Geen aanzien des persoons (Bijbelstudie Jacobus 3)
Bijbelstudie Jac. 2: 1- 13
Zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en de Vader is deze: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking. Dat vinden we vast wel duidelijk. Maar wat als wij op mensen reageren zoals velen gewoon zijn, namelijk met aanzien des persoons?
Deze zaak ligt Jacobus na aan het hart en heeft inderdaad alles te maken met het onderwijs van onze Heere Jezus. Het gaat over echte naastenliefde op een manier waaraan we eigenlijk niet denken