Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geestelijk denken en doen (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geestelijk denken en doen (3)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat we in de eerdere artikelen aan verschil signaleerden tussen een charismatisch model van geestelijk leven en een bijbels en gereformeerd model, moet ook herkenbaar zijn. Geestelijk denken slaat niet alleen op de 'binnenkant', maar ook op wat zichtbaar is voor anderen. Daarom wijs ik in dit laatste artikel nog op een paar concrete trekken die ons in de spiegel laten kijken.

Gezag
De manier waarop christenen invloed of gezag uitoefenen op anderen verraadt soms een charismatische instelling. Soms kunnen ook ambtsdragers een dergelijk beeld vertonen, dat ze zich beroepen op het feit dat zij gedoopt zijn met de Heilige Geest, en dat men daarom dus naar hen moet luisteren of hun acties moet goedkeuren. De suggestie zit er dan immers achter, dat de Heilige Geest tot hen gesproken heeft, en wie zal het dan wagen tegen te spreken?

Wie een beetje bekend is in pinkster- en charismatische kringen weet dat daar een sterk besef aanwezig is van geestelijk leiderschap. Niet zelden vinden afsplitsingen plaats van gemeenten, omdat een andere leider opstaat die het niet met de bestaande voorganger eens is. Zo ontstaat er een gemeente van volgelingen die een mens achterna gaan, vanwege zijn charisma van geestelijke autoriteit.

Daar is natuurlijk niets nieuws bij. In de tijd van de Reformatie zag men waar het toe leidde, wanneer in de kring van doperse gemeenten mensen zichzelf opwierpen tot leider en voorganger. Niet voor niets is in artikel 31 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, dat over ambtsdragers gaat, met grote nadruk gesteld, dat de dienaren des Woords, de ouderlingen en de diakenen 'behoren aangewezen te worden langs de weg van wettige verkiezing door de Kerk, onder aanroeping van Gods Naam en in goede orde.' Tegen degenen die zelf graag met gezag bekleed willen worden, wordt dan heel nuchter gezegd, dat ze zich er terdege voor moeten wachten om zich met ongeoorloofde middelen in te dringen. Ieder 'is verplicht de tijd af te wachten, dat hij door God geroepen wordt om daardoor het overtuigende bewijs te hebben, dat zijn roeping van de Here is.' Door God geroepen worden blijkt daar dus niet op een innerlijke roepstem te slaan maar op de weg van God in de orde van de kerk. Deze bijbelse nuchterheid past bij de manier waarop de dingen in de kerk onder het gezag van het Woord staan. Iemand die zich meent te beroepen op een innerlijke overtuiging of een ingeving kan dáár de gemeente niet mee confronteren. Het gezag dat ambtdragers hebben is nooit het gezag van hun eigen geestelijke ondervinding. Het kan alleen het gezag van Gods heilig Woord zijn. Dat is in overeenstemming met de Heilige Geest, en dus geestelijk. Bovendien kan het gezag van een ambtsdrager, predikant of ouderling of diaken, nooit aan de kerkenraad voorbij.
Wanneer iemands optreden de indruk wekt bij uitstek geestelijk te zijn, maar niet voldoet aan die maat, dan kan dat wel eens geheel ónder de maat blijken.

Vrucht
Op veel plaatsen in het NT zou gewezen kunnen worden voor de kenmerken van het optreden van een christen in en buiten de gemeente. De Here Jezus wees in de bergrede bijzonder op onze levenswandel als het kenmerk van geestelijk leven. 'Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken.' (Matt. 5:16). De vrucht is de toetssteen, niet de claim van geestelijkheid. 'Aan hun vruchten zult gij hen kennen' (Matt. 7:16). En dan kunnen mensen die in de naam van de Here hebben geprofeteerd of krachten hebben gedaan, nog buiten het koninkrijk zijn. 'Niet een ieder die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is' (zie Matt. 7:21-23).

Herkenbaarheid van wat uit de Heilige Geest is, ligt vooral daarin dat getuigd wordt van Christus. (Joh. 15:26). De Geest der waarheid zal Hém verheerlijken. Jezus zegt van die Geest: 'Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen' (Joh. 16:15-16). In die lijn is ook de apostel Paulus zijn weg gegaan. Hij maakt aan de gemeente in Korinte duidelijk, dat hij en de andere apostelen beschouwd moesten worden als dienaren van Christus aan wie het beheer van de geheimenissen Gods is toevertrouwd. (1 Kor. 4:1). Voor zijn autoriteit in het doorgeven van die geheimenissen maakt Paulus dan niet zijn eigen leiderschap tot het belangrijkste - terwijl hij als apostel wel gerechtigd was zich daarop te beroepen! - maar legt hij in de gemeente juist nadruk op de regel dat ze moeten 'leren niet te gaan boven hetgeen geschreven staat, opdat niet iemand uwer zich vóór de een en tegen de ander opblaze' (1 Kor. 4:6).
Kennelijk past bij de stijl van de Geest van Christus niet zozeer een claim van leiderschap, maar een geest van dienst. De Heilige Geest is de Geest der genade en der gebeden. Hij is de Geest van Christus, die mensen leert zeggen - met Johannes de doper - 'Hij moet wassen, ik moet minder worden' (Joh. 3:30).

