Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Om de zichtbare liefde van Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Om de zichtbare liefde van Christus

Consulent drs. Heystek: diaconaal werk behoort tot de kern van het geloof

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vraag een willekeurig gemeentelid wat diakenen zijn. Grote kans dat het antwoord luidt: "Dat zijn de mannen die tijdens de kerkdienst collecteren." Drs. A. Heystek (48) uit Veenendaal wist toen hij veertien jaar geleden diaken werd er ook niet veel meer over te zeggen. Nu wel. Sinds 1 september is hij drie dagen per week actief als diaconaal consulent binnen onze kerken. Hoog tijd voor een kennismaking met een ambtsdrager die geen diaken meer is, maar ouderling. "Ieder lid heeft een diaconale roeping."

Zonder te overdrijven kan gezegd worden dat Heystek veel ervaring heeft op het terrein van het diaconaat. Zo kan hij inmiddels terugkijken op een periode van acht jaar als diaken, werd hij in die tijd twee keer afgevaardigd naar de generale synode en was twaalf jaar deputaat ADMA (Algemene Diaconale en Maatschappelijke Aangelegenheden). Heystek is de rest van zijn werkweek onder meer docent psychologie aan de Christelijke Hogeschool Ede. Daarnaast was de Veenendaler nauw betrokken bij de ontwikkeling van de psychosociale hulpverlening in de gereformeerde gezindte.

Consulent
Welke taken Heystek als diaconaal consulent heeft? Daar hoeft hij niet lang over na te denken. "De meest opvallende aspecten zijn: toerustingswerk, het onderhouden van contact met hulpverleningsinstellingen en het ondersteunen van de deputaten. Wat het toerustingswerk betreft is duidelijk dat ik nieuwe, maar ook zittende diakenen wil informeren en begeleiden.
Soms stellen die heel praktische vragen: aan welke instellingen moeten we een gift overmaken? Hoe moeten we omgaan met een gemeentelid dat zich diep in de schulden heeft gestoken? Dat kun je toerusting op maat noemen. Meestal geef ik toerusting op classicaal niveau. Dat wil zeggen dat ik de vergaderingen van de Classicale Diaconale Commissies bijwoon en daarvoor bepaalde toerustingsactiviteiten organiseer."

Daarnaast heeft Heystek met veel hulpverleningsinstellingen in Nederland contact. "Veel instellingen zijn in het verleden ooit opgericht door de verschillende kerken in Nederland en deze onderhouden nu via bepaalde organen contact met de ambtsdragers." Als voorbeelden noemt de Veenendaalse ambtsdrager SGJ, Eleos, Focaris en andere zorginstellingen. Voor wat betreft het ondersteunen van deputaten kan gedacht worden aan het voorbereiden van de vergaderingen, hen te betrekken bij bepaalde activiteiten. "Het is vooral beleidsondersteunend werk."

Bewogenheid
Wat betekent diaconaat eigenlijk? Heystek: "Ik zou het graag willen typeren als barmhartigheid en gerechtigheid. Graag in deze combinatie. Je bent bewogen met medemensen in nood. In de eerste plaats binnen de eigen gemeente, maar niet minder in de samenleving wereldwijd. Gerechtigheid is een bijbels kernwoord: hoe vaak lees je niet over het opkomen voor de rechten van bijvoorbeeld weduwen? Daarom moet je strijden tegen onrecht in de samenleving."
Toch wil Heystek daar een kanttekening bij plaatsen. "Het moet niet doorslaan naar een horizontale benadering van gerechtigheid. Alsof diaconaat alleen gericht is op het doen. Vandaar dat ik ook veel waarde hecht aan de omschrijving van het begrip diaconaat die mijn voorganger drs. H.H. van Well vaak gebruikt. Die noemt het een inzamelen en uitdelen van de gaven. Daar zit een dubbele bodem in. Met verwijst rechtstreeks naar de pecunia, maar plaatst het diaconaat ook in een wat bredere context: het stimuleren van hulpverlening aan hen die daar behoefte aan hebben. Noem dat een stuk gemeenteopbouw."

Een geestelijke omschrijving van het begrip diaconaat spreekt Heystek ook bijzonder aan. "Het gaat uiteindelijk om de zichtbare liefde van Christus. Diaconaat begint bij de liefde van God voor de mens. De wederliefde naar God uit zich als het goed is bij mensen ook in een stuk liefde naar zijn medemens. Door deze vruchten van het geloof wordt de liefde van Christus meer zichtbaar."

Dirigent en orkest
Diaconaat is niet alleen een taak voor diakenen, benadrukt de Veenendaalse ambtsdrager. "Ik ben bang dat veel mensen diaconaal werk vaak willen afschuiven op een paar ambtsdragers. Maar ieder belijdend lid heeft een diaconale roeping. Het is een zaak van de hele gemeente. Natuurlijk, de diaken moet de stimulator en organisator zijn. Hij is de dirigent van het orkest, die ervoor moet zorgen dat het geheel harmonieus klinkt. Hij moet wel een voorbeeld voor de gemeente zijn, maar het is echt een foute gedachte om het diaconaat uit te besteden aan een paar ambtsdragers. In zekere zin moet een diaken zichzelf overbodig maken, doordat hij anderen aanspoort hun roeping te verstaan."

