Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Honderd jaar georganiseerd jeugdwerk (IV, slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Honderd jaar georganiseerd jeugdwerk (IV, slot)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tweestromenland
Begin jaren '70 kwam openlijk ontevredenheid naar voren over het werk van de Jongerenbond. De presentatie op de bondsdagen was erg modern; in het werkmateriaal was weinig meer te vinden van het oude beginsel; geloven leek wel verondersteld te zijn.

Brugfunctie
Het bestuur herkende zich niet in de verwijten. Een gesprek was niet mogelijk. De toenmalige voorzitter, ds. J. Plantinga, maakte er bezwaar tegen, dat de betrokken kerkenraad de zaak op de classis had gebracht zonder zich tot de Bond te wenden. Toch kwam de zaak aan het rollen en kregen de Jeugddeputaten van de synode van 1974 de opdracht om een brugfunctie te vervullen tot herstel van de verhoudingen. Dezen waren van oordeel, dat kritiek en verontrusting zich meer richtten op de vorm dan op de inhoud van het jeugdwerk. 'Zaken waarover we al jaren niet geheel gelijk denken mogen niet worden uitgespeeld binnen het jeugdwerk.'

De deputaten (waartoe ikzelf in die tijd behoorde) hebben veel moeite gedaan om begrip te kweken en uitwegen te vinden, zowel naar de kant van de Jongerenbond als naar de kant van de woordvoerders van de verontrusten. Bij de Jongerenbond voegden zich per 1 januari 1978 de Bond van Chr. Geref. Jeugdclubs, waardoor de 'CGJO' ontstond, de Christelijke Gereformeerde Jongerenorganisatie. De verontruste verenigingen organiseerden zich aanvankelijk in de LCJ, de Landelijke Commissie Jeugdkontakten, later geheten 'het LCJ', het Landelijk Contact Jeugdverenigingen Christelijke Gereformeerde Kerken. Daarin traden verenigingen toe, die óf zich van de CGJO hadden losgemaakt, óf daar nooit lid van geweest waren.

CGJO - LCJ
Er zijn veel tijdrovende gesprekken geweest. De indruk bestond, dat de CGJO 'vrij jeugdwerk' zó uitlegde, dat de kerkenraden er niets mee te maken hadden en dat een oppervlakkig christendom rondwaarde, terwijl de LCJ onder kerkelijk toezicht zou verstaan dat het jeugdwerk onder leiding van de kerkenraad stond. Beide meningen waren fout. 'Vrij' is: uit particulier initiatief ontstaan. De CGJO weet zich blijkens haar statuten met de kerken verbonden; elke plaatselijke vereniging of club staat onder toezicht van haar eigen kerkenraad, zoals altijd het geval geweest is. De LCJ spreekt het liefst van 'kerkelijk jeugdwerk'. Elke deelnemende vereniging staat onder toezicht van haar kerkenraad. Het gebruik van de Statenvertaling en de psalmberijming van 1773 ligt vast voor landelijke bijeenkomsten en wordt geadviseerd en gestimuleerd op regionaal niveau. Het streven is om fris, behoudend jeugdwerk te bedrijven, gegrond op Schrift en belijdenis; men wil zeker niet catechese of pastoraat aanvullen. Er worden studieschetsen uitgegeven; er zijn naast de regionale bijeenkomsten enkele malen per jaar landelijke samenkomsten en instructiedagen.
Maar het was zo jammer, dat veel tijd en energie ten koste ging van het eigenlijke werk: de kerkjeugd begeleiden en wapenen in een leefwereld, die hoe langer hoe meer en hoe langer hoe sneller veranderde. Het CGJO-bestuur deed geweldig zijn best om op de nieuwe mentaliteit en denkwereld in te spelen. Dat was niet eenvoudig en het blijft moeilijk.

Ontwikkelingen
Ondanks alle inspanning bleek Tijdsein niet meer levensvatbaar. Er werd hard aan gewerkt om de bondsdagen nieuwe vorm te geven, waarin naast vorming de ontmoeting een grotere plaats kreeg. De ene keer lukte de invulling van de bondsdagen beter dan de andere keer. De Evangelische Omroep was met zijn jongerendagen begonnen. Tegen die professionaliteit kon je toch niet op. Maar moest dat dan? De vraag werd onvermijdelijk: moeten we zo nog wel doorgaan? De interkerkelijke jeugddagen toonden (of maakten?) dat het eigen kerkelijke besef onder de jongeren niet erg leeft. Ja, er was vroeger een 'bondslied'; oubollig! Voor de ouderen was het toch wel even slikken, dat de vroegere bondsdagen werden afgeschaft, omdat het roer tijdig moest worden omgegooid.
De CGJO heeft een scherp oog voor de snelle en ingrijpende veranderingen waaraan vooral onze jonge mensen blootstaan: de individualisering, beïnvloeding door t.v. en samenleving, het jagen naar geld en snel genot, gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef, kortom machten van de duisternis. Op alle manieren probeert ze, niet zozeer negatief maar vooral positief, leiding te geven en beschikbaar tot dienst te zijn. Werkwijzer, schetsen en thema's ontleden de hedendaagse samenleving en proberen wegen te wijzen. Daarbij is de CGJO erop gesteld, dat ze nog steeds een ledenorganisatie is, waarvan de verenigingen en clubs de leden zijn.
Al een heel aantal jaren heeft de CGJO erop gewezen, dat de catechisatie en het jeugdwerk te weinig samen werken. Werken we zelf de fragmentatie niet in de hand? De moderne problematiek gaat inderdaad de oude bondsgedachte te boven. De indruk bestaat soms, dat het voldoende is om met een bepaalde aanpassing nog net zo te werken als vroeger. Maar daarmee redden we het niet. Als de satan moderne strijdmethoden gebruikt, moeten wij daartegen gewapend zijn.
In de kring van het LCJ kwam enige jaren geleden de door de betreurde jeugdwerkleider P. Versluis geschreven brochure Spoorloos? uit, waarin de noodzaak van eigentijdse benadering van de jeugd werd beklemtoond. In het LCJ wordt de uitdrukking jeugd- en jongerenpastoraat (JJP) gebruikt. In de laatste Algemene Vergadering werden verschillende suggesties gedaan om daaraan vorm te geven.
De CGJO komt elk jaar met een aansprekend jaarthema om samen met de gemeente verder te komen.

Hoe verder?
Er is wel wat meer contact en begrip gekomen tussen de twee organisaties. Samen moeten ze beleven dat de rijkssubsidie wordt gestopt. Hoe moet dat verder? Samen moeten we verder voor de toekomst van Gods Koninkrijk.
Eigenlijk is het motto van 1904 nog steeds aan de orde: luctor et emergo, ik worstel en kom boven.

K. Boersma
(Ds. K. Boersma is emerituspredikant en was in de vorige eeuw jarenlang betrokken bij het kerkelijke jeugdwerk)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 september 2004

De Wekker | 16 Pagina's

Honderd jaar georganiseerd jeugdwerk (IV, slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 september 2004

De Wekker | 16 Pagina's