Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods antwoord op Daniëls gebed (Daniël 9: 20-27)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods antwoord op Daniëls gebed (Daniël 9: 20-27)

Bijbelstudie over de profetie van Daniël (5)

6 minuten leestijd

Verhoring
Daniël verootmoedigt zich voor de Here en belijdt de schuld van zijn volk. Wij zijn afgeweken van uw geboden en hebben naar uw knechten niet geluisterd. Maar hij smeekt ook om genade. O Here, vergeef! Want uw Naam is uitgeroepen over uw stad en over uw volk. Dit gebed is aangenaam. Gods antwoord komt al voor Daniël is uitgesproken. Terwijl ik nog sprak en mijn zonde beleed, kwam de man Gabriël in ijlende vlucht tot vlak bij mij (vs. 20 en 21). Hij heeft nog geen “amen” gezegd of Gods antwoord is er al. God stuurt de engel Gabriël. Daniël herkent hem uit het visioen in hoofdstuk 8. De engel komt zo dichtbij dat Daniël hem kan aanraken. Nu is hij niet bang. De engel komt op de tijd van het avondoffer. De tempel is verwoest. Daar konden geen offers gebracht worden. Maar de tijd van het avondoffer was één van de drie vaste gebedstijden van Daniël. Zo verhoort de Here Daniëls gebed.

Aangenaam
Gabriël zegt in vs. 23 dat Daniël zeer bemind (S.V. gewenst) is. Daniël is van zichzelf niet beter dan andere mensen. Hij is aangenaam vanwege die schuldbelijdenis. Een verbroken en verbrijzeld hart veracht God niet. Het is heilzaam en tot eer van God om concreet de schuld te belijden. In de tweede plaats is Daniëls gebed aangenaam omdat hij pleit op Gods beloften van genade die hij gelezen heeft. De Here wil aan zijn beloften herinnerd worden omdat Hij een waarmaker van Zijn Woord is.
Gabriël vertelt hem iets opmerkelijks. Bij het begin van uw smeekbede is er een woord uitgegaan en ik ben gekomen om het u mee te delen. Gods antwoord komt niet in de loop van Daniëls gebed. De Here kwam al met zijn antwoord toen Daniël zijn knieën boog om te gaan bidden. Dit is een bevestiging van Jezus’ woord: “Uw Vader weet wat gij van node hebt, eer gij Hem bidt” (Matth. 6: 8). God is ons voor. De Here is niet van ons gebed afhankelijk, maar Hij past het in, in Zijn beleid.

Nader onderwijs
Daniël krijgt niet alleen antwoord dat de Here zijn volk genadig wil zijn. Hij krijgt ook nader onderwijs hoe de Here de dingen gaat doen. Gabriël is uitgegaan om Daniël inzicht te geven (vs. 22). Daniël wordt dieper ingewijd in de wegen van de Here. Dat onderricht vinden we in vs. 24 t/m 27: de profetie van de 70 weken.
Deze profetie is niet bedoeld om na te rekenen hoe laat het is op Gods wereldklok. Jezus zei tot zijn discipelen: “Het komt u niet toe de tijden en gelegenheden te weten waarover de Vader de beschikking aan Zich gehouden heeft” (zie Hand. 1:7). Wij krijgen geen inzage in Gods plannen. Alleen aanwijzingen. Vs. 24 t/m 27 vormen Gods antwoord op Daniëls gebed om terugkeer uit de ballingschap en herstel van de tempel. Het antwoord is dat God zijn volk zeker genadig zal zijn. Hij komt zijn beloften na. Maar Hij doet dat zoals het in zijn raad is bepaald.

