Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het geloof temidden van een ervaringscultuur (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het geloof temidden van een ervaringscultuur (1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op verzoek van de redactie van Ambtelijk Contact schreef ik in dat blad onlangs een artikel over onze houding tegenover de evangelische stromingen. Bij het schrijven daarvan realiseerde ik mij dat bij dit onderwerp onze houding ten opzichte van de hedendaagse ervaringscultuur een doorslaggevende rol speelt. In de ervaringscultuur is de ervaring, met name de emotionele ervaring, een dominante factor geworden.

In enkele artikelen wil ik iets zeggen over de vraag hoe wij ons als christen kunnen opstellen in deze cultuur, waarin wij vandaag allemaal leven. Daar komt de evangelische beweging onvermijdelijk ook bij ter sprake. Het gaat echter niet alleen daarover, maar over heel de ervaringscultuur die ook binnen onze kerken aanwezig is en waar wij zelf ongemerkt deel aan hebben.

Bubbelbadgeloof
‘Bubbelbadgeloof’, dat woord trof mij enkele weken geleden op de voorpagina van de krant. Het bleek een verwijzing naar een lezing, waarbij met een soortgelijke term een algemene typering gegeven werd voor de geloofsbeleving van veel hedendaagse christenen. In toenemende mate heeft geloven voor veel christenen iets te maken met een aangenaam gevoel, iets moois, iets fijns, iets dat je vooral moet beléven om de weldaad ervan te ervaren. De theologie van de arm om je schouder.
Nu zullen er weinig christenen zijn die willen beweren dat geloven op geen enkele wijze met een gevoel te maken heeft. Iets anders is dat vandaag het gevoel een soort doorslaggevende factor lijkt te worden bij de geloofsbeleving en de geloofsoverdracht die men nastreeft. ‘Voel het’ en ‘beleef het’ lijkt een laatste, beslissend woord in veel geloofsgesprekken te worden. ‘Ik voel het niet’ of ‘ik voel dat anders’ wordt dan steeds het definitieve tegenargument in veel discussies.
Als wij de inhoud van dit geloof bekijken, merk je dat de verrukking over God en de warmte van Zijn aanwezigheid in sterke mate andere noties gaan verdringen uit het taalveld van veel christenen. In leer en leven van kerken van gereformeerde signatuur was altijd het besef aanwezig dat de afstand tussen God en mensen wordt overbrugd door Gods genadige ontferming in Christus, die door Woord en Geest gestalte bij ons krijgt.
Die overbrugging lijkt nu veel meer een zaak te worden van directe beleving, godservaring en gelovige emotie. De realiteit van God is er wanneer het geloof ‘werkt’. Dat ‘werken’ houdt meestal in ‘een goed gevoel erbij hebben’. Een ‘feel-good-geloof’ (goed-gevoel- geloof) is het dan tenslotte.
Leden van veel kerken zien er wel iets in. Zij vinden als mensen van onze tijd (met de grote nadruk op ervaring) dat de verstandelijke inslag die protestantse kerken vaak hadden, hen niet meer kan bevredigen. Zij willen méér. In de hunkering naar dat bijzondere gevoel zetten sommigen zich in voor bezinning op dit punt binnen de bestaande kerken. Anderen pakken het radicaler aan. Want een paar straten verder of in het volgende dorp is vast wel een evangelische groep te vinden, waar hun behoeften bevredigd worden. Zij ontdekken daar dat ze niet de enigen zijn, want velen vóór hen hadden de weg naar deze warme, behaaglijke plek ook al gevonden.

Een waarschuwende stem
Hoe moet je hierop reageren? Zeker niet door je alleen maar geërgerd af te keren van allerlei religieuze sentimentaliteit. Het is trouwens nog niet eenvoudig om helder aan te geven waar echt grenzen worden overschreden.
Het protestantisme heeft altijd een sterk intellectuele inslag gehad, waardoor het in de loop der tijd in zekere zin lijkt te zijn scheefgegroeid.
Toen de bekende theoloog Alistair MacGrath enige tijd geleden zei dat het gewone protestantisme op sterven na dood lijkt te zijn, reageerden veel theologen als door een horzel gestoken. Juist deze verdacht heftige reacties zouden er wel eens op kunnen duiden dat hij een gevoelig punt had geraakt, met name als het gaat om de overaccentuering van het verstand in de protestantse traditie. Vanuit dit gezichtspunt is de toenemende beklemtoning van gevoel, ervaring en emotie in de geloofsbeleving ook best te begrijpen.
Maar een flinke hoeveelheid gevoel en ervaring is niet zomaar de oplossing van de vroegere eenzijdigheden. Juist in de hedendaagse beleving van het geloof in termen van ervaring en emotie liggen nieuwe eenzijdigheden verscholen en het gevaar van ontsporingen.
Waarschuwende geluiden zijn daarom terecht steeds te horen.
Een duidelijk voorbeeld van iemand die met profetisch élan zijn waarschuwende stem telkens laat horen, is de VU-theoloog dr. A. van de Beek. Hij wordt niet moe om de gebreken aan de orde te stellen van het ervaringsgeloof van de postmoderne mens. Deze mens is volgens hem niet meer dan een ego-tripper, vervuld met allerlei wensen tot zelfontplooiing, ook als hij hunkert naar een godsdienstige ervaring. In het zoeken naar warmte en geborgenheid bij God zit volgens hem vaak niet meer dan puur-menselijk sentiment. Dit komt niet wezenlijk iets verder zo lang men zich niet laat gezeggen door de boodschap van Gods radicale oordeel en zolang men weigert serieus te nemen dat bekering betekent dat wij met Christus moeten sterven. Een christendom dat niet meer biedt dan service aan de ontwikkeling van de gevoelens van de hedendaagse mens, is voor hem geen christendom. Van het kerstfeest zegt hij, geheel in deze lijn, dat het wat hem betreft beter kan worden afgeschaft.

Prikkelend
De waarschuwende stem van Van de Beek prikkelt velen. Op de één of andere wijze voelt men dat hij wezenlijke dingen noemt en dat hij daarbij centrale momenten uit de gereformeerde belijdenis naar voren haalt. Veel uit zijn woorden is een terechte kritiek op het goed-gevoel-geloof. Maar tegelijk is het een prikkelend geluid dat ook vragen oproept. Er lijkt bij hem nauwelijks iets méér te zeggen over het mens-zijn dan de (op zich terechte) boodschap dat het in Christus geoordeeld wordt en dat alles en allen door dit oordeel heen moeten.
Mensen in de sfeer van het evangelisatiewerk komen dan met de vraag hoe je nog met een boodschap de wereld in kunt, wanneer dit de enige pijl op onze boog is. Eén en ander maal boog de IZB (evangelisatieorganisatie in de PKN) zich over deze vraag. Er zijn verschillende bijbelse argumenten die pleiten voor een bredere visie op ons mens-zijn. De mens blijft schepsel van God en geschapen voor een bepaald doel. In dit door God gestelde doel zal hij uiteindelijk zijn volle ontplooiing moeten vinden.
Terecht valt bij de genoemde VU-theoloog de nadruk op het sterven met Christus en de afbraak van de oude mens. Juist op dit punt moet het hedendaagse emotiegeloof in alle duidelijkheid ontmaskerd worden. Maar de bekering is niet alleen het sterven van de oude mens; het is ook de opstanding van de nieuwe mens, zegt zondag 33 van de Catechismus. Op de één of andere manier kan dit niet voldoende tot zijn recht komen in de benadering van Van de Beek. De nieuwe mens met alles wat daarbij hoort, ook zijn gevoelens, is een gegeven dat ook niet verwaarloosd mag worden. Op dit punt voelen we bij Van de Beek wel een tekort.
De scherpte van zijn analyse zou gecombineerd moeten worden met een bredere visie op de mens als schepsel van God.
Intussen bekritiseert hij zeer terecht de eenzijdige aansluiting bij onze cultuur. Deze kritiek moeten wij ter harte nemen. Wie hier niet aan wil, zal op een gegeven moment in het feel-good-geloof eindigen en het is de vraag of dit nog ‘geloof’ mag heten in bijbelse zin.

Een andere stem
Soms merk je dat de woorden van Van de Beek als vreemd en abstract ter zijde worden geschoven. In het kerstnummer van het EO-blad Visie, waarin een aantal reacties op Van de Beeks standpunt over het kerstfeest werd gepubliceerd, bleek daar iets van. Het was bij sommigen of men woorden had gehoord, die uit een andere wereld kwamen.
Zijn waarschuwende stem wordt daarom nogal eens afgedaan als een theoreticus, die op verre afstand staat van de werkelijkheid. Dat kan men zeker niet zeggen van een andere stem die onlangs hetzelfde waarschuwende geluid met dezelfde gedrevenheid liet horen: dr. Henk Bakker.
In enkele bladen verschenen interviews met hem, waarin hij met name in de richting van de evangelische gemeenten forse uitspraken doet. Vooral hekelt hij het feit dat ervaringsprikkels en belevingsimpulsen daar steeds meer het geestelijk beeld gaan bepalen. Bakker ziet in een aantal gemeenten dat diepgang en bijbelse verworteling duidelijk plaatsmaken voor beleven, ervaren en kicken.
Hier is geen buitenstaander aan het woord, maar iemand die een plaats heeft midden in de evangelische beweging en zich daar ook intens mee verbonden weet. Een onverdachte getuige dus. Juist op zijn plaats weet hij haarscherp te signaleren hoe een christendom van gevoelens en ervaringen snel zijn inhoud verliest en daarom kan ontsporen. Overigens zal dit geluid door ons dan meteen naar ons eigen kerkelijke leven doorvertaald moeten worden.
De bovengenoemde interviews met dr. Bakker kwamen voort uit zijn laatste boek, waar ik in het volgende artikel iets over hoop te zeggen.

W.P. de Groot
(drs. W.P. de Groot is predikant in ’s-Gravenmoer.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 2006

De Wekker | 16 Pagina's

Het geloof temidden van een ervaringscultuur (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 2006

De Wekker | 16 Pagina's