Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Begeleiding onderweg (Jongeren onderweg 2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Begeleiding onderweg (Jongeren onderweg 2)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de eerste aflevering zagen we dat jongeren in onze kringen op verschillende manieren met het Woord van God in aanraking komen. Dat gebeurt doorgaans in de eerste plaats binnen de kring van het gezin. In dit artikel wordt benadrukt dat ook pastorale begeleiding van jonge mensen van groot belang is.

Iedereen zal het erover eens zijn dat jongeren naast de bedding van het gezin ook begeleiding van anderen nodig hebben. Onderweg door het leven komen ze talloze begeleiders tegen: de juffrouw en de meester op school, de muziekleraar, de leider van de kerkelijke jongerenclub, de dominee die hen catechisatie geeft. En er zou nog veel meer te noemen zijn…! Komen ze ook pastorale begeleiding tegen? Ik hoop van wel en verwacht dat eigenlijk ook.

Pastor - herder
Wat is dat eigenlijk: ‘Pastorale begeleiding’. Sinds oude tijden wordt dat begrip uitgelegd met het bijbelse beeld van de herder. Zoals bekend, betekent het woord ‘Pastor’ ook ‘Herder’. Volgens de Bijbel heeft de taak van een herder verschillende kanten. De belangrijkste daarvan zijn: hij zorgt voor de kudde, hij beschermt de kudde en hij geeft leiding aan haar. Nu lijkt dit beeld in de allernieuwste studies over het pastoraat wat meer op de achtergrond te raken. Doorgaans wordt het dan vervangen door het beeld van de Emmaüsgangers die onderweg door de Heere Jezus Christus in een pastoraal gesprek worden onderricht over Zijn opstanding (Luk. 24). De nadruk ligt dan vooral op het feit dat pastoraat een ontmoeting is waarbij verschillende mensen met elkaar over het geloof of over de religie in gesprek gaan.

Naar mijn overtuiging is het mogelijk – en eigenlijk ook noodzakelijk – om beide beelden met elkaar te verbinden. De Bijbel zelf geeft daar ook aanleiding toe. De stelling is namelijk te verdedigen dat de Heere Jezus sterft als de geslagen herder die Zijn leven geeft voor de schapen (vgl. m.n. Matth. 26: 31v.; Joh. 10: 11vv.). Na Zijn opstanding zoekt Hij Zijn dwalende schapen echter op om hen in hun verdriet te troosten, hun geestelijke wonden te genezen en hen toe te rusten tot een nieuwe taak (vgl. Matth. 28: 7vv.; Mark. 16: 7vv.; Joh. 21: 15vv.).

Wat betekent dat dubbele beeld van de Goede Herder en van de Metgezel van de Emmaüsgangers nu voor de praktijk van het pastoraat, met name aan jongeren? Ik vat dat maar weer samen in drie aspecten.

Een pastoraal hart
Allereerst vraagt dat om pastorale werkers met het hart van een herder. Met de wat vage term ‘pastorale werkers’ bedoel ik in de eerste plaats de ambtsdragers: de dominee, de ouderlingen en de diakenen. Omdat zij tot dit ambt geroepen zijn – en omdat ieder ambt pastoraal van toonzetting is – mag van hen verwacht worden dat zij het hart van een herder hebben voor heel de kudde en dus ook voor de jongere leden van de gemeente. Er is niets op tegen als in sommige gemeenten een afzonderlijke ouderling of afzonderlijke ouderlingen zijn aangewezen speciaal voor de zorg voor jongeren in de gemeente. Van een dergelijke ‘jeugdouderling’ mag heel in het bijzonder verwacht worden dat de jongeren hem zeer ter harte gaan.
Maar daarmee zijn de andere kerkenraadsleden niet van de plicht ontslagen om waar mogelijk en waar nodig oog te hebben voor de jongeren. Ik wil de kring op dit punt trouwens nog even iets verbreden. Naast de ambtsdragers zijn er ook nog anderen in de gemeente die met en voor jongeren werken. Ik denk aan de leiding van de zondagsschool, aan de leiding van jongerenclubs etc. Hoewel zij doorgaans geen ambtsdragers zijn, mag ook van hen allen verwacht worden dat zij een pastoraal hart hebben voor de kinderen en de jongeren die aan hun zorgen zijn toevertrouwd.
Waarin komt dat pastorale hart nu eigenlijk uit? Daarmee kom ik aan het tweede aspect van de pastorale begeleiding onderweg.

