Gebedsgenezing (1)
Gebedsgenezing is een thema waarover in de protestantse wereld momenteel heel wat gesproken wordt. In De Wekker schreef ds. Jonkman al eerder over het optreden van de 'gebedsgenezer' Jan Zijlstra. Opmerkelijk nadrukkelijk is sinds enkele jaren de Nigeriaanse voorganger T.B. Joshua in het nieuws. Het lijkt erop, dat vooral door de aanraking met deze genezer de bekende Nederlandse filosoof en theoloog Willem Ouweneel zijn oordeel in hoge mate gewijzigd heeft. Hij heeft er een boek aan gewijd: Geneest de zieken! Ouweneel is daarmee een pleitbezorger geworden voor de missie van Joshua die zijn activiteiten in Europa uitdrukkelijk wil uitbreiden. Er wordt in Nieuwegein zelfs een gemeente gesticht die onderdeel wordt van Joshua's 'Synagogue Church of All Nations' die zijn hoofdkwartier in Lagos, Nigeria, heeft. De uitstraling van deze beweging is zodanig, dat de VARA-televisie een filmploeg naar Nigeria stuurde om met name de ervaringen van een aantal Nederlanders te volgen die daar heen gingen om genezing te vinden.
Verwarring
De getuigenissen van mensen die hulp vonden enerzijds, de sceptische reacties van anderen anderzijds en de soms stuitende taferelen die getoond en beschreven worden, brengen velen in verwarring. In kerken ontstaat discussie. Een reeks vragen moet worden gesteld. Is het goed of niet zulke hulp te zoeken? Als het uit God is, wie waagt het er iets verkeerds van te zeggen? Als het niet uit God is, wat is het dan? Moet er dan niet krachtig tegen gewaarschuwd worden? Heeft de kerk niet een roeping verwaarloosd waar het gebedsgenezing betreft?
Een van de vragen betreft de betekenis van Jakobus 5. Is daar geen sprake van gebed tot genezing als taak van de ambtsdragers in de gemeente van Christus?
Een andere vraag is die naar onze gehoorzaamheid aan 1 Johannes 4 naar het beproeven van de geesten of ze uit God zijn. Het Nieuwe Testament laat immers op een aantal plaatsen zien dat er ook activiteiten van Gods vijand, de satan, zijn die ontplooid worden onder het etiket van hulp en genezing van mensen. Dat satan zich kan voordoen als een engel des lichts, en intussen erop uit is Gods kinderen van de toewijding aan Christus los te weken, mogen we best bedenken. In 2 Korintiërs 11:3-4,13-15 spreekt Paulus er met grote ernst over. Ook het woord van de Here Jezus in Matteüs 7:21-23 over mensen die in zijn naam profeteren, boze geesten uitwerpen en vele krachten doen, en die toch werkers der ongerechtigheid zullen blijken te zijn, mag ons tot bezinning roepen. Niet om snel etiketten te plakken en ons dan gerust weer om te draaien, maar wel om ons bewust te zijn van de diepe ernst die achter de vragen zit. Als we een verwarring rond dit thema bespeuren, dan moeten we ons realiseren hoe groot de verantwoordelijkheid is die hier ligt.
Dat besef kan nog sterker worden wanneer we juist op het gebied van gezondheid en genezing in de meeste heidense godsdiensten ook tovenaars, medicijnmannen, sjamanen tegenkomen of hoe ze nog meer heten, die wel degelijk in staat zijn onbegrijpelijke krachten uit te oefenen. Dat die krachten niet van God komen maar uit een tegengestelde bron, is duidelijk. Dat geldt ook van de krachten van occulte genezers die in onze cultuur actief zijn, omdat ze zoals bijvoorbeeld Jomanda een spiritistisch medium zijn. Alle vragen behandelen en beantwoorden die er rond dit thema te bespreken zijn, zou een boek vergen, waarin bezinning en geestelijke leiding vanuit diverse gezichtspunten wordt gebundeld. Het terrein dat hierbij te overzien is, is breder dan met een paar artikelen bestreken kan worden. Ik wil in enkele artikelen toch proberen een paar wezenlijke zaken ter bezinning aan te reiken.
Een historisch patroon
Al heel wat gebedsgenezers hebben de wereld rond gereisd met de boodschap dat iemand die werkelijk gelooft ook genezen kan worden. Degenen die vandaag optreden, staan in een bepaalde traditie.
De vader van de 20e eeuwse pinksterbeweging, Charles F. Parham, kwam tot de overtuiging dat genezing van ziekte Gods wil is voor alle ware gelovigen. Hij ontwikkelde de gedachtegangen die daarbij gebruikelijk zijn gebleven. Centraal staat de gedachte dat wie maar werkelijk gelooft ook krijgen kan wat hij aan lichamelijke - of psychische - genezing behoeft. Wanneer geen genezing volgt, is dat altijd terug te voeren op een gebrek aan geloof of op iets anders in de persoon die genezing zocht.
Een inspirator voor een reeks gebedsgenezers van na de Tweede Wereldoorlog is de Amerikaan William Branham geweest. In zijn vroege jeugd waren er al dromen of visioenen geweest waarin hij zich voorbestemd wist tot iets groots. In 1946 werd hij bezocht door een in wit geklede engel met een zonverbrand gezicht, die hem namens de almachtige God zei, dat hij gezonden werd met een gave van goddelijke genezing voor de volkeren van de wereld. Hem werd gezegd, dat geen ziekte bestand zou zijn tegen zijn gebed, zelfs kanker niet. Vanaf dat moment is de engel als een voortdurende gezel bij Branham gebleven.