Wil Heystek daarmee zeggen dat gemeenteleden al het werk van een diaken mogen of kunnen overnemen? "Zeker niet. Hij is de bijzondere ambtsdrager, die door de gemeente en zodoende door God Zelf geroepen is tot een primus inter pares. Hij dient dan ook leiding te geven. Een diaken is gezagsdrager namens God. Maar ik zou niet graag het spontane stille werk in de gemeente geen diaconaat willen noemen. Niemand hoeft te weten dat een lid zomaar een pannetje soep of zijn kerstpakket bij de buren brengt. Maar in Handelingen 6 kunnen we lezen over het gevaar dat er mensen zijn die onderbedeeld raken. Daarom is er een stuk coördinatie nodig. Diakenen moeten niet al het werk zelf overnemen, maar wel toezicht houden. Ze moeten niet nalaten geschikte leden op te dragen bepaald werk te doen. Ze mogen zeggen: Ik sta hier niet voor mezelf, maar namens de Heere. Dat zouden gemeenteleden wel eens wat vaker mogen beseffen. Dan kan het dus gaan om zaken als het vervoer naar de kerk van gemeenteleden."

Vergeethoekje
Heystek staat zondermeer achter de toegenomen aandacht voor de positie van diakenen, maar haast zich om die belangstelling te relativeren. "Je zag aan het eind van de twintigste eeuw in de samenleving een emancipatiegolf, waardoor vrouwen die solliciteerden naar een baan steevast de voorkeur kregen. De inhaalslag werd gerechtvaardigd door hun achterstand. Een dergelijke ontwikkeling zie je nu ook ten aanzien van het diaconaat. In de loop der jaren zijn diakenen wat achtergeraakt, omdat de overheid de verzorgingsstaat heeft gecreëerd. Sinds de totstandkoming van de bijstandswet raakte het diaconaat wat in het vergeethoekje. Maar diaconaal werk blijft een kernelement van het geloof Woord en daad horen bij elkaar. Jacobus fulmineert in zijn brief niet voor niets tegen mensen die wel de woorden hebben, maar niet de werken. Tegelijkertijd moeten wij nu uitkijken dat door diaconaat extra accent te geven, we het met geloof gaan vereenzelvigen."

Diakenen hebben vanouds geen goede naam, stelt Heystek. "Ik herinner me nog dat ik als diaken eerst niet welkom was bij een oudere zuster in de gemeente. Het was immers een schande als een diaken bij jouw op bezoek kwam. Dat betekende dat je arm was.
Diaconaat werd vroeger sterk gekoppeld aan de bedeling van de armen. Bovendien gaven kerkvoogden slechts onder strenge voorwaarden financiële hulp en wilden ze alles tot in de kleinste details weten. Wat dat betreft ben ik dankbaar dat diaconaat nu weer de aandacht krijgt die het verdient. Je moet wel met beide benen op de grond blijven en niet bij voorbaat alles als activistisch willen kenmerken."

Hiërarchie
Heystek was eerst diaken, maar is nu ouderling. Ziet hij het diakenambt als een opstapje? "Beslist niet. Diakenen en ouderlingen zijn gelijkwaardig, maar niet gelijk. Ik vraag wel eens: Kent u een ouderling die eerst diaken was? Dan luidt het antwoord bevestigend. Als ik vervolgens vraag of ze een diaken kennen die eerst ouderling was, kijken mensen me verbaasd aan. Er is in de praktijk een onuitgesproken gevoel van hiërarchie. Dat is onbijbels. Alsof een dominee meer is dan een ouderling en een ouderling meer dan een diaken."

Natuurlijk mag je nuchter zijn, vindt Heystek. "Een opzienersambt wordt meer gewaardeerd omdat er dan sprake is van geestelijk gezag. Ouderlingen moeten immers toezicht houden op de leer en het leven van gemeenteleden en zonodig tuchtmaatregelen toepassen. Toch denk ik dat we toe zijn aan een herwaardering van onze visie op de ambten. Ik ben absoluut geen voorstander van de vrouw in het ambt. Het is bijbels gezien heel duidelijk dat het regeerambt de vrouw niet toekomt. Maar er zijn zeker bedieningen in het diaconaat waar vrouwen wel voor in aanmerking komen. Probleem bij deze discussie is wel de gezagscrisis die onze tijd in zijn greep heeft. De gemeenteleden zijn mondig geworden."

Aandacht vragen
Verzakelijkt het diaconaat niet door een toenemende kerkelijke organisatie? "Ik sta ambivalent ten opzichte van gemeentelijke beleidsplannen en doelen. Als economische principes gaan domineren, wordt de kerk een soort bedrijf Dat ís de kerk niet. Maar met een goede structuur is niets mis. Iedereen moet er oog voor krijgen dat stoffelijke zaken slechts één aspect zijn van het diaconaat."
Sommige gemeenten kennen diaconale huisbezoeken. Heystek weet ook dat in veel plaatsen het om uiteenlopende redenen niet haalbaar is. "Daarom pleit ik voor de tussenvorm: een diaken en ouderling die samen op huisbezoek gaan. Daarbij gaat de diaken niet als hulpouderling. Hij heeft ervoor te zorgen dat hij noden signaleert en bespreekbaar maakt of mensen oproept tot diaconaal werk. Het hoeft geen hoofdaccent te hebben in het huisbezoek. Daardoor kan hij ook de predikant vragen voor bepaalde mensen voorbede te doen tijdens de kerkdienst. Uiteindelijk is het aandacht vragen voor nood in de gemeente of in de samenleving eveneens diaconaal werk. Een goede diaken zal ook nooit zijn eigen gebed vergeten. Is dat er niet, dan zal hij nooit goed kunnen functioneren. Een diaken moet zelf de liefde van de Heere kennen. Op grond daarvan zal hij oog voor de nood van een ander hebben."

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 2005

De Wekker | 16 Pagina's

Om de zichtbare liefde van Christus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 2005

De Wekker | 16 Pagina's