Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Attestatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Attestatie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geen bewijs van lidmaatschap
In de kerkorde is vrijwel sinds het begin van het georganiseerde kerkelijk leven sprake van een attestatie, een getuigenis aangaande belijdenis en wandel. Feitelijk functioneerde die attestatie al voordat er van een kerkorde sprake was. We bedoelen een kerkelijk getuigschrift, dat aan de leden van een gemeente werd meegegeven, wanneer zij naar een andere plaats verhuisden en zich daar weer bij een gemeente aansloten. In het begin kwam het nog al eens voor dat mensen zich bij een gemeente aandienden, om door de diaconie geholpen te worden. Het gebeurde ook wel dat bedelaars op die manier aan de kost probeerden te komen. Nog vóórdat er van een geordend kerkverband sprake was kende men het gebruik, om een officieel, verzegeld document te gebruiken om aan de ontvangende gemeente duidelijk te maken, dat een broeder in de gemeente, waaruit hij vertrok van goede naam en faam was. Gezond in leer en leven, in belijdenis en wandel. Ook vandaag komt het nog wel voor dat mensen met een mooi verhaal bij een dominee of bij een diaconie aankomen met geen andere bedoeling dan het ontvangen van financiële steun. Men zal begrijpen dat déze achtergrond niet meer zo zwaar meeweegt wanneer onze kerkorde spreekt over attestaties (Art. 82).
De tekst van het artikel is als volgt: "De kerkenraad zal aan leden, die naar een andere gemeente vertrekken, op hun verzoek een attestatie of getuigenis aangaande belijdenis en wandel meegeven, door de preses en de scriba ondertekend". Het gaat, zoals de formulering aangeeft, om een document, dat dient om een getuigenis af te leggen in de concrete situatie, waarin iemand zich bij een andere gemeente aansluit.

'Stuur me mijn attestatie maar'
De opvatting dat het zou gaan om een bewijs van lidmaatschap klopt dus niet. Als iemand op de een of andere manier in onmin is geraakt met zijn kerkenraad, of met de gemeente, en dan meent recht te hebben op zijn attestatie, dan vergist hij zich. De kerkenraad beschikt niet over een doos met attestaties, waaruit dan die van de aanvrager gelicht zou kunnen worden. Als het goed is, is er een ledenregister, hetzij in een stevig boek, hetzij in een kaartsysteem, of mogelijk in meervoud in een computer. Maar dit register met gegevens is geen verzameling van getuigschriften, die uitsluitsel geven omtrent het lidmaatschap. Wanneer iemand zich aan een gemeente wil onttrekken, zal hij dat op een andere manier duidelijk moeten maken, dan door zijn attestatie op te eisen. Soms moet die vraag om een attestatie beschouwd worden als een verkapt dreigement. Soms is het een uiting van diepe onvrede met de gang van zaken in een gemeente. Maar altijd is het een misverstand, dat berust op de verkeerde gedachte dat we lid zijn van een vereniging, en dat we ons lidmaatschap kunnen opzeggen, door om onze attestatie te vragen. Het gaat immers om niets anders dan om een adhoc document. Dit betekent dat het officiële stuk een zeer beperkte geldigheidsduur heeft. Men kan een verzoek indienen bij de kerkenraad, wanneer men binnen hetzelfde kerkverband van de ene gemeente naar de andere gemeente verhuist. In dit geval werkt het document als een officieel, gewaarmerkt stuk, dat de drager van dit getuigenis, voorzover de kennis van de kerkenraad reikt, "gezond in het geloof en onbesproken in de wandel is".

'Ik zie wel waar ik mijn attestatie inlever'
Een attestatie heeft dus een strikte of beperkte doelstelling. Zij houdt in dat de hele kerkenraad niet op reis hoeft te gaan, om in een andere gemeente een getuigenis af te leggen omtrent de verhuizende persoon. Dat bekort de zaak aardig. Ook in ander opzicht is de geldigheid van een attestatie beperkt. Hoe lang zou men haar op zak kunnen houden? Men hoort soms dat iemand zegt: ik kijk wel waar ik hem inlever. Eerst wil ik zelf die of die dominee wel eens horen, en als het me niet lijkt, dan ga ik naar een andere gemeente. Zelfs komt het voor dat iemand de raad krijgt van zijn predikant om zich maar niet bij een plaatselijke gemeente aan te sluiten, omdat daar de 'ligging' niet helemaal zou deugen. Men bemerkt aan zulke dingen hoe zwak de schakels zijn van een kerkverband. Er is een onderlinge afspraak: wij erkennen elkaars attestaties. Maar die erkentenis is bij tijden tamelijk bijkomstig, formeel en weinig kerkelijk-geestelijk. Hier zou men kunnen vragen: "Hoe lang hebt u uw attestatie al op zak gehouden? Geldt zij eigenlijk nog wel? Een onderzoek naar uw handel en wandel in de achterliggende tijd, lijkt ons gewenst". Inderdaad blijkt op dit punt de zwakheid van ons kerkelijke leven. We houden het in stand, omdat we niet op alle slakken zout willen leggen, maar het is als het er op aankomt, in strijd met de idee van de eenheid van ons eigen kerkverband.

Synodale bepalingen
Bij het artikel van de kerkorde lezen we enkele synodale bepalingen, die ik hier ter informatie overneem, omdat ze de bedoeling van het artikel duidelijk maken:

A. Leden die uit een gemeente vertrekken, behoren hun attestaties tijdig op te vragen, van welke aanvrage mededeling zal worden gedaan aan de gemeente.
B. De kerkenraad die het attest heeft afgegeven, dient ten spoedigste hiervan kennis te geven, aan de kerkenraad onder wiens opzicht het vertrekkende lid zal komen.
C. Het vertrekkende lid is verplicht, zijn attestatie terstond in te leveren bij de kerkenraad van de gemeente, waaronder hij komt te ressorteren.
D. Als een dooplid naar een andere gemeente vertrekt, zal zijn doopattest aan de kerkenraad van die gemeente worden toegezonden.
E. Attestaties naar andere kerkformaties worden niet afgegeven. Desverlangd zal een doopbewijs worden afgegeven.
Het loont de moeite om later op sommige punten nader in te gaan.

W. van 't Spijker
(Prof. dr. W. van 't Spijker is emeritushoogleraar kerkorde en kerkrecht van de TUA in Apeldoorn.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 2004

De Wekker | 16 Pagina's

Attestatie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 2004

De Wekker | 16 Pagina's