100 jaar Gereformeerde Gemeenten (1)
Het kerkverband van de Gereformeerde Gemeenten ontstond in 1907 door de vereniging van de Gereformeerde Gemeenten onder 't kruis en de Ledeboeriaanse gemeenten. Beide kerkengroepen waren ontstaan in de 19e eeuw als gevolg van het verval van de Nederlandse Hervormde Kerk en de honger onder het kerkvolk naar een zuivere prediking.
Kruisgemeenten
De Gereformeerde Gemeenten onder 't kruis vonden hun oorsprong in het feit dat enkele gemeenten zich afzijdig hielden, toen in 1869 de twee stromen uit de Afscheiding, de Christelijke Afgescheiden Gemeenten en de Gereformeerde Kerk onder 't kruis, zich herenigden in de Christelijke Gereformeerde Kerk. De gemeenten onder 't kruis die niet meegingen bleven zich 'Kruisgemeenten' noemen. Ze bestonden als praktisch vrije gemeenten voort. Andere vrije gemeenten voegden zich bij hen.
Pas omstreeks 1890 slaagde ds. E. Fransen erin het kerkverband van de Kruisgemeenten enige structuur te geven. Jarenlang was hij er de enige predikant. Na het heengaan van ds. Fransen in 1898 groeide het kerkverband wat door de overkomst van predikanten uit andere kerken. Het aantal aangesloten gemeenten wisselde nogal eens. Het hoogste aantal in de periode 1890-1907 bedroeg negentien; in 1907 waren het er twaalf.
Het zicht op het kerkverband bleef zwak. Dat komt ook tot uitdrukking in de onduidelijkheid over de naam die het kerkverband voerde. In 1899 verwierp men een voorstel om de naam 'Gereformeerde Gemeenten onder 't kruis' aan te nemen. In 1906 koos men toch voor deze naam.
Ledeboerianen
De Ledeboeriaanse gemeenten waren ontstaan uit het optreden van ds. L.G.C. Ledeboer die in 1841 was afgezet als Nederlands hervormd predikant. Dit gebeurde naar aanleiding van het feit dat hij op zondag 8 november 1840 de bundel met gezangen en de reglementenbundel van de Nederlandse Hervormde Kerk in het openbaar had begraven. Zijn gemeente in Benthuizen groeide snel en als reizend prediker trad hij op voor vele gezelschappen. Aanvankelijk wilde hij geen gemeenten institueren in de hoop dat God de vervallen Nederlandse Hervormde Kerk weer zou oprichten. Maar de nood van de ongedoopte kinderen bracht hem ertoe het toch te doen.
Kenmerkend voor de Ledeboeriaanse gemeenten was het gebruik van de psalmberijming van Datheen. Daardoor raakte men in een geïsoleerde positie. Het isolement werd nog versterkt door de weigering van ds. Ledeboer om bij de overheid vrijheid te vragen om als een nieuw, afzonderlijk kerkgenootschap te mogen vergaderen. Daarom keerde hij zich af van de afgescheidenen. Maar al dacht de Gereformeerde Kerk onder 't kruis hierover net als hij, ook met hen kon hij zich niet verenigen wegens verschil van inzicht ten aanzien van de leer.
In het isolement van de Ledeboeriaanse gemeenten konden gedachten ontstaan die niet gereformeerd zijn. Zo vatte de gedachte post dat een predikant niet behoeft te studeren. Ook hechtte men eraan dat een predikant stond 'in de linie van Ledeboer', dat wil zeggen dat hij door ds. Ledeboer zelf of door een van zijn opvolgers was bevestigd.
Vereniging
De Gereformeerde Gemeenten onder 't kruis en de Ledeboeriaanse gemeenten hadden veel gemeen. De gemeenten waren veelal ontstaan vanuit gezelschappen. Het kerkelijke leven verliep nogal ongeordend. Er waren weinig predikanten. Een eigen opleiding ontbrak. Leesdienst was regel. Gelezen werden de 'oude schrijvers'. Men begeerde en bracht de 'bevindelijke prediking'. In de jaren voor 1907 werden wel predikanten van de Kruisgemeenten uitgenodigd en zelfs beroepen door Ledeboeriaanse gemeenten. Deze ontwikkeling kreeg in 1906 een officiële gestalte in een wederzijdse erkenning van elkaars ambten en ambtelijke verrichtingen.
Zonder de stuwende kracht van de jonge Rotterdamse kruisdominee G.H. Kersten zouden de beide kerken elkaar niet hebben gevonden. Vanuit zijn eerste gemeente vervulde hij al wekelijks een preekbeurt in Ledeboeriaanse gemeenten. Hij heeft steeds de eenwording bepleit, was betrokken bij de gesprekken die aan de vereniging voorafgingen en was de opsteller van de bepalingen waarin men elkaar vond.
Voor het overgebleven struikelblok, de psalmberijming van Datheen, werd een voor allen aanvaardbaar compromis gevonden. Met de vergadering op 9 en 10 oktober 1907 van de eerste synode van de verenigde gemeenten, dertien Kruisgemeenten en tweeëntwintig Ledeboeriaanse gemeenten, was de eenwording een feit.
Leeruitspraak
Een belangrijk moment in de geschiedenis van de Gereformeerde Gemeenten is de generale synode van 1931. Deze synode komt tot een officiële leeruitspraak. Het begin ervan luidt: 'dat het Verbond der genade staat onder de beheersing van de uitverkiezing ter zaligheid, dat het wezen des verbonds daarom alleen geldt den uitverkoornen Gods en nooit gelden kan het natuurlijk zaad'. Met andere woorden: het verbond is alleen met de uitverkorenen opgericht.
