Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods rijk komt op Gods tijd (Daniël 12: 5-13)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods rijk komt op Gods tijd (Daniël 12: 5-13)

Bijbelstudie over de profetie van Daniël (10)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een ernstige boodschap roept altijd vragen op. Als je van de dokter bericht krijgt dat je ernstig ziek bent, komen de vragen. Hoe zal het ziekteproces gaan? Hoeveel kans op herstel is er bij een operatie? Enzovoort. Zo is dat ook bij Daniël. Hij kreeg een ernstige boodschap over de eindtijd. Gods volk zal moeilijke tijden doormaken. Nu zit Daniël vol vragen. In hoofdstuk 12: 5-13 komen die vragen aan de orde.

Met een eed bekrachtigd
De boodschap van de engel maakte diepe indruk op Daniël. Er komt een heerser die zichzelf god waant en die de dienst van de Here onmogelijk zal maken. Hij zal mensen gevangen zetten en martelen en doden ter wille van het geloof. Ongetwijfeld heeft Daniël zich afgevraagd: Wanneer zal dat gebeuren? En voor hoelang?
Maar voor Daniël zelf die vragen kan stellen, worden ze al door een ander gesteld. Hij ziet naast de engel die met hem spreekt, twee anderen. De één aan deze oever van de rivier en de tweede aan gene oever van de rivier. Daniël heeft het over twee “anderen”. Hij zegt niet dat het engelen zijn, maar dat is wel het meest waarschijnlijk. Zij zijn gekomen als getuigen. Straks wordt er een eed gezworen. Die twee engelen bij de Tigris (Dan. 10: 4) zullen aan die eed kracht verlenen (Deut. 19:15).
Bovendien staat de engel die Daniël de boodschap van God doorgaf niet meer naast hem. Hij zweeft boven het water van de rivier (vs. 6). Eén van die twee engelen naast de rivier stelt de vraag die ook bij Daniël leefde. Wanneer komt er een einde aan die wonderbare dingen? Met ‘die wonderbare dingen’ wordt het optreden van Antioches Epifanes bedoeld. De engel geeft ogenblikkelijk antwoord. Maar voor Daniël het antwoord vermeldt, zegt hij eerst, dat dit antwoord onder ede gegeven is. De engel boven de rivier zweert bij de naam van God die eeuwig leeft. Bij dat zweren heft hij de beide handen ten hemel. God staat er voor in dat dit woord uitkomt.

Het antwoord
De eed die de engel zweert heeft betrekking op de duur en op het einde van die wonderbare dingen. Hoelang zal het optreden van Gods vijand duren? Het antwoord luidt: een tijd, tijden en een halve tijd (zie ook Dan. 7: 25). Letterlijk genomen is dat 3½ jaar. Volgens de joodse geschiedschrijver Flavius Josephus heeft het optreden van Antiochus Epifanes precies 3½ jaar geduurd. Waarschijnlijk mogen we hieruit afleiden dat ook de antichrist (de Antiochus Epifanes van de eindtijd) in letterlijke zin 31⁄2 jaar lang zijn bewind zal uitoefenen.
Er zijn ook bijbelverklaarders die de 3½ jaar symbolisch uitleggen. 3½ is de helft van 7. Zeven is de aanduiding van Gods werk. De poging van de antichrist om Gods werk teniet te doen, mislukt. Het breekt halverwege af. Dan is er nog de figuurlijke opvatting van een tijd, tijden en een halve tijd. Men zegt: Een tijd is de beginfase van de verdrukking. Tijden is de tweede fase van ergere verdrukking. Een halve tijd is de derde fase van een nog heviger verdrukking. Maar halverwege breekt deze af op het moment dat de Here ingrijpt. Hoe het ook zij, het is duidelijk dat er een erge verdrukking komt. Gods Koninkrijk komt door de verdrukking heen. Maar het is ook duidelijk dat de Here het eind ervan bepaalt. Het duurt geen dag langer dan Hij toelaat. Als voor God de maat vol is, is het met zijn tegenstander gedaan.

