Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods spreken tot Belsazar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods spreken tot Belsazar

Bijbelstudie over de geschiedenissen van Daniël (9)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(hoofdstuk 5:17-30)

Het verleden
Daniël is geroepen om het schrift op de wand te verklaren. Belsazar belooft hem koninklijke eer als hij dat kan uitleggen. Daniël heeft er geen belangstelling voor. Hij zegt: U mag uw geschenken wel houden. Nochtans zal ik het schrift voor de koning lezen en de uitlegging ervan bekend maken.
Maar hij gaat niet direct dat schrift op de wand verklaren. Hij begint met te vertellen van vroeger. Over grootvader Nebukadnezar en wat die allemaal beleefd heeft. Zo schildert hij de reden waarom God het feestprogramma verstoorde door dat schrift op de wand. Op dit moment kan hij Gods Woord aan al die ontredderde mensen kwijt. Zolang het geheimzinnige schrift niet verklaard is, blijven ze luisteren.
Over Nebukadnezars leven stelt hij drie zaken aan de orde. In de eerste plaats vertelt hij van de grote macht van Nebukadnezar. Die macht kwam bij God vandaan. Hij schonk die aan Nebukadnezar. Zo spreekt hij van Gods werk in het verleden. Het tweede dat Daniël aan de orde stelt, is, dat hoogmoed voor de val komt. Nebukadnezar werd overmoedig. Toen heeft God hem tijdelijk van de troon gestoten. Hij werd uit de gemeenschap van de mensen verstoten en verbleef bij de dieren in het veld. Tot hij erkende dat de Allerhoogste macht heeft over het koningschap.
Het derde dat Daniël memoreert is dat God met dit alles een bedoeling had. Hij heeft Nebukadnezar vernederd opdat hij tot inkeer zou komen en de Here zou erkennen. Daniël vertelt dit omdat Belsazar hiervan had moeten leren. U weet hoe God in het leven van uw grootvader sporen heeft getrokken. Maar hoewel u dit alles wist hebt u er niets mee gedaan. God heeft u koud gelaten. U hebt u niet verootmoedigd.

De aanklacht
Het is dus een aanklacht die Daniël uitspreekt. Belsazar heeft niet voor de Here gebogen. Hij heeft geweten van Gods handelen in Nebukadnezars leven maar hij heeft er niets mee gedaan. Dat stelt hem schuldig voor de Here.
Maar hij heeft niet alleen nagelaten zich te verootmoedigen. Hij heeft zich ook tegen de Here verheven. Hij heeft zich vergrepen aan de heilige voorwerpen uit de tempel. Zo heeft hij bewust Israëls God onteerd. U hebt de goden van goud en zilver geroemd die niets kunnen. Maar de God in Wiens hand uw adem is, Hem hebt u niet geroemd. Dat is de climax van het verzet tegen God. Hem niet verheerlijken. Dat is ook de reden waarom die hand met dat schrift verschenen is. Er zijn veel zonden te noemen in het leven van Belsazar. Maar al die zonden vallen in het niet bij dit ene. Hij heeft God bewust beledigd en Hem niet de eer gegeven waarop Hij recht heeft. Dat schrift op de muur is het antwoord van die God die u niet verheerlijkt hebt.

Gods antwoord
Dan leest Daniël de woorden voor die op de muur geschreven staan. Het antwoord dat God hem gaf Mené, mené, tekéél, oefarsin. Vier Aramese woorden die ze wel kenden. Het zijn woorden die twee kanten hebben. Het zijn werkwoordsvormen die te maken hebben met tellen en afwegen van geld. Maar omdat die werkwoordsvormen zo vaak gebruikt werden, gingen ze ook de naam van een gewicht vormen. Dat is bij deze woorden gebeurd. Mené, mené, tekéél, oepharsin kun je weergeven met: pond, pond, sikkel en halve sikkels. Daar wisten de wijzen in Babel geen raad mee. Ze wisten niet wat ze van die gewichten moesten maken. Maar als Daniël het uitlegt, gaat hij terug naar de werkwoordsvormen waaruit die gewichten zijn ontstaan.
Het woord "mené" wordt twee maal gebruikt. Dat heeft dus grote nadruk. Mené is het voltooid deelwoord van het Aramese werkwoord "tellen". Dus: geteld. God heeft de balans opgemaakt wat het koninkrijk van Babel betreft. Hij heeft bepaald dat de tijd van Babel nu voorbij is. Het woord "tekéél" is het voltooid deelwoord van wegen. Dus: gewogen. Nu gaat het niet meer over het koningschap, maar over Belsazar zelf. God heeft Belsazars leven in de weegschaal gelegd en het te licht bevonden. Het was een leeg en zinloos leven. Geen graankorrel maar kaf.
Dan het woord oefarsin. Oe is gewoon het voegwoord 'en'. Pharsin is meervoud van het woord peres. Vandaar dat Daniël het woord "peres" in het enkelvoud uitlegt. Peres betekent kapot, aan stukken. God breekt het rijk van Babel kapot. Echt kapot want het staat in het meervoud. Het wordt aan de Meden en Perzen gegeven.

De reactie
Daniëls uitleg spreekt van Gods genade. Belsazar heeft de Here gekrenkt en Hem niet de eer gegeven waarop Hij recht heeft. Toch wordt Belsazar nog gewaarschuwd door het schrift op de wand. Maar het is wel de laatste waarschuwing. Hij slaat deze waarschuwing in de wind. Het feest gaat gewoon verder. Daniël krijgt de eer die hem is toegezegd. Hij zal deze hoofdschuddend in ontvangst genomen hebben omdat het niets voorstelde: De derde heerser in een failliet koninkrijk. In dezelfde nacht nemen de Meden en de Perzen Babel in en wordt Belsazar gedood.
Gods schrift bevat vier waarschuwende woorden: Mené, mené, tekéél, oepharsin. Hij bedoelt: Zoek de Here terwijl Hij te vinden is. Roept Hem aan terwijl Hij nabij is. Maar de bijbel bevat nog vier andere vreemde woorden die ook van God Zelf komen. Eli eli, lama sabachtani. Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? Dat betekent dat niemand tevergeefs naar God vlucht. Jezus was van God verlaten opdat wij nooit meer van Hem verlaten zouden worden. Vier vreemde woorden die zeggen: Zo gij zijn stem dan heden hoort. Gelooft zijn heil- en troostrijk woord.


Discussievragen:
1. Belsazar wist van Gods spreken in het leven van zijn grootvader. Hij wordt er persoonlijk op aan gesproken dat hij zich niet verootmoedigd heeft. Wat zegt u dat?
2. Belsazar is schuldig; hij heeft God niet verheerlijkt. Doet die aanklacht u wat? Is het een troost voor u dat Jezus Gods Naam volmaakt verheerlijkt heeft?
3. Het schrift op de wand veroordeelt Belsazar: een leven zonder vrucht. Hoe leren wij vrucht dragen tot eer van God?
4. Babels feest eindigt in een eeuwige nacht. Er is één feest dat eeuwig duurt. De bruiloft van het Lam. Ziet u daar naar uit?
5. Is het geen wonder dat Belsazar nog wordt gewaarschuwd? Zijn wij echt onder de indruk van Gods aanbod van genade?

M.J. Oosting
(ds. M.J. Oosting is predikant in Biezelinge)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 februari 2004

De Wekker | 16 Pagina's

Gods spreken tot Belsazar

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 februari 2004

De Wekker | 16 Pagina's