Met deze uitspraak grensde men zich af tegenover onze kerken. Men verwierp ermee het standpunt dat ingenomen werd door ds. J. Jongeleen en prof. J.J. van der Schuit.
Behalve bij de inhoud van de leeruitspraak, zijn ook vragen te stellen bij het doen van de leeruitspraak als zodanig. Was een dergelijke uitspraak nodig? Hebben we niet genoeg aan de belijdenisgeschriften van de kerk der reformatie? Want of men het nu wil of niet, door middel van een leeruitspraak ontstaat een bovenconfessionele binding, die een belemmering kan vormen in het vinden van eenheid met andere kerkformaties, die zich baseren op de Drie Formulieren van Enigheid.
Breuken
In 1950 komt het tot de schorsing van ds. R. Kok die vanaf 1915 de gemeenten had gediend. Het conflict gaat over het aanbod van genade. Aanbod van genade hield voor ds. Kok in prediking van Gods beloften. Zijn belangrijkste tegenstanders, onder wie dr. C. Steenblok, vonden dat Kok het aanbod van genade vereenzelvigde met een belofte van genade. Volgens Steenblok betekent aanbieden 'dat het voorgesteld wordt'. Volgens Kok betekent aanbieden niet alleen dat de toeschouwer iets ziet, maar dat hem werkelijk iets wordt aangeboden. In 1956 sluit ds. Kok zich met zijn gemeente aan bij de Christelijke Gereformeerde Kerken.
In 1953 wordt dr. Steenblok zelf afgezet als docent aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten. Hij scheidt zich vervolgens af met zijn medestanders. Zo ontstaan naast de Gereformeerde Gemeenten de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.
Trieste ontwikkelingen. Niemand wordt er beter van. Zouden we niet meer de grenzen van ons theologiseren in acht moeten nemen? Liggen die niet daar waar de Schrift zelf niet verder gaat?
Blijvende spanningen - invloed
Wie geen vreemdeling is in het kerkelijk leven, weet dat dezelfde thema's steeds weer opnieuw spanningen en onrust oproepen. De boeken van prof. dr. J. Blaauwendraad en dr. K. van der Zwaag en de reacties daarop laten het zien.
We verheugen ons daarin niet. We hebben in onze eigen kerken onze eigen spanningen. Laat het ons allen toch brengen tot de eerlijke en ootmoedige vraag voor Gods aangezicht of we wel op de goede weg zijn. Die vraag kan slechts beantwoord worden door te luisteren naar wat de Schrift zegt. Dat heeft de reformatie ons toch geleerd. Sola Scriptura. Daarbij hebben wij elkaar nodig. En daarbij mogen we dankbaar teruggrijpen op de belijdenis van de kerk en gebruikmaken van het inzicht van ons voorgeslacht. Maar de Schrift moet wel het laatste woord hebben.
Ongetwijfeld vormen de Gereformeerde Gemeenten een belangrijk deel van de gereformeerde gezindte. Een kerkverband van ongeveer 150 gemeenten en ruim 100.000 leden waaronder veel jongeren. In allerlei instellingen hebben de gemeenten of hun leden een grote invloed. Te denken valt aan het reformatorisch onderwijs, reformatorische maatsschappelijke instellingen, het Reformatorisch Dagblad, de SGP. Ik ben dankbaar dat de Gereformeerde Gemeenten er zijn. Nederland zou er heel anders uit zien zonder de Gereformeerde Gemeenten.
Bij dat alles is het gezag van de Schrift buiten kijf. Aan de belijdenis van de kerk en de kerkorde weet men zich gebonden. Terecht wijst men op de noodzaak van het bevindelijk element in de prediking. Dat wil een christelijk- gereformeerde toch ook? Over de uitwerking kunnen we praten, maar dat het bevindelijke element niet gemist kan worden, dat is zeker.
Dankbaarheid
Bij een jubileum past een felicitatie. Hier ook? Ik ben blij als ik lees dat men in ootmoedige verwondering terugblikt. Het mag ons wel dankbaar stemmen dat 100 jaar geleden een deel van de kerkelijke verscheurdheid in ons land mocht worden opgeheven en dat er meer eenheid kwam. Dat veel verstrooiden geleid werden in een geordend kerkelijk leven. Intussen is dit alles ook voor deze gemeenten wel een eeuw geleden. Daarna werd helaas geen eenheid meer gevonden. Integendeel, breuken werden geslagen en spanningen doen zich voor. Voor triomfalisme is inderdaad geen plaats. Van harte wens ik deze gemeenten toe dat de Heere hen zal bewaren bij Zijn Woord, dat ze tot geestelijke bloei mogen komen en dat ze tot zegen mogen zijn voor de Kerk in Nederland. Verder hoop ik dat de contacten die we als kerken met elkaar hebben vruchtbaar mogen zijn.
J.W. Schoonderwoerd
(ds. J.W. Schoonderwoerd te Sliedrecht is secretaris van het deputaatschap voor de eenheid van de gereformeerde belijders in Nederland.)
Dit jaar is het 100 jaar geleden dat het kerkverband van de Gereformeerde Gemeenten ontstond. Dat was voor de redactie aanleiding om aan deputaten eenheid van de gereformeerde belijders in Nederland te vragen in twee artikelen over dit kerkverband te schrijven. Ds. J.W. Schoonderwoerd, de secretaris van deputaten, heeft deze taak op zich genomen. In het eerste artikel schrijft hij iets over 100 jaar Gereformeerde Gemeenten, terwijl hij in het tweede artikel hoopt in te gaan op de contacten tussen de Gereformeerde Gemeenten en de Christelijke Gereformeerde Kerken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 2007
De Wekker | 16 Pagina's