Gezindheid
Wanneer mensen in dienst van Gods koninkrijk een groot punt maken van de eer of de positie van zichzelf, omdat door anderen daaraan tekort is gedaan, dan mogen de rode lampjes gaan branden. Hoe is de Here Jezus Zelf niet het voorbeeld geweest. Toen onder de discipelen het streven merkbaar werd naar het bekleden van de hoogste plaatsen, maakte de Here duidelijk wat de norm is. 'Maar wie groot wil worden onder u, zal uw dienaar zijn; en wie onder u de eerste wil zijn, zal aller slaaf zijn. Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.' (Marcus 10:44-45).

Hoe past het bij het geleid worden door de Geest (o.a. Rom. 8:14), dat die Geest - overeenkomstig de bestemming door de Vader - van zichzelf hoogmoedige mensen vormt tot gelijkvormigheid aan het beeld van zijn Zoon (Rom. 8:29). Hoe laat Petrus ons de gestalte van Jezus zien in ootmoed en overgave bij alles wat men Hem deed, ook om ons erop te wijzen, dat Christus ons een voorbeeld heeft nagelaten opdat wij in Zijn voetstappen zouden treden. (1 Petr. 2:21- 24).
Dit volgen van Jezus blijkt precies dezelfde gezindheid te ademen als wat elders de vrucht van de Geest wordt genoemd. Galaten 5:22 spreekt van lankmoedigheid en zachtmoedigheid, van goedheid, vriendelijkheid en zelfbeheersing. Het is die ootmoedigheid waarin de een de ander uitnemender zal achter dan zichzelf, die af te lezen is aan de weg die Christus is gegaan als een weg van ontlediging, een weg naar het kruis (Fil. 2:3-8).
Het is datgene waar de Here Jezus zijn discipelen in onderwees, toen hij hun de voeten waste, en zei dat Hij hun daarin een voorbeeld had nagelaten (|oh. 13:1-17).
Jezus bedoelde daarmee geen spektakelstuk in te stellen, zoals de paus van Rome ervan heeft gemaakt, of een soort sacrament, zoals onder de wederdopers wel voorkwam. Het was het voorbeeld van een gezindheid waarmee je echt niet in de krant komt, en die echt niet tot iets groots kan worden. Als Paulus het in 1 Timoteüs 5:10 heeft over weduwen die o.a. de voeten der heiligen gewassen hebben, dan zijn dat anonieme vrouwen in de gemeente, die voorbeelden zijn geweest van het dienen in de liefde van Christus. Als je dan al namen wilt noemen, dan Tryfena en Tryfosa (Rom. 16:12), die in elk geval de groeten van Paulus krijgen, en Dorkas (Hand. 9:36vv).

Wonderlijk
Wonderlijk hoe mensen zo een plaats mogen innemen zonder belangrijk te worden! Hun dienst wordt met vreugde gesignaleerd, maar ze vertonen de vrucht van de Geest die zachtmoedigheid heet, eenvoudig te omschrijven als: geen lange tenen. We komen in het NT wel een keer het tegendeel tegen. In de derde brief van Johannes gaat het over een broeder in de gemeente die nogal wat problemen veroorzaakt, met name Diotrefes. Waarschijnlijk een oudste in de gemeente, maar dan een die precies het tegendeel uitstraalt van dienen. De apostel Johannes kwalificeert zijn optreden met de woorden 'Diotrefes, die onder hen de eerste tracht te zijn' (3 Joh.:9). De gezindheid die een christen van de Geest van Christus leert, in denken en doen, is de gezindheid van dienen.

Waarom klinkt het woord van apostelen zo scherp, als het optreden van iemand als Diotrefes wordt veroordeeld? Omdat daarbij de eer van God in het geding is. Wanneer de eer van mensen tekort komt, is de toon veel milder. Je zou er de hele tweede brief aan de Korintiërs bij kunnen nalezen, waar voortdurend blijkt dat ze daar nogal wat bezwaren hebben tegen het optreden van Paulus. Nergens blijkt persoonlijke geraaktheid van hem, of de eis van excuses. Nee, zijn hart staat wijd open (2 Kor. 6:11), en als hij dan wat tegen tegenstanders zegt, moet ieder weten, dat zijn optreden niet naar het vlees is. Integendeel, Paulus wil alleen maar elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid van Christus. (2 Kor. 10:3-6).

Hoe vreemd is het, vergeleken bij deze bijbelse houding, mensen hun eigen veldtocht te zien adverteren: Johan Maasbach Wereldzending, Jan Zijlstra op reclameborden voor zijn genezingsdiensten. Met daarbij de nodige financiële campagnes om geld voor hun centra binnen te halen, gebouwd rond een mens. Charismatische leiders adverteren maar al te vaak hun grootheid. Welke gezindheid is dat?
Laten we onderscheiden met een ootmoedig hart. Nadenkend over wat zich afspeelt op kerkelijk en geestelijk erf, en ook zelf buigend voor de Here onze God.

J.W. Maris
(Prof. dr. J.W. Maris is hoogleraar dogmatiek aan de Theologische Universiteit in Apeldoorn.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 2004

De Wekker | 16 Pagina's

Geestelijk denken en doen (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 2004

De Wekker | 16 Pagina's