Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkelijke besluitvorming

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkelijke besluitvorming

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het kerkelijke leven zoals het zich afspeelt in een kerkverband, berust grotendeels op onderling vertrouwen en respect. Er zijn tijden, waarin dit zonder meer blijkt: dan bloeien de kerken. Er heerst een samenbindende geest. Er zijn ook tijden waarin het onderlinge vertrouwen sterk onder spanning komt te staan. Kerkelijke vergaderingen die dan leiding hebben te geven moeten in die situatie beschikken over wijsheid en tact. De vraag is of ons kerkrechtelijk stelsel die spanning kan verdragen.

Voor sommigen is er een uitweg in het opvoeren van de autonomie van de plaatselijke kerk. Dan is er een sterke neiging naar het independentisme. Dit is de stroming binnen de gereformeerde traditie, die een soort van onafhankelijkheid voorstaat van de gemeenten. Soms lijkt het een uitweg, die men gaat om binnen de gemeente de rust te verzekeren, of juist actie te ondernemen. Altijd is het een sluipweg, die men kiest om zich vrij te voelen van het kerkverband en eigen wegen te gaan, zonder gehinderd te worden door besluiten van kerkelijke vergaderingen.

Hoe komen die besluiten tot stand?
De gereformeerde kerkorde zoals wij die kennen, en zoals deze onder ons aanvaard is op de laatste synode, geeft bij art. 31 de volgende bepaling: “De besluiten van meerdere vergaderingen worden genomen na gemeenschappelijk overleg en zo mogelijk met eenparige stemmen. Wat bij meerderheid van stemmen uitgesproken is, zal voor vast en bondig worden gehouden tenzij bewezen wordt, dat dit in strijd is met het Woord van God, de belijdenis of de kerkorde”.
Met deze bepaling blijft ook de laatste versie van onze kerkorde in de lijn die bij de constituering van het Nederlandse kerkverband is aangegeven. Dat gebeurde in Emden 1571, nog voordat de vrijheid daagde. De gang van zaken was als volgt: eerst was er het gemeenschappelijk overleg. Men moet niet vergeten dat dit de inleiding vormt voor het totstandkomen van een besluit. De voorzitter moet dan de zaak waarover het gaat kort en duidelijk uiteenzetten, zodat er geen misverstand heerst en de vergadering wéét waarover het gaat. De gedachte achter dit overleg is misschien voor menigeen te hoog gegrepen. Het berust op de overtuiging, dat het de Heilige Geest behaagt om de broeders inzicht te geven in argumenten en overwegingen die over en weer spelen. De basis van het onderlinge vertrouwen en het wederzijds respect ligt in de overtuiging dat ieder zich wil laten leiden door het Woord van God. Wanneer op deze manier de zaken helder worden, kan de voorzitter van de vergadering het resultaat van het overleg samenvatten en formuleren. De volgende stap is, dat er een stemming wordt gehouden. En wat dan bij meerderheid van stemmen uitgesproken is zal gelden als het besluit van de vergadering zelf.
Het besluit van Emden werd als volgt geformuleerd: “De preses vrage het oordeel van de gehele vergadering, hij verzamele de stemmen, hij zet het gevoelen van het grootste en beste deel uiteen. Dit neemt de scriba op, en de voorzitter leest het opgenomen besluit duidelijk voor, opdat het met de instemming van allen wordt goedgevonden”.

Concensus
Op het eerste oog zou men kunnen denken, dat op deze manier een meerderheid over een minderheid kan heersen, en dat er aan het beginsel van de eenparigheid te kort werd gedaan. Alles moet immers “met gemeenschappelijk akkoord” worden besloten (art. 87). De gang van zaken in Emden laat echter duidelijk zien, dat juist dit principe voorrang kreeg. Er werden twee stemmingen gehouden. De eerste vond plaats na de bespreking en deze eerste stemming diende om duidelijk te maken wat de meerderheid van de vergadering oordeelde. In een tweede stemming werd vervolgens het gevoelen van de meerderheid met instemming van allen tot besluit van de vergadering verheven.
De consensus werd mogelijk gemaakt, doordat de minderheid zich naar het gevoelen van de meerderheid voegde. Dat betekende niet dat men van standpunt zou moeten veranderen. Het hield wel in dat het besluit als een wettig besluit van de vergadering werd aanvaard. Ook de synode van Dordrecht (1578) stelde vast dat men “zou blijven bij het advies van de meeste stemmen en dienovereenkomstig zou besluiten”. Ook hier is nog sprake van twee stemmingen. Later is dit gebruik vervallen. Eén stemming moet nu voldoende zijn, en in de meeste gevallen is dat ook genoeg.

Met gemeenschappelijke instemming
Wat het betekent, dat men omnium consensu (met gemeenschappelijke instemming) een besluit nam, dient men goed te begrijpen. Het houdt niet in, dat een voorzitter kan zeggen, dat hij wacht op de instemming van ieder met het te nemen besluit. En dat hij daarom een besluit niet in stemming zal geven, wanneer hij niet overtuigd is, dat allen ermee instemmen. Op die manier kan een minderheid een besluitvorming tegenhouden. Het is anders. De minderheid conformeert zich aan het besluit van de meerderheid. Alleen op die manier kan het kerkelijke leven gaande worden gehouden. Maar dit betekent vanzelfsprekend, dat een besluit nimmer in strijd mag komen met Gods Woord. Hetzelfde geldt, zij het op een andere manier, ook van de belijdenis van de kerken, en zo ook van de artikelen van de kerkorde. Daarom eindigt de bedoelde passage dan ook met de constatering dat een besluit voor vast en bondig zal worden gehouden “tenzij bewezen wordt, dat dit in strijd is met het Woord van God, de belijdenis of de kerkorde”. De vraag is dan vanzelf: wie heeft dit te bewijzen.

W. van ’t Spijker
(Prof. dr. W. van ’t Spijker is emeritushoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht van de Theologische Universiteit in Apeldoorn.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 2005

De Wekker | 16 Pagina's

Kerkelijke besluitvorming

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 2005

De Wekker | 16 Pagina's