Blijf in de leer van de Heer!

Leer en/of Heer?
‘Niet de leer, maar de Heer!’ Die uitspraak hebt u misschien wel eens gehoord of gelezen. Soms kan die uitspraak een corrigerende werking hebben. Er zijn nl. mensen in de kerk die alleen maar bezig zijn met leerstellingen en regels. Dan is het goed dat zij erop gewezen worden dat ons geloof gaat om een persoon, en om een persoonlijke relatie met die persoon: Jezus Christus. God roept ons tot de verborgen omgang met Hem, in zijn Zoon en door zijn Geest.
Meestal is die uitspraak echter gevaarlijk. Want er is geen tegenstelling tussen de leer en de Heer. De bijbelse leer gaat over de Heer, en de Heer van de Bijbel heeft een leer. Sterker nog: Hij is zelf het kloppende hart van die leer. Wie de bijbelse leer van Christus verliest, verliest uiteindelijk alles! Dat is wat Johannes aan de lezers van zijn tweede brief en ons voorhoudt.

Gastvrijheid
De vakantie ligt alweer achter ons. We hebben vaak heel wat afgereisd. Vroeger werd er ook al veel gereisd – te voet. Maar veel christenen bleven niet in een herberg slapen. In de meeste herbergen was de sfeer losbandig en gevaarlijk. Daarom overnachtten de christenen – ook de apostelen – vaak bij gelovigen thuis. Het is dus niet vreemd dat we in de Bijbel lezen dat gastvrijheid belangrijk is. Stelt u uw huis open voor anderen? Kunnen anderen bij u een bord eten, een beker drinken en een bed om te slapen krijgen? De rondtrekkende predikers van het evangelie konden onmogelijk Gods goede nieuws verspreiden als er geen gastvrijheid was. Gastvrijheid: bestaat het nog onder ons? Bij u? Bij jou? Vroeger werd er in elk geval veel gebruik van gemaakt.
Tegelijk werd er ook misbruik van gemaakt. Er waren nl. ook dwaalleraars en valse profeten onder de rondtrekkende zendelingen en evangelisten. Als zij ergens overnachtten, brachten ze daar hun eigen verzinsels – hun valse leer. Ze gingen wel een beetje uit van Gods Woord, maar deden er iets bij, of deden er iets af. Zo konden allerlei dwalingen de gemeente binnensluipen. Het welzijn van de kerk stond op het spel!

Dwaalleer
Johannes weet het, en waarschuwt er met klem voor. Hij zegt dat die misleiders al onderweg zijn – dat het niet de vraag is of ze komen, maar hoe en wanneer ze komen. Hij wil de gemeente voorbereiden op hun komst, wapenen tegen hun leer en sterken in het ware geloof. Hij schudt de gemeente wakker, en rust door zijn brief ook ons toe om de confrontatie met de dwaalleer aan te gaan.
Dwaalleer: zegt dat ons nog iets? De gevaren waar wij voor waken, zijn meestal andere: de aantrekkingskracht van het grote geld, de verleiding van vrije seks, en de drang naar macht en prestatie. We zijn beducht voor lauwheid in de kerk en in de kerkgang, en voor een consumerende houding in de gemeente. Maar laten we één ding goed bedenken: dwaalleer is daar waar Jezus Christus niet (meer) centraal staat! Bij alles wat er in de gemeente gebeurt, moet het gaan om Christus – om wie Hij is, en om wat Hij heeft gedaan! Waar Jezus Christus niet meer het hart van de kerk is, wordt het evangelie een hol evangelie, wordt het geloof een dood geloof, en wordt het gemeente-zijn zoiets als ‘kerkje spelen’. Daarom hebben de woorden van Johannes in 2006 nog steeds grote zeggingskracht!

Opletten en ontvangen!
Samengevat is Johannes’ appèl: blijf in de leer van de Heer! Dat is: blijf bij het evangelie dat Jezus Christus, Gods Zoon is, Die uit de hemel naar de aarde is gekomen, mens is geworden, vlees is geworden – is gekruisigd, gestorven, begraven en opgestaan om ons te verlossen, onze zonden te verzoenen, en ons eeuwig leven te geven. Daaruit volgen twee praktische opdrachten.
De eerste is: let op uzelf, dat u niet verliest wat er aan werk in de kerk gedaan is. Stel u eens voor dat al het werk in de gemeente voor niets blijkt te zijn geweest: prediking, ziekenpastoraat, huisbezoeken, catechisaties, clubs, zendingswerk, gemeenteopbouw, evangelisatiegesprekken, enz. Stel u eens voor dat Gods middelen voor u geen zin hebben gehad… Werk daarom mee aan het evangelie, en neem uw plaats in Gods wijngaard in!
De tweede is: zorg ervoor dat u het loon krijgt dat God voor u heeft weggelegd. Niet dat wij bij God ook maar iets verdienen natuurlijk. Alles wat God aan zijn kinderen geeft, is genade. Loon is hier dan ook: genadeloon. Oftewel: de totale vervulling van al Gods beloften. Maar het appel aan ons hart is luid en duidelijk: zorg ervoor dat u straks al Gods heil zult ontvangen omdat u nu heel Gods Woord bewaart!

Lieuwejan van Dalen
(ds. L. van Dalen is predikant te Hasselt)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen