In Memoriam professor dr. J. van Genderen
13 april 1923 - 23 maart 2004
De ziekte waardoor prof. Van Genderen naar het ziekenhuis moest, leidde snel naar het einde. Hij was tachtig jaar oud, maar zijn vitaliteit om te studeren, te preken, belang te stellen in mensen en in de zaken van kerk en universiteit, deed niet denken dat de dood dichtbij was. De situatie bleek ernstiger dan de aanvankelijke longontsteking. Maar wie hem bezochten, vonden bij hem ook de diepe grond van het vertrouwen op Christus. Een houvast, bestand tegen de dood.
Dankdienst
Zaterdag 27 maart was in de Barnabaskerk te Apeldoorn de dienst van dankbare herinnering en gebed. Ds. C.A. den Hertog sprak over 1 Petrus 1:3 'Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons naar zijn grote barmhartigheid door de opstanding van Jezus Christus uit de doden heeft doen wedergeboren worden tot een levende hoop.' Prof Van Genderen had daarover na Pasen willen preken in dezelfde Barnabaskerk. Het hart van het evangelie is ook het hart van de toekomstverwachting. Op waardige, geestelijke manier kwam uit wat karakteristiek was voor Van Genderens getuigenis; dat wat het heil van de Drie-enige God centraal zet.
Een stempel op de theologische vorming
In januari was prof Van Genderen vijftig jaar hoogleraar. Hij vroeg er niet meer dan een paar regels aan te wijden, maar het deed hem goed dat er werd stilgestaan bij de zegen die de Here op zijn werk als hoogleraar wilde geven.
We vergeten niet dat hij tussen 1948 en 1954 predikant te Zutphen was. De banden met Zutphen waren er ook na vijftig jaar nog. De synode riep de dertigjarige dominee tot het hoogleraarschap te Apeldoorn. Smartelijk en onvergetelijk voor ds. en mevrouw Van Genderen was dat het sterven van hun pasgeboren zoontje Dicky samenviel met de installatie en inauguratie in Apeldoorn. Recenter kwam er rouw om het verlies van hun zoon Wytze, 48 jaar oud.
Bijna veertig jaar, van 1954 tot 1993, mocht Jan van Genderen werken als hoogleraar - langer dan wie ook aan de TUA. Hij heeft een groot stempel op het Apeldoornse onderwijs gezet. Niet het minst door zijn toedoen werd de Theologische School een instelling van goed academisch niveau, zonder dat aan de band met de kerken werd afgedaan. Zorgvuldigheid in de studie, maar ook in de relatie met de overheid en met de kerken, kenmerkten hem. Met beslistheid kwam hij op voor wat hij juist achtte. Toch kon zijn oordeel over mensen, bijvoorbeeld over studenten, verrassend mild zijn. In vergaderingen van hoogleraren en curatoren was zijn mening altijd van belang.
Als hij als preadviseur de generale synode meemaakte, was de ervaring niet anders. Trefzeker kon hij soms de vinger daar leggen waar anderen overheen keken.
In diverse kerkelijke deputaatschappen, waarvan met name dat voor de eenheid van gereformeerde belijders moet worden genoemd, heeft hij de kerk van Christus gediend. Als voorzitter van het genoemde deputaatschap droeg hij vele jaren bij aan de bezinning op kerkelijke eenheid. Het christelijke gereformeerde erfgoed waar hij zich aan verbonden wist, belette hem het zoeken van die eenheid niet. Als maar niet over punten werd heen gepraat die juist het belang van de gemeente raakten.
Theologisch werk
De theologische betekenis van prof Van Genderen kan hier alleen worden aangestipt. Aan de Universiteit zal daar bij een academische herdenking uitvoeriger op worden ingegaan.
Van Genderen hield in zijn publicaties altijd de kerk, de gemeente, in het oog. Daar wilde hij wegen voor wijzen. Zijn inaugurele rede over Het practisch syllogisme raakte het geestelijk leven in de gemeente. Het proefschrift over Herman Witsius, een theoloog van de Nadere Reformatie, wees al eerder zijn belangstelling aan voor het geestelijk fundament van de gemeente. De Nadere Reformatie bleef hem wel bezighouden, maar vooral vanuit de bronnen van de Reformatie. Calvijns theologie was hem lief. Studenten werden op het spoor van de bronnen gezet, waarbij confrontatie met eigentijdse ontwikkelingen in kerk en theologie niet ontbrak.
De gemeente was ook in beeld in zijn bijdrage 'Roeping en verkiezing' aan de jubileumbundel van de TUA Woord en Kerk, in 1969. Belangrijk is de studie Verbond en verkiezing uit 1983. In honderd bladzijden zet Van Genderen uiteen welke lijn bijbels, historisch en kerkelijk de zuivere is. Van zo'n publicatie geldt wat zijn promovendus prof dr. B. Kamphuis opmerkte, namelijk dat Van Genderen in enkele zinnen een zaak helderder kon neerzetten dan anderen in complete boeken. Ook van de publicatie over de rechtvaardiging Gerechtigheid als geschenk (1988) kan dat gelden. De titel bevat al een boodschap! Zijn rede over De ware kerk was weer op een andere manier gericht op kerkelijke discussies.
Beknoptheid, mét een rijke inhoud, is ook het kenmerk van de Beknopte gereformeerde dogmatiek uit 1992, geschreven samen met prof dr. W.H. Velema. Driekwart van het boek is van Van Genderen. Dit grote werk biedt de neerslag van jarenlang onderzoek en onderwijs. Het kan nog tot ver in de 21e eeuw oriënteren in gereformeerde theologie. Natuurlijk draagt elk boek het stempel van zijn ontstaan. Elke generatie moet die verbinding met de eigen tijd leggen. De kwaliteit van de Beknopte gereformeerde dogmatiek ligt vooral in het bijbelse gehalte ervan. Daardoor, met de al genoemde trekken, zal het boek een lange adem kunnen hebben. Van Genderen brak overtuigd met zekere scholastieke trekken die lang in de gereformeerde theologie heersten. In plaats daarvan biedt de BGD mooie passages bijbelse theologie. Om er één te noemen: het stuk over 'Gods volkomenheden' in het hoofdstuk 'Over God'.
Zijn grote historische kennis kwalificeerde hem tot het schrijven van Oriëntatie in de dogmageschiedenis (1996). Men vindt er de belangrijke kerkvaders, ketters en kerkelijke leerbeslissingen bij elkaar.
De toekomst
Na zijn emeritaat bouwde Van Genderen nog voort op het thema van zijn afscheidscollege. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde. In De Bijbel en de Toekomst (1998) bespreekt hij vragen over de eindtijd, maar het is ook een getuigenis van het houvast van gelovigen.
God heeft zijn geloven nu tot aanschouwen gemaakt.
Bij ons zal zijn naam nog dikwijls klinken, in grote dankbaarheid.
De Here onze God geve zr. Van Genderen-Bijleveld, en de kinderen en kleinkinderen Zijn genade en vertroosting.
J.W. Maris
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 2004
De Wekker | 16 Pagina's