Maar voor anderen gold het als een gegeven dat in de internationale handel nu eenmaal onontkoombaar en vrij algemeen geaccepteerd was en men tekende voor het vaderland weg. Wat hier voor de een moeilijk lag was voor een ander makkelijk. De een heeft in geweten een ruimere afstelling dan de ander en de omstandigheden waaronder van botsende plichten sprake is, verschillen van situatie tot situatie.

Dat christenstudenten in hun aanloop naar het bedrijfsleven - of welke andere sector van de samenleving dan ook - met vragen als deze bezig zijn, heb ik als bemoedigend ervaren. En het zijn gelukkig niet alleen christenstudenten die met deze vragen bezig zijn. Normen en waarden, je hoort er niet meer over op dit moment. Het begrip omvat in ieder geval meer dan het herstel van onderlinge omgangsvormen en wellevendheid. Het gaat veel dieper. En misschien is het daarom zo stil. Laat ons hopen op en bidden om bestuurders in alle geledingen van de maatschappij, die een hoge morele standaard voorstaan. Die tot voorbeeld zijn.

(Br. D. Koole heeft talrijke posities in maatschappij en kerk bekleed, is ouderling in de kerk van 's Gravenhage-Zuid en was jarenlang redactielid van De Wekker)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 augustus 2003

De Wekker | 16 Pagina's

'Wat zijn wij in dit land dan nog begenadigd'

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 augustus 2003

De Wekker | 16 Pagina's