Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De garderobe van een christen (5)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De garderobe van een christen (5)

Het bruiloftskleed

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Bijbel wordt de eeuwige heerlijkheid dikwijls voorgesteld als een feestelijke maaltijd. De profeet Jesaja schildert dit beeldend in zijn profetie van de maaltijd op de berg. De Heere zal Zelf een feestmaal aanrichten. De gerechten zijn volgens een Oosterse spijskaart zeer overvloedig en uiterst voedzaam. En de wijnlijst doet ook vermoeden dat het een vorstelijke maaltijd zal zijn (Jes. 25: 6).

Jezus sluit bij die beeldspraak aan en tekent de toekomstige heerlijkheid voor Gods kinderen als een maaltijd (Matt. 22: 14).

De man zonder bruiloftskleed
In de gelijkenis van het koninklijk bruiloftsmaal wijst de Heiland eerst op de Gastheer. Hij is de grote Koning die voor zijn zoon een bruiloft bereidt. Dan noemt Jezus de gasten die uitgenodigd worden om van de maaltijd te genieten. De eerste uitnodiging is gericht tot het Joodse volk. Maar daar wordt de invitatie met minachting bejegend. De tweede uitnodiging gaat naar de volkeren. Zowel slechten als goeden worden uitgenodigd. Armen, verminkten, kreupelen worden genodigd. Arm in zonde. Verminkt door misdaden en inwendig verderf. Kreupel door een door de zonde gebroken leven.
Allen zijn welkom. Wel is er een voorwaarde. In de wereld van het Oosten was het de gewoonte dat bij de ingang van het paleis aan de gasten feestkleren werden uitgedeeld.

Nu is er een gast die de uitnodiging aanvaard heeft. Hij wil graag bij de Koning aanzitten. Het evangelie is aan hem verkondigd. Kern van dat evangelie is de belofte van eeuwig heil, in de gelijkenis uitgebeeld in de vorm van een koninklijke maaltijd.
Deze man heeft echter niet het voorgeschreven feestkleed aan. Hij vindt zijn eigen plunje goed genoeg. Hij wordt als een ongewenste gast uit de feestzaal verwijderd. De spits van de gelijkenis wijst op het eindgericht. Het oordeel is rechtvaardig en tegelijk vreselijk.
Deze gelijkenis leert ons dat we met het oog op het eindgericht goed gekleed moeten zijn. Onze kerkkleren van getrouwe bijwoning van de eredienst zijn niet voldoende. Ook het maatkostuum van een voorbeeldige levenswijze zal ons niet helpen. We hebben een bruiloftskleed nodig. De protestantse traditie heeft dit kleed altijd gezien als de mantel van gerechtigheid. Het is het Christuskleed. De mantel doorweefd met Zijn bloed en dood, met Zijn gehoorzaamheid en gerechtigheid. God schenkt deze mantel. Het is een genadegift. Maar het moet in het geloof aanvaard en aangetrokken worden. Het gaat hier om de toe-eigening van het heil.
Deze kostbare mantel kan in ongerechtigheid geminacht worden, maar ook in eigengerechtigheid onnodig geacht worden.

De vrouw met haar bruidskleed
In Openbaring 19: 7-8 worden de voorbereidingen voor de bruiloft van het Lam getroffen. Zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt en haar is gegeven zich met blinkend en smetteloos fijn linnen te kleden. Het Lam is Christus en de vrouw is zijn kerk. Het beeld van de kerk als bruid vinden we reeds in het Oude Testament (Jes. 54; Ezech. 16 en Hosea 2). De sierlijke kleding die zij draagt, is haar gegeven. God zorgt voor passende kleding. De vrouw trekt de fraaie kleren aan. Het sieraad van de bruid is het fijne linnen dat ze draagt. Dit materiaal is het beeld van haar rechtvaardige daden. Het zijn daden die aan Gods recht beantwoorden. Deze rechtvaardige daden vormen een scherp contrast met de onrechtvaardige daden van Babylon (Openb. 18: 5). Met het kleed van de bruid wordt de heiliging van het leven van Gods kinderen tot uitdrukking gebracht. Zonder heiligmaking zal niemand God zien (Hebr. 12: 14). In het bruidsgewaad wordt niet de bruid die het kleed draagt, maar Hij die het kleed gegeven heeft geëerd.

We zien hier duidelijk twee lijnen. De lijn van Gods soevereiniteit en de lijn van de verantwoordelijkheid van de mens. Het zijn dezelfde twee lijnen die Paulus ook reeds getekend heeft in Efeziërs 2: 8-10 waar de apostel het zalig worden door het geloof Gods gave noemt en tegelijk vermeldt dat wij in Christus Jezus geschapen zijn tot goede werken, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.
De kerkvader Augustinus heeft de woorden van Johannes zo treffend samengevat: “God kroont zijn eigen gaven, wanneer Hij de verdienste der zijnen beloont”.

L. Floor
(Prof. dr. L. Floor is emeritushoogleraar te Potchefstroom.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 2007

De Wekker | 16 Pagina's

De garderobe van een christen (5)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 2007

De Wekker | 16 Pagina's