Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Deputaten Voortijdige Ambtsbeëindiging Predikanten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Deputaten Voortijdige Ambtsbeëindiging Predikanten

4 minuten leestijd

Door de synode 2001 is het deputaatschap 'Voortijdige Ambtsbeëindiging Predikanten' (DVAP) ingesteld om regelingen te stroomlijnen aangaande predikanten die voor hun emeritaat om wat voor reden ook hun dienstwerk (moeten) beëindigen en om aan die regelingen uitvoering te geven.

U begrijpt al dat het om verdrietige zaken gaat. Predikanten, die met ‘roeping’ aan een taak in de kerken zijn begonnen, gaan niet zomaar zonder veel pijn en moeite weer weg. We horen er in onze kerken (en in andere kerken) steeds vaker van: een dominee die wordt ‘losgemaakt’, die ‘overgaat tot een andere staat des levens’ of die wordt ‘afgezet’. Het is een zaak die pakweg twintig jaar geleden nog zeldzaam was.

Redenen ambtsbeëindiging
De redenen voor dat afscheid kunnen velerlei zijn: minder goed kunnen functioneren, karakters die botsen, tuchtwaardige zaken, fysieke problemen, ziekte etc. Waarom komt dat nu meer voor dan vroeger? Een deel van de redenen ligt mogelijkerwijs in de veranderende maatschappij, waardoor we mede beïnvloed worden. We kunnen ook denken aan hogere eisen en verwachtingen die aan predikanten worden gesteld door gemeenten én aan de eisen die predikanten aan zichzelf stellen. Zijn die altijd reëel en zijn de predikanten daarop voldoende voorbereid, is de begeleiding (mentoraat bijv.) aan het begin van het ambtswerk wel voldoende goed? En is de voorbereiding op dat predikantschap tijdens de studie wel adequaat op het gebied van pastoraat en ‘management’? Maar ook aan de kerkenraden kunnen diezelfde vragen gesteld worden. Zijn die altijd voldoende goed toegerust om, samen met de predikant, het gemeentelijke leven in harmonie vorm te geven? Helaas zal dat soms niet het geval zijn.

Opdracht
De synode 2001 gaf aan DVAP de opdracht:
a. Het maken van een regeling (en die uitvoeren) voor alle gevallen van voortijdige ambtsbeëindiging
b. Het begeleiden van een predikant naar ander werk na voortijdige ambtsbeëindiging,

Het gaat dus om een financiële regeling én begeleiding naar ander werk. Allereerst heeft DVAP gekeken naar de regelingen die er op dat moment waren voor repatriërende predikanten, voor losgemaakte predikanten en ex-legerpredikanten en één regeling gemaakt waarin ook rekening gehouden is met andere gevallen (afzetting, overgang naar andere staat des levens, predikanten naar art 6 KO waarvan de benoeming eindigt etc). Er is daarbij aansluiting gezocht met de regelingen die in bedrijfsleven en andere maatschappelijk verbanden gebruikelijk zijn bij ontbinding van arbeidovereenkomsten. Er is daarbij rekening gehouden met de speciale positie van predikanten, die immers geen werknemers zijn en die daarom geen WW-uitkering of wachtgelduitkering kennen. Het is uiteindelijk geen royale maar wel een redelijke (minimaal aanvaardbare) regeling geworden. Deze regeling is door de synode 2004 vastgesteld.
De regeling kent een zekere differentiatie ten aanzien van de leeftijd en diensttijd van de betrokkene, de verwijtbaarheid, de eigen keuzes die gedaan zijn, het wel of niet volgens de kerkelijke weg gegaan zijn, verzoening met de eigen kerkenraad etc. Afhankelijk daarvan is een volledige uitkering, een diaconale beperkte uitkering of geen uitkering mogelijk.

Het tweede aspect dat de synode DVAP heeft opgedragen betreft ‘begeleiding’ naar ander werk, dat is door DVAP zo geïnterpreteerd dat de begeleiding primair gericht dient te zijn op ander ambtswerk, maar daartoe niet beperkt behoeft te blijven. Indien tijdens het traject van begeleiding blijkt dat ander ambtswerk geen reële mogelijkheid is (ofwel vanwege oorzaken in de persoon van de betrokkene, ofwel vanwege andere oorzaken), dient de begeleiding zich ook te richten op ander, passend, werk. DVAP bezoekt de betreffende predikanten regelmatig en daarnaast wordt in voorkomende gevallen door een professioneel bureau aan de hand van gesprekken en testen bepaald wat mogelijkheden en (beroeps)voorkeuren zijn. Dat bureau bemiddelt ook waar mogelijk op de arbeidsmarkt. De overgang naar ander werk buiten het ambt blijkt daarbij vaak moeilijk. De roeping die éénmaal gold blijkt toch vaak voor een heel leven te gelden. Gelukkig zijn er ook beroepen op gebied van pastoraal, of missionair werk of godsdienst onderwijs mogelijk. Maar niet altijd helaas.
Op dit moment is er in tegenstelling tot vorige jaren in ons deputaatschap weinig ‘werk in uitvoering’. Hopelijk blijft dat ook zo.

Dat ambtsbeëindiging vroeger minder voorkwam mag dan in het algemeen waar zijn. En dat de redenen voor een afscheid divers zijn ook. Voorbeelden uit het heden kan ik natuurlijk niet geven. Maar een voorbeeld van 160 jaar geleden, afkomstig uit De Lier, trof ik aan in het genealogieboek van mijn familie. Dat wil ik u niet onthouden.

(Br. J.A. Kardol is secretaris van het DVAP en lid van de CGK Huizen)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 2006

De Wekker | 16 Pagina's

Deputaten Voortijdige Ambtsbeëindiging Predikanten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 2006

De Wekker | 16 Pagina's