Opmerkelijk was zijn gave om met grote precisie de ziekten te noemen, en dikwijls ook de verborgen zonden, van mensen die hij nog nooit had gezien. Er is sprake van vele opmerkelijke genezingen. Er wordt zelfs melding gemaakt van doden die door hem werden opgewekt. Branham stierf op 56-jarige leeftijd in 1965 nadat hij was aangereden door een auto met een dronken bestuurder. Omdat zijn volgelingen, in de lijn van de leer van Branham, niet konden aanvaarden dat een nieuwe aangekondigde campagne niet door zou gaan, waren ze ervan overtuigd, dat hij op tijd zou opstaan uit de dood. Daarom balsemden ze zijn lichaam en lieten het invriezen. De geplande datum in januari 1966 ging echter voorbij. Toen stelden ze zijn begrafenis uit tot Pasen van dat jaar, en toen hij dood bleef werd hij pas daarna in stilte begraven.
Rond Branham is veel rumoer geweest. In de pinksterbeweging was er aanvankelijk alom bewondering. Later volgde een bijna unanieme afwijzing, toen hij profeteerde dat in 1977 het duizendjarig rijk zou aanvangen, en toen hij verkondigde dat men gedoopt moest worden in de naam van Jezus in plaats van in de naam van de Drie-eenheid. Ook rond zijn genezingscampagnes was al veel protest gerezen. Sommigen beschouwden zijn genezingsgave als 'iets natuurlijks', anderen zagen er een occulte tendens in. Een bekende pinkstervoorganger in Zürich, Lothar Steiner, die Branhams campagne daar meemaakte, merkte op, dat er geen werkelijke oproep tot bekering klonk, en dat overtuigende wonderen van God en de werkelijke aanwezigheid van de Geest en de macht van God, afwezig waren.
Ondanks de ernstige kritiek uit de kring van de pinksterbeweging heeft Branham veel invloed gehad op anderen. Daarom gaf ik van zijn optreden een paar dingen aan die herkenbaar zijn gebleven bij anderen. Een reeks genezers die in de loop van de voorbije eeuw actief zijn geweest en ook in Nederland bekend waren, werkten in de lijn van Branham. Onder meer de namen van Hermann Zaiss, T.L. Osborn (en diens discipel Johan Maasbach) zijn in dit verband te noemen.
Een paar vragen
Hierboven zijn al enkele vragen gesteld die bij het thema gebedsgenezing opkomen. Aan de hand van het voorbeeld van Branham, en van wat we bij anderen waarnemen, moet nog een aantal specifieke vragen worden gesteld.
Als gebedsgenezing in verband gebracht wordt met 'gaven van genezing' waar 1 Korintiërs 12:9 en 30 van spreekt, hoe verhoudt zich dan het beleggen van massale bijeenkomsten waarin wonderen worden gedaan tot de gaven van de Geest die gericht zijn op de opbouw van het lichaam van Christus? In Korinte moest het immers gaan om de functionering van de leden ten dienste van het lichaam, de gemeente. Hoe kan iemand met een gave van de Heilige Geest 'iets groots' worden, met zijn naam op affiches? Met geldinzamelingen voor de bouw van een groot centrum rondom deze grote voorganger? Past dit bij de charismata waar Paulus over schrijft?
Hoe verhoudt zich de herkomst van de genezingsgave van gebedsgenezers tot wat Gods Woord daarover zegt? Wanneer iemand als kind al iets bijzonders is, en van buitengewone kennis en krachten melding wordt gemaakt, kan dat dan een gave van de Heilige Geest zijn? Is de bijbelse orde niet, dat de Heilige Geest de gelovigen toerust met wat hen geschikt maakt om hun plaats in het lichaam van Christus in te nemen? Kan een gave die iemand van jongsaf heeft, nog voor er van geloof of wedergeboorte sprake is, een gave van de Heilige Geest heten?
Een genezer als T.B. Joshua noemt zich ook profeet. Ook hij noemt bijzonderheden van onbekende mensen op. Zoals ook Benny Hinn en anderen in de Toronto-traditie wier optreden bijna nog spectaculairder is dan dat van eerdere genezers. Past een dergelijke gave, die ook bestaat bij paranormale genezers met helderziendheid en heldervoelendheid en dergelijke, bij wat Gods Woord daarover zegt?
Wat moet je met de ziekten waardoor de genezers zelf getroffen worden? De Duitse pinkstervoorganger Jonathan Paul was overtuigd, dat een christen, omdat Christus onze ziekten gedragen heeft, niet meer ziek hoeft te zijn. En dat de tijd nader kwam waarop een gelovige ook niet meer hoeft te sterven. Het is consequent dat in een boek, geschreven door de dochter van een gebedsgenezer, en zelf ook in die 'ministry', namelijk Annette Capp, de conclusie wordt getrokken dat een geloofsgenezer die zelf ziek wordt de oorzaak daarvoor moet zoeken in een gebrek aan geloof bij zichzelf...
John Wimber, befaamd prediker van power healing, genezing door Gods kracht, gaf toe een ernstig hartprobleem te hebben. God had hem echter gezegd net als Abraham moest wachten op een zoon, te wachten op genezing. Intussen moest hij wel luisteren naar de voorschriften van de dokter. Hij gelooft de geruststelling van God te hebben ontvangen dat hij uiteindelijk genezen zal worden.
Het spanningsveld is voelbaar.
J.W. Maris
(Prof. dr. J.W. Maris is hoogleraar dogmatiek aan de Theologische Universiteit in Apeldoorn)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 2004
De Wekker | 16 Pagina's