Zeventig weken
De wijze waarop God het doet is in vs. 24 beknopt samengevat en wordt in vs. 25 t/m 27 nader uitgewerkt. In die beknopte samenvatting zegt Gabriël: Denk niet Daniël, dat na 70 jaar ballingschap alles glad is. Nee, 70 weken zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad. Het woord dat met week vertaald is betekent: zevental. Het gaat om 70 zeventallen (70 jaarweken); 70 periodes van 7 jaar. In die 70 jaarweken brengt God zes dingen tot stand: 1. De overtreding wordt voleindigd; 2. De zonde afgesloten; 3. Ongerechtigheid verzoend; 4. Eeuwige gerechtigheid aangebracht; 5. De profetie verzegeld; 6. Iets allerheiligst gezalfd (dat is: het herstel van de tempeldienst, maar ook de vervulling van de tempeldienst door Jezus Christus). Om dit complete verzoeningswerk tot stand te brengen zijn 70 jaarweken nodig.
Die 70 jaarweken worden in vs. 25 t/m 27 verder uitgewerkt. 70 zeventallen is 490 jaar. Als je het letterlijk neemt klopt de berekening niet of je krijgt een heel gewrongen verklaring. We moeten het dus symbolisch opvatten.
Die 70 jaarweken worden verdeeld in 3 perioden. Van 7 jaarweken en 62 jaarweken en 1 jaarweek. Er zijn 7 jaarweken nodig (zegt vs. 25) vanaf het moment dat er een woord uitging om Jeruzalem te herstellen tot op een gezalfde. Met die gezalfde wordt niet de Here Jezus bedoeld maar Kores, de koning van Perzië (zie Jes. 45:1). Hij gaf Israël toestemming om naar zijn land terug te keren. Die eerste 7 jaarweken zijn de tijd van de ballingschap en ze komen tot vervulling bij Israëls terugkeer.
Dan volgt een tijd van 62 jaarweken waarin de tempel en de stad Jeruzalem hersteld en herbouwd zijn. Dat gebeurt in de druk der tijden. Denk maar aan de strijd van Haggaï en Nehemia om dat herstelwerk rond te krijgen. Bij die druk der tijden hoort ook het optreden van Antiochus Epifanes. Na die 62 jaarweken wordt een Gezalfde uitgeroeid terwijl er niets tegen Hem is. Dat is het sterven van de Here Jezus op Golgotha. Zo wordt de zonde waarvoor de ballingschap nodig was echt verzoend.
Dan volgt de laatste jaarweek. Weer komt Gods oordeel over Jeruzalem. Romeinse legers verwoesten de stad in het jaar 70 na Christus. Stad en tempel vinden hun einde in de overstroming. De overstroming is een beeld van het oordeel (denk aan de zondvloed). Halverwege die jaarweek vindt de verwoesting van Jeruzalem plaats en eindigt de offerdienst in de tempel. Die offers zijn niet meer nodig omdat hèt offer door de Here Jezus is gebracht. Tenslotte blijft er nog een halve jaarweek over. Een tijd, tijden en een halve tijd; 31⁄2 jaar. Dat doet denken aan het einde van de wereld, de tijd van de antichrist. In die tijd vindt de afronding plaats van deze profetie. Bij Jezus wederkomst is de afval waarvoor de ballingschap nodig was, definitief geboet. Dan gaan allen die de Here hebben lief gehad zijn koninkrijk binnen.


Gespreksvragen:
1. Veel mensen worstelen met de verhoring van hun gebed. Begrijpt u dat? Is Gods antwoord op Daniëls gebed in dat licht een bemoediging? Waarom?
2. Daniëls gebed is aangenaam bij God. Komt dit overeen met wat vr./antw. 117 van de Catechismus zegt over het gebed dat God aangenaam is?
3. Daniël krijgt op het gebed nader onderwijs. Ziet u verband met Matth. 13:12? Zo ja, hoe dan?
4. Welke troost bevat vs. 24 voor Daniël en het volk Israël? Is dit ook een troost voor ons?
5. Daniël 9: 24-27 is een moeilijke profetie. Waarom zou deze profetie toch in de bijbel staan? Wat is het gevaar van dit soort profetieën? Wat is de zegen ervan?

M.J. Oosting
(ds. M.J. Oosting is predikant in de gemeente van Biezelinge.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 2005

De Wekker | 16 Pagina's

Gods antwoord op Daniëls gebed (Daniël 9: 20-27)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 2005

De Wekker | 16 Pagina's