Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Psalm 143 - een Pinksterpsalm

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Psalm 143 - een Pinksterpsalm

5 minuten leestijd

'Uw goede Geest geleide mij in een effen land' (Psalm 143:10b)

Door de Oude Kerk werd deze psalm genoemd de laatste van de zeven boetepsalmen (6, 32, 38, 51, 102, 130, 143) en dat is terecht. Hier klinkt duidelijk door het schuldbesef: 'ga niet in het gericht met uw knecht' en wij zingen erachter aan 'want niemand zal in dat gericht daar zelfs zijn hart hem aan moet klagen rechtvaardig zijn voor Gods gezicht.' De dichter doet ook belijdenis. In vers 10 belijdt hij: 'want Gij zijt mijn God' en de laatste woorden van dit lied zijn 'want ik ben uw knecht'. Uit alles blijkt dat hij het erg benauwd heeft vanwege de vijanden die zich tegen hem keren. Zijn houvast is en blijft de HEERE, Die in het verleden Zijn daden heeft betoond en op Wie hij in het heden mag vertrouwen en bij Wie hij mag schuilen. Vanuit die levende verbinding kan hij verder.

Afhankelijkheid
De dichter weet zich in dit alles sterk afhankelijk. Hij is totaal aangewezen op de HEERE. Hij is een behoeftig mens geworden, die weet van eigen kleinheid: 'mijn ziel is voor U als een dorstig land'. Een dorstig land heeft water nodig en verlangt naar regen. Is dat niet een typische Pinksterbede? Hoe leger in onszelf hoe meer we vervuld kunnen worden met de stromen van de Heilige Geest. De Heere moet ons door Zijn Geest dorstig maken en ons besproeien met Zijn regenzegen. Zo wordt het Pinksteren en kennen wij de begeerte van de discipelen die in de opperzaal in Jeruzalem dorstig en behoeftig uitzagen naar de Geest en baden om die Geest.
Zo'n gebed van zo'n bidder kan niet anders dan uitlopen op de begeerte om geleid te worden op de levensweg: maak mij bekend de weg die ik te gaan heb. Wijst U mij de weg, Heere. Alleen weet ik die weg niet. Die weg weet U alleen, maar U wilt die weg mij bekend maken. Doe dat dan Heere, want ik hef mijn ziel tot U op. Nog meer vraagt hij: leer mij Uw welbehagen doen. Omdat U mijn God bent daarom wil ik niet anders doen dan wat U wilt, wat U, welbehaaglijk is. Dat moet ik steeds weer leren. Wat is dit duidelijk gezegd.. Dat is immers het begeren van iedere gelovige, klein of groot, verzekerd of niet-verzekerd, om Gods wil te doen en niet te gaan op wegen, die in strijd zijn met Gods wil en wet. Zo komt er plaats voor de bede om de Pinkstergeest: te ontvangen en aan Geest van die Heere verbonden te zijn: dat is het klimaat waarin we vragen om en uitzien naar de Geest van Pinksteren.

De goede Geest
In vers 10 klinkt de Pinksterbede: Uw goede Geest geleide mij in een effen land. Heeft God dan ook een kwade geest? Geen sprake van. De Geest van God is goed, omdat God goed is. Goed is die Geest wegens de oorsprong - van God Zelf. Het is de Geest Die van de Vader en de Zoon uitgaat en Die tezamen met de Vader en de Zoon aangebeden en verheerlijkt wordt. Goed is die Geest ook wegens Zijn werk, omdat Hij wil toepassen en uitwerken het goede werk, dat de Heere Jezus Christus heeft verworven door Zijn lijden en sterven. Hij heet niet minder de goede Geest omdat Hij het grote doel in het oog heeft en houdt: de verheerlijking van Christus. Waar die Geest werkt heeft Hij altijd het goede op het oog, ook als Hij ons laat weten dat we zondaren zijn en dat we kwaad gedaan hebben. Hij werkt het goede als Hij ons oog opent voor onze ellende en de noodzaak van en de rijkdom van de Heere Jezus Christus; als Hij ons bindt aan en doet leven uit en blijvend doet uitzien naar deze Heere.
Om de leiding van die goede Geest gaat het elke dag na Pinksteren.

Een effen land
Is dit een gebed om een makkelijk leven, waarin alles gladjes verloopt? Neen, de dichter weet wel beter. Waar die goede Geest werkt daar maakt die Geest alles vlak; daar wordt een effen weg gemaakt, oneffenheden worden weggenomen.
Deze Geest neemt belemmeringen weg in ons eigen hart en buiten ons - soms verrassend, onverwacht en ongedacht: hoe hebben we er zo tegen op kunnen zien? Wat is het me achteraf gezien gemakkelijk gevallen! Wat is die zorg van weggenomen. Hoe heeft de Heere me geleid. De goede Geest van God was aan het werk. De dichter weet het: als Hij leidt dan komen we in een effen land. Zo is deze Psalm een echte Pinksterpsalm.
Die Geest is door de Verhoogde Christus uitgestort. Hij heeft die Geest verdiend door te boeten voor de zonden.
De hemelse Rechter is met Hem wel in het gericht gegaan. Hij is uit de schuilplaats gestoten om het recht te verwerven dat zondaren nu mogen belijden: bij U schuil ik - om Christus' wil. En op de Paasmorgen heeft God de Vader Hem. Zijn goedertierenheid bewezen en Hem doen delen in Zijn trouw; Hem gegeven waar Hij rechtens verdiend heeft. Zo krijgt deze Psalm fundament en zit er in deze Psalm een heerlijk perspectief. Nu kan de Geest werken in zondaarsharten en hen leiden in een effen land.
Kent U dit Pinkstergebed uit deze Pinksterpsalm? Dan kunt u - ondanks alles - toch verder door de Geest Die een vlak veld maakt.

J. Oosterbroek
(ds. J. Oosterbroek is emerituspredikant van Zierikzee en woont in Havelterberg)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 2004

De Wekker | 16 Pagina's

Psalm 143 - een Pinksterpsalm

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 2004

De Wekker | 16 Pagina's