Pastorale begeleiding
In het licht van de geschiedenis van de Emmaüsgangers zou ik allereerst willen zeggen dat het bij elke vorm van pastoraat gaat om opzoeken. De verrezen Christus zocht als de grote Herder deze twee dwalende schapen op, midden in hun ongeloof en in hun twijfels. Echt jongerenpastoraat zoekt jongeren op waar ze zijn. Daarbij gaat het niet alleen om de ‘randjongeren’ van de gemeente, maar juist ook om de ‘gewone’ jongeren die trouw kerkelijk meeleven. De pastorale zorg zoekt hen op in hun onbekeerlijkheid, hun kritische vragen, hun gemakkelijk spreken over ‘geloof’ misschien, of in hun oprecht zoeken naar genade en vergeving.
Hoe zoekt de pastor hen op? In het begin met een zekere terughoudendheid omdat hij vooral wil luisteren. De Heere Jezus liet niet onmiddellijk aan de Emmaüsgangers weten wie Hij was. Zijn eerste zorg was dat zij Hem zouden zeggen wat in hun hart was. En door een goed gekozen vraag brak hij hun hart als het ware open. Dat is het waar elke goede pastorale zorg mee begint – zegt een gevleugeld woord – ‘luisteren, luisteren, luisteren!’ Luister naar de jongeren; luister naar hun wat onbekookte uitspraken; luister naar de knagende twijfel, misschien wel over de gereformeerde belijdenis; luister naar hun vreugden, naar hun verdriet en naar hun zorgen. Maar in elk geval: luister!!
Ik vrees namelijk dat één van de verdrietigste oorzaken van het feit dat sommige jongeren onder ons de kerk verlaten hebben, als reden heeft dat op cruciale momenten niet echt naar hen geluisterd is. We wisten niet waar ze mee bezig waren. We wisten ook niet hoezeer ze ten dode wankelden… We hebben niet echt gevraagd en niet echt geluisterd!

Betekent dat dan dat je je als pastor dan alles maar moet laten zeggen door een of meer kritische jongeren? Natuurlijk niet! De Heere Jezus liet de Emmaüsgangers wel uitspreken. Ze mochten echt alles zeggen. Maar toen ging de Schrift open! Bij echt bijbels pastoraat komt er een moment dat de Schrift opengaat en dat de Schrift wordt uitgelegd. We zoeken naar antwoorden op de dingen die de jongeren aandragen. Neen, die antwoorden hebben wij – als eenvoudige beperkte mensen – niet onmiddellijk voorhanden. Soms moet je als ouderling gewoon tegen een jonge studente zeggen: ‘Daar heb ik op dit moment geen antwoord op. Maar ik zal het Woord erop naslaan en bidden om licht. Dan kom ik bij je terug!’
Ik zeg dit met enige nadruk: ‘Zeg het alstublieft wanneer u iets niet weet of niet helder kunt verdedigen. Ga niet met veel woorden om de brij heendraaien of – erger nog – verlies u niet in gezwets!’ Jongeren prikken daar onmiddellijk doorheen, terwijl een eerlijk toegeven dat je hier verder over moet nadenken meestal respect afdwingt. Jongeren voelen daarin namelijk dat hun vragen serieus genomen worden – én dat de ouderling daarin licht van Boven nodig heeft. Juist bij de geopende Bijbel mag – en moet soms – bovendien vermaand en gewaarschuwd worden. De Heere Jezus deed dat bij de Emmaüsgangers bijzonder scherp: ‘O onverstandigen en tragen van hart om te geloven al hetgeen de profeten gesproken hebben…’ (Luk. 24: 25).

