Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schepping en/of evolutie?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schepping en/of evolutie?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al sinds de verschijning van Charles Darwins De oorsprong van de soorten in 1859, wordt er, niet in het minst onder mensen van gereformeerde huize, een debat gevoerd over de relatie tussen schepping en evolutie.

Er is goede reden om de discussie opnieuw aan te gaan, zoals een aantal bekende Nederlandse wetenschappers dat doet in het onlangs verschenen En God beschikte een worm. Over schepping en evolutie. In de afgelopen jaren tekenen zich namelijk steeds duidelijker twee ontwikkelingen af.

Nieuwe ontwikkelingen
Enerzijds neemt men in christelijke kringen hoe langer hoe meer afstand van het jonge-aarde creationisme. Volgens deze theorie is de aarde zo’n zesduizend jaar geleden in zes dagen van vierentwintig uur geschapen. De geologie wekt de suggestie dat de aarde miljoenen jaren oud is, maar dit valt volgens deze creationisten te verklaren door een wereldwijde (zond)vloed die ongeveer vijfenveertighonderd jaar geleden heeft plaatsgevonden. Deze gedachte heeft de laatste tijd in sterke mate aan populariteit ingeboet. Bekende vertegenwoordigers van het jonge-aarde creationisme, zoals drs. A. Knevel en dr. W.J. Ouweneel, hangen de theorie inmiddels niet meer aan. Binnen onze eigen kerken hebben dr. S. Paas en prof. dr. H.G.L. Peels bij verschillende gelegenheden betoogd dat het eerste hoofdstuk van Genesis niet als een letterlijk natuurkundig-historisch verslag is bedoeld. Ik zeg niet dat dit een goede of slechte ontwikkeling is; ik wijs er slechts op dat deze beweging zich de afgelopen tijd voordoet en van belang is voor de discussie over schepping en evolutie.

Anderzijds is steeds meer kritiek te horen op het naturalisme, de gedachte dat de natuur een gesloten systeem is waarbij de invloed van God of een andere bovennatuurlijke macht bij voorbaat wordt uitgesloten. Deze kritiek is met name duidelijk geworden in de discussie rond de theorie van het Intelligent Ontwerp (Intelligent Design), zoals die het afgelopen jaar in ons land gevoerd is. Het boek Schitterend ongeluk of sporen van ontwerp? waar En God beschikte een worm het vervolg op is, ontketende toentertijd een indrukwekkende woordenstrijd in ons land. Het eigenlijk punt van de theorie van het Intelligent Ontwerp is dat het op grond van kosmologische gegevens (de kans dat er door toeval op aarde leven ontstaan is, is ontzaglijk klein) en op grond van biologische gegevens (de kans dat er door toeval een eerste cel ontstaat is ook bijzonder gering) redelijk is te geloven dat de werkelijkheid van de natuur niet (alleen maar) door toevallige veranderingen ontstaan is, maar dat er een ontwerp aan ten grondslag ligt.
Er is wel beweerd dat men op deze wijze probeert God de wetenschap in te smokkelen, maar een dergelijk bezwaar moet van de hand gewezen worden. Immers, het feit dat het heelal ontworpen is zegt nog niets over de aard van de ontwerper(s). Opnieuw, ik wil geen oordeel vellen over deze ontwikkeling; het is hier slechts van belang te constateren dat zij er is.

Vragen
Door deze twee recente ontwikkelingen worden nieuwe vragen opgeroepen en oude vragen scherper gesteld. Veel exacte wetenschappers, inclusief een aanzienlijk deel van de christelijke wetenschappers, aanvaarden vandaag de dag op grond van wetenschappelijk onderzoek de gedachte dat de aarde zo’n 4,6 miljard jaar oud is en het heelal zo’n 13,7 miljard jaar. Tevens aanvaarden zij dat ontwikkeling binnen biologische soorten (micro-evolutie) ook vandaag de dag nog in de natuur kan worden waargenomen. Evolutie op macro-niveau (dat de ene soort zich in de andere kan ontwikkelen) of totale evolutie (dat alle leven op aarde dezelfde oorsprong heeft) zijn echter meer omstreden. Toch is er nog steeds een flinke groep christelijke wetenschappers die ook de laatste twee hypothesen aanvaardt. Dit roept de vraag op hoe ver men mee kan gaan in het evolutie-denken, wil men aan cruciale bijbelse gegevens vast kunnen blijven houden.

Laat ik wat preciezer zijn. In deze discussie gaat het onder meer om de volgende vragen: Is macro-evolutie verenigbaar met het geloof in een schepping zoals die onder meer in Gen. 1 beschreven wordt? Kan macro-evolutie gerijmd worden met de gedachte dat de mens naar het beeld van God geschapen is? Is de gedachte dat alle leven op aarde dezelfde oorsprong heeft, zoals die in de evolutietheorie veelal verondersteld wordt, verenigbaar met een historische zondeval van de mens? Kan God toevallige mutaties gebruiken om de wereld of delen daarvan te scheppen? Dit zijn moeilijke vragen, die nadere bezinning vereisen.
In het genoemde boek wordt daartoe met name een aanzet gedaan door de Leidse theoloog Gijsbert van den Brink en de Amsterdamse filosoof René van Woudenberg, beiden oprechte christenen die de ontwikkelingen in de wetenschap serieus nemen zonder daarbij hun geloof te verloochenen.

Relevantie
Het is niet mijn bedoeling in dit artikel een antwoord op bovengenoemde vragen te geven. Dat zou een veel uitgebreidere behandeling vergen, zo ik de antwoorden al zou weten. Het is wèl mijn bedoeling duidelijk te maken waarom het van belang is dat er in onze kerken over deze vragen nagedacht wordt. Misschien mag ik drie overwegingen aandragen.

Ten eerste is het mijn indruk dat veel van mijn christelijke medestudenten tijdens hun studie in een soort spagaatdenken terecht komen. Zij zijn opgegroeid met het geloof dat God de aarde zo’n zesduizend jaar geleden in zes dagen geschapen heeft. Dit lezen zij in de Bijbel, die hun lief is omdat zij geloven dat de Bijbel Gods Woord is. Tegelijk komen zij in aanraking met de wetenschap, zoals die aan de universiteiten bedreven wordt. Daar wordt hun geleerd dat de aarde niet zesduizend, maar een paar miljard jaar oud is. Bovendien wordt hun verteld dat de mens door toevalsprocessen uit andere soorten ontstaan is en dus niet door God geschapen is.
Om mee te kunnen komen in de wetenschappelijke discussie brengen zij voor zichzelf een soort boedelscheiding aan tussen hun academisch werk, waarbij zij voor het gemak de genoemde denkkaders aannemen, én hun persoonlijk geloof, dat iets voor de zondag en het persoonlijke leven met God is. Dit blijft een paar maanden of een paar jaar goed gaan, maar dan wordt de spanning te groot en moet men een keuze maken, vaak ten nadele van het geloof.
Een andere mogelijkheid is dat men beide blijft vasthouden, maar dat het geloof tot het privédomein beperkt wordt en als iets subjectiefs en ten diepste onredelijks beschouwd wordt. Het is mijn overtuiging dat het volgen van de huidige discussie omtrent schepping en evolutie een dergelijke situatie kan voorkomen. Men leert immers scheiding te maken tussen wetenschappelijke claims en levensbeschouwelijke claims. Bovendien leert men inzien dat allerlei wetenschappelijke theorieën bepaalde elementen uit het christelijk geloof niet per definitie uitsluiten. Dit zal naar mijn idee tevens een bezinning op de hermeneutiek met zich meebrengen: hoe lezen wij de Bijbel eigenlijk en wat bedoelen passages als Genesis 1 ons te zeggen?

Stem laten horen
Ten tweede biedt volgens mij het debat over schepping en evolutie de kerk de mogelijkheid om in de maatschappij haar stem te laten horen. Door de laatdunkende opmerkingen van invloedrijke Nederlandse wetenschappers, zoals Dick Swaab, Herman Philipse en Ronald Plasterk, wordt de gemiddelde Nederlander regelmatig bevestigd in zijn visie dat christenen mensen zijn die – om te kunnen blijven geloven – hun verstand op nul moeten zetten. De confrontatie tussen het – in hun ogen simplistische – scheppingsgeloof enerzijds en wetenschappelijke bewijzen (omtrent evolutie en ouderdom van de aarde) zien zij als een van de helderste voorbeelden daarvan. De discussie over schepping en evolutie biedt ons als christenen de gelegenheid te laten zien dat men zijn verstand niet op nul hoeft te zetten om in God te kunnen geloven.

Ten slotte is het naar mijn idee de taak van een christen de confrontatie met overtuigingen die zijn of haar geloof zouden kunnen weerleggen niet uit de weg te gaan. De Here Jezus zelf roept ons in Matth. 22 op God niet alleen met ons hart en met onze ziel, maar ook met geheel ons verstand lief te hebben. Naast een diepe emotionele en bevindelijke omgang met de Here is het dus ook goed om te proberen de dingen van het geloof te begrijpen en verstandelijk te doorgronden, voor zover dat mogelijk is.
Dit betekent niet dat een christen zich in allerlei ingewikkelde wetenschappelijke discussies moet gaan mengen waar hij geen verstand van heeft. Het betekent wel dat een christen, zeker als hij of zij academisch geschoold is, kennis moet nemen van een brede maatschappelijke en politieke discussie die rechtstreeks zijn geloof aangaat, zoals die op dit moment in Nederland gevoerd wordt.

Aanbeveling
Bij dezen zou ik u daarom willen aanbevelen het boek En God beschikte een worm te kopen en te lezen. Het boek bevat heel verschillende artikelen die niet al te moeilijk zijn en in willekeurige volgorde gelezen kunnen worden. Als christenen geloven wij in een almachtige God die in zijn grote liefde en oneindige wijsheid de ganse kosmos ooit heeft voortgebracht en nu nog steeds met zorg onderhoudt. Als wij ongelijk hebben, laten wij daar dan maar zo snel mogelijk achterkomen! Als wij gelijk hebben, waar zouden wij dan bang voor zijn?

Rik Peels
Rik Peels studeert theologie in Apeldoorn en filosofie in Amsterdam Reacties zijn welkom op: hdpeels@lycos.nl.

N.a.v. Cees Dekker, Ronald Meester en René van Woudenberg (red.), En God beschikte een worm. Over schepping en evolutie, Kampen: Ten Have, 2006. Prijs: € 24,90.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 2006

De Wekker | 16 Pagina's

Schepping en/of evolutie?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 2006

De Wekker | 16 Pagina's