Daniëls vraag
Daniël weet geen raad met het antwoord van de engel. Daarom stelt hij in vs. 8 een tweede vraag: Mijnheer, waarop zullen deze dingen uitlopen? Hij wil graag meer weten. Hij krijgt nader antwoord op zijn vraag. Mogelijk niet zo gedetailleerd als hij gehoopt had; hij krijgt geen exacte data. Daniël krijgt de opdracht om heen te gaan en deze woorden te verzegelen. God wil dat ze zorgvuldig bewaard worden tot de eindtijd. Veel dingen worden pas duidelijk als het zover is. De mensen die middenin de vervolging leven zullen ineens zicht krijgen op de woorden die Daniël sprak. Zo zal de Here hen in die moeilijke tijd door dit woord vertroosten en bemoedigen.
De engel kan niet alles zeggen, maar wat gezegd kan worden dat maakt hij bekend. In vs. 10 zegt hij, dat die bange tijd voor Gods volk toch zegen meebrengt. Er vindt een zuivering plaats; een reiniging en loutering van Gods volk. Zoals een goudsmid het ruwe goud zuivert in de smeltoven. Door de verdrukking blijkt dat Gods volk uit twee groepen bestaat: uit verstandigen en goddelozen; uit oprechte gelovigen en naamgelovigen. Uit mensen die het van Jezus Christus verwachten en mensen die het van zichzelf verwachten. In de verdrukking wijzen de naamgelovigen de Here af. Maar de oprechte gelovigen klemmen zich des te meer aan Hem vast.
In vs. 11 spreekt de engel over een gruwel die verwoesting brengt. In de tijd van Antiochus Epifanes hield dit in, dat het dagelijks offer verboden werd en dat er een afgodsbeeld in de tempel werd gezet. In de tijd van de antichrist zal de dienst van de God en Vader van onze Here Jezus Christus verboden zijn en zal de antichrist eisen dat hij zelf als god vereerd wordt. Vanaf de tijd dat de verwoestende gruwel is opgericht duurt de verdrukking 1290 dagen. Dat is 30 dagen (1 maand) meer dan de 3½ jaar (= 1260 dagen). Misschien wordt er rekening gehouden met een schrikkelmaand en wordt dezelfde tijd bedoeld als die 3½ jaar. Voor ons is het genoeg dat de Here het in zijn hand houdt. Welzalig hij die blijft verwachten en 1335 dagen bereikt. Dat is 45 dagen (1½ maand) meer dan de 1290 dagen. Dan is de verdrukking voorbij. Waarschijnlijk zal er in de eindtijd wel meer over deze getallen duidelijk worden. Het wekt ons op om uit te zien naar Gods rijk dat komt. Tenslotte eindigt de engel met persoonlijke troostwoorden voor Daniël.


Gespreksvragen:
1. Waarom zweert de engel in vs. 7 ten aanhoren van de twee anderen een eed? Wat kunnen wij hier uit concluderen?
2. Vindt u het een troost dat de engel, die de boodschap bracht, nader uitleg geeft? Waarom?
3. Welke uitleg van de uitdrukking “een tijd, tijden en een halve tijd” spreekt u het meest aan? Waarom? Kunnen ze ook alle drie gelijk hebben?
4. De grote verdrukking – zo laat vs. 10 zien – zorgt voor een zuivering van Gods volk. Wat betekent dat voor ons, nu die grote verdrukking er nog niet is?
5. Luther zei: De Here laat de zijnen soms wel zinken, maar niet verdrinken. Is dit van toepassing?

M.J. Oosting
(ds. M.J. Oosting is predikant in de gemeente van Biezelinge.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 maart 2005

De Wekker | 16 Pagina's

Gods rijk komt op Gods tijd (Daniël 12: 5-13)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 maart 2005

De Wekker | 16 Pagina's