Zo is het ook in de pastorale zorg vandaag. Laten we daarbij eerlijk zijn: waarschuwen en vermanen is misschien in onze tijd wel moeilijker geworden dan het vaak geweest is. En toch: de Heere vraagt het van de pastorale zorg die in Zijn naam geschiedt, ook bij het pastoraat onder jongeren. Met name ook zij moeten gewaarschuwd worden voor de gevaren die dreigen – van binnen en van buiten – opdat zij het rechte spoor gaan.
Daarbij is het wél mijn ervaring dat wanneer we eerlijk luisteren en proberen vanuit het Woord de gevaren aan te wijzen of te vermanen, we ook bij jongeren meer gehoor vinden dan we denken. De meesten willen immers dat we eerlijk met hen omgaan.

Pastorale toerusting
Hiermee zijn we bij het derde aspect gekomen van de pastorale begeleiding onderweg: pastorale zorg voor jongeren betekent ook dat zij beschermd, gewapend en toegerust worden. Het bijbelse beeld van de herder maakt dat op verschillende manieren duidelijk. Een herder droeg een knots of stok om roofdieren bij de kudde vandaan te houden. En van de grote Herder lezen we dat Hij voor Zijn kudde de strijd aangebonden heeft met de machten van de duisternis die haar bedreigen (vgl. Joh. 10: 11vv.; Kol. 2: 13vv.). Zou dit motief dan ook in de pastorale zorg voor jongeren in onze tijd niet centraal moeten staan?

Hoe kunnen we voor en met hen strijden? Dan moeten we allereerst de vijanden kennen. Dat wil in dit geval zeggen: de invloeden waaraan kerkelijke en randkerkelijke jongeren in onze tijd in het bijzonder bloot staan. Dat vraagt erom dat we kennis nemen van de dingen die in onze tijd onder jongeren spelen. Misschien is dat niet gemakkelijk omdat we als predikant of als ouderling al zoveel andere verplichtingen hebben. Juist op dit punt is het daarom van belang elkaar te helpen. Er kan van tijd tot tijd overleg zijn tussen kerkenraadsleden en de mensen die in de gemeente leiding geven aan het jeugdwerk. Zij lopen misschien aan tegen dingen waarvan de dominee en de ouderlingen nauwelijks iets of helemaal niets weten. Bovendien is het mogelijk om in dit overleg gezamenlijk na te gaan hoe de zorg aan bepaalde jongeren het best gestalte kan krijgen en wat in dit opzicht van belang is voor de prediking. Hierbij kan vooral het laatste hoofdstuk van het boek Met open mond. Jongeren in prediking en pastoraat goede diensten bewijzen. Hierin worden namelijk verschillende soorten jongeren onder ons besproken en wordt aangegeven wat hen bezighoudt en hoe we hen pastoraal tegemoet kunnen treden en kunnen helpen.

Nu wil ik u wel bekennen dat ik steeds minder onder de indruk ben van allerlei schema’s, met name in het pastoraat. Het leven laat zich immers niet in onze schema’s persen. Toch ligt in deze schema’s materiaal dat bruikbaar is voor de pastorale zorg aan jongeren. Want de golven van de geest van de tijd slaan hoog op tegen het gebouw van de kerk en doorgaans zijn juist de jongeren de eersten die meegezogen worden!

A. Baars
(prof. dr. A. Baars is hoogleraar aan de Theologische Universiteit in Apeldoorn.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 2006

De Wekker | 16 Pagina's

Begeleiding onderweg (Jongeren onderweg 2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 2006

De Wekker | 16 Pagina's