Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zacharia 1: 1-6 (Zacharia 1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zacharia 1: 1-6 (Zacharia 1)

5 minuten leestijd

De komende tijd willen we in een aantal Bijbelstudies luisteren naar de profeet Zacharia. Met name zijn acht visioenen vragen onze aandacht.

Zijn ouders hebben hem bij zijn geboorte de naam Zacharia gegeven. Dat gebeurde toen het volk Israël nog leefde onder het juk van de Babylonische ballingschap. Daaruit blijkt dat zij gelovige mensen waren. Dat de HEERE Zijn beloften van verlossing uit de gevangenis Babel zou waarmaken. Zacharias, zijn naam betekent: de HEERE gedenkt! De HEERE gedenkt in genade aan Zijn volk vanwege Zijn verbondstrouw. Zijn naam is al een profetische boodschap.

Zacharia, de profeet
Zacharia komt uit een priesterlijk geslacht. Hij wordt aangeduid als 'de zoon van Berechja, de zoon van Iddo'. Van zijn grootvader Iddo weten we dat hij een van de hoofden was onder wiens leiding de priesterfamilies uit Babel terugkeerden (Neh. 12: 4 en 7). In de achtste maand, in het tweede jaar van Darius wordt hij tot profeet geroepen. In onze tijdsrekening is dat ongeveer november van het jaar 520 voor Christus.

Het is intussen alweer zo'n 18 jaar geleden dat een deel van de Joden uit Babel terugkeerden. Al gauw begon men toen met de bouw van het brandofferaltaar en het leggen van de fundamenten voor een nieuwe tempel. Maar door tegenslag ging de fut eruit en kwam het werk jaren stil te liggen. Totdat de Heere Zijn profeet Haggaï zendt die het volk, dat voor zichzelf gerieflijke huizen bouwt, maar zich om de bouw van de tempel niet bekommert, aanvuurt Zijn woning te herbouwen (Haggaï 1: 4). En zijn boodschap vindt weerklank. Men komt tot inkeer en neemt de bouw ter hand. Welnu, ongeveer een maand nadat Haggaï zijn tweede profetische rede heeft uitgesproken, treedt Zacharia op (Haggaï 2: 4-10). Hij is dus een tijdgenoot van Haggaï

Dat Zacharia een door God geroepen profeet is, blijkt allereerst daaruit dat 'het Woord van de HEERE tot hem geschiedde' (vs. 1). In sommige vertalingen staat dat het Woord van de HEERE tot Zacharia kwam. Maar het woord 'geschiedde' geeft iets weer van de geweldige activiteit die van het Woord van God uitgaat. Schijnbaar schrijft koning Darius de geschiedenis, maar in werkelijkheid doet de Heere dat door middel van Zijn Woord. Wat God zegt, gebeurt. Dat het Woord van de HEERE tot Zacharia komt betekent niet alleen dat hij het als zodanig moet ontvangen, maar ook dat hij het zo moet doorgeven. En dat doet hij, zonder dat hij er zelf iets aan toevoegt of er iets van weglaat. 'Alzo zegt de HEERE!' (vs. 1, 4). Ook daaruit blijkt dat hij een echte profeet van de HEERE is. De valse profeten onder Israël praten de mensen naar de mond en zeggen wat zij graag willen horen.

Zijn boodschap
Zacharia begint zijn profetische boodschap met een krachtige appel. In naam van zijn Zender roept hij het volk op tot bekering (vs. 3). Is dat wel nodig? Onder de prediking van Haggaï was er immers al een ommekeer bij de leiders en het volk gekomen (Haggaï 1: 14). Inderdaad. Maar er zullen er geweest zijn die zich niet van harte tot de Heere bekeerd hebben. Ze deden wel mee met de tempelbouw, maar waren er niet innerlijk bij betrokken. Geen inkeer tot zichzelf, geen afkeer van de zonde, geen terugkeer tot de Heere. En wie wel oprecht tot bekering kwam, was daarmee nog niet klaar. Er is een eerste bekering, maar ook een doorgaande, een dagelijkse bekering nodig. Een afsterven van ons oude, zondige bestaan en een opstaan in een nieuw leven tot Gods eer. In die weg keert de Heere terug.

Maar we kunnen onszelf toch niet bekeren? Nee, maar wat de Heere vraagt, dat geeft Hij Zelf. Zijn Woord is in de hand van de Heilige Geest een Woord vol kracht, dat harten breekt en gewillig maakt om Hem te gehoorzamen (Rom. 1: 16). Bekering is levenslang nodig en is pas af als de laatste adem wordt uitgeblazen. Hoe ernstig de Heere deze ware bekering neemt, blijkt wel uit de manier waarop Zacharia het volk moet confronteren met de onbekeerlijkheid van zijn vaderen.

Zijn geschiedenisles
Als Zacharia herhaaldelijk verwijst naar de vaderen dan bedoelt hij Israël vóór de ballingschap, het volk had zich van de Heere en Zijn dienst afgekeerd. Men boog voor de afgoden en stapelde in sociaal en geestelijk opzicht zonde op zonde. In Zijn grote bewogenheid zond de Heere toen telkens weer profeten die opriepen om zich te bekeren van hun boze wegen en boze daden, maar ze luisterden niet naar Gods stem (vs. 4). Daarmee wekten ze Gods toorn op en moest de Heere hen wel straffen met het oordeel van de ballingschap. Jeruzalem, inclusief de tempel, werden verwoest en het volk naar Babel gedeporteerd.

'Weest niet als jullie vaderen', houdt de profeet hen indringend voor. Valt niet in hetzelfde kwaad. Laat de geschiedenis van jullie voorouders een heilzame les voor jullie zijn. Zowel de vaderen als de profeten zijn weliswaar al gestorven, maar de woorden van de profeten zijn wel uitgekomen. De Heere voert ook Zijn bedreigingen uit over degenen die niet naar Hem luisteren. In de ballingschap zijn er geweest die dat gingen inzien, die zich bekeerden en die beleden: Uw vonnis was helemaal rechtvaardig.

Deze hand van God in de geschiedenis van Israël is ook een les voor ons. Wie Zijn roepstemmen tot bekering in de wind slaat, heeft Zijn toorn en straf te vrezen. Maar wie met een verbroken hart, schuldbelijdend voor de gekruisigde Christus buigt, ontvangt vergeving en krijgt deel aan het nieuwe, eeuwige leven.


Gespreksvragen
1. Hoe denkt u over het geven van een naam bij de geboorte van een kind? Is het zinvol om over de betekenis ervan na te denken?
2. Kunnen wij vandaag nog zeggen dat de Heere de geschiedenis schrijft?
3. Zouden er ook nu nog ware en valse profeten zijn? Hoe kunnen we die onderscheiden? Zie o.a. Mark. 13: 22.
4. Wat is ware bekering en herkent u die ook bij uzelf?
5. Kunnen ook wij leren van de geschiedenis die God met Israël heeft gehouden? Zie 1 Kor. 10: 1- 13 en Hebr. 3: 7-19.

G. van de Groep
(ds. G. van de Groep is predikant te Heerde)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 januari 2007

De Wekker | 16 Pagina's

Zacharia 1: 1-6 (Zacharia 1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 januari 2007

De Wekker | 16 Pagina's