Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Paaslied van Petrus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Paaslied van Petrus

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus…" 1 Petrus 1: 3

Zoals toen gebruikelijk begint Petrus zijn brief met de geadresseerden te groeten. Daarna zet hij meteen een lofzang in op de God en Vader van onze Here Jezus Christus in. Zijn liefde gaat uit naar ons arme zondaars, rampzalig verlorenen. Dat is een wonder. Want die liefde hebben wij volstrekt niet verdiend of ons waardig gemaakt. Die liefde vindt zijn bron en oorsprong uitsluitend en alleen in de barmhartigheid van God. Hij ontfermt zich over armen en ellendigen.

Gods liefde duurt niet slechts een moment, maar is een liefde tot in eeuwigheid. Petrus heeft die liefde van God persoonlijk ervaren op de eerste dag van Jezus’ opstanding uit de doden. Daarom zingt hij hier zijn Paaslied. Ter ere van de God en Vader van onze Here Jezus Christus “die ons naar Zijn grote barmhartigheid heeft doen wedergeboren worden tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden”.

De weg geopend
Het woord wedergeboorte heeft bij ons doorgaans een beperkte klank. We geven daarmee aan het door Gods woord en Geest bewerkte begin van het nieuwe, op God gerichte leven. Zo vinden wij dat terug in Johannes 3: 3 in het gesprek van Jezus met Nicodemus. Petrus gebruikt hier echter een ander woord voor wedergeboorte. Het woord dat Hij gebruikt geeft aan het grote, onverwachte wonder dat God aan mensen verricht wier leven is vastgelopen, die geen uitzicht meer hebben, geen stap verder kunnen. Hij geeft ze een nieuw perspectief, Hij opent een nieuwe toekomst, Hij baant een weg, waar naar hun berekening geen weg meer is. Een weg zelfs door de dood heen naar het beloofde land aan de overzijde van de doodsrivier.

De HERE baande zo een weg naar het beloofde land voor zijn volk Israël. Hij opende een pad door Rode Zee, door de Jordaan. Op onverwachte en ongedachte wijze opende Hij de toegang tot Kanaän. Nog heerlijker en volkomener heeft God op Pasen zijn kerk en kinderen nieuwe levensmogelijkheden gegeven. Hij heeft ons wedergeboren tot een levende hoop, zingt Petrus. We mogen een nieuw leven beginnen, goede moed en verwachting hebben voor de toekomst.

Levende hoop
Hoop doet leven, zeggen wij. We bedoelen daarmee dat hoop verwachting wekt voor de toekomst, ook al is die nog zo onzeker. Maar ondanks dat blijven we hoop koesteren voor wat in het verschiet ligt. Een mens zonder hoop is een mens in wie de levenslust is uitgeblust. Maar er is geen enkele garantie dat wij datgene ontvangen of bereiken zullen waarop wij in dit leven onze hoop gevestigd hebben. Wat wij hoop noemen geeft geen enkele zekerheid, doet niet echt leven.

In de Bijbel heeft het woordje hoop een andere klank. De Bijbelse hoop heeft alles te maken met de meest vaste zekerheid. Want de Bijbelse hoop leeft niet bij de omstandigheden die mee of tegen kunnen zitten. Maar die hoop leeft van de vaste beloften van God. Daarom spreekt Petrus hier van een levende hoop. Want ze leeft van het spreken van de levende God. Door zijn beloften geeft Hij zekerheid voor dit en het toekomende leven. Omdat zijn beloften vastliggen in de Here Jezus Christus die Hij uit de doden heeft opgewekt.

Het keerpunt
Die opstanding van de Here Jezus Christus uit de doden is voor Petrus het keerpunt geworden in zijn leven. Hij was volkomen vastgelopen. Op de Goede Vrijdag had hij tot driemaal toe zijn Here en Heiland verloochend. Staande bij het vuur in de voorhof van Kajafas’ huis bezwoer hij zelfs dat hij Jezus niet kende. Op dat moment kraaide een haan. En de Here keerde zich om en zag Petrus aan. Het was alsof hij door de grond ging. Petrus ging naar buiten en weende bitter. Want hoe moest dat goed komen? Hoe kon hij ooit nog aan Jezus zijn schuld belijden, Hem om vergeving vragen? Jezus was gestorven aan het kruis. Wat blijft er voor Petrus anders over dan een leven vol zelfverwijt?

God echter heeft Jezus opgewekt uit de doden. De vrouwen bij het lege graf kregen de opdracht om de discipelen, en speciaal ook Petrus, te zeggen dat Hij is opgewekt. Op de eerste Paasdag is Jezus aan Petrus speciaal verschenen. Over wat er toen tussen Hem en Petrus is voorgevallen zwijgt de Schrift. Maar Petrus heeft een nieuwe toekomst ontvangen. Dat wekt in hem zijn Paaslied dat zingt over het keerpunt in het leven van al Gods kinderen.

Verwachting, ook voor ons
Van de opgestane Heiland gaan ook vandaag krachten uit. Krachten tot vergeving van zonden, tot levensvernieuwing, tot behoud. Want Christus is opgestaan. Nu vangt het nieuwe leven aan. Daarom mogen wij goede verwachting, een levende hoop koesteren. Dwars door al onze aanvechtingen en strijd heen wil Jezus ons door zijn woord en Geest van harte doen geloven dat Hij ook voor ons is opgewekt uit de doden. Daar mogen we Hem biddend om vragen. Dan leert Hij ook ons de lofzang op Gods barmhartigheid zingen, het Paaslied van Petrus.

W. van Heest
(Drs. W. van Heest is emerituspredikant en woont in Emmen.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 2007

De Wekker | 16 Pagina's

Het Paaslied van Petrus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 2007

De Wekker | 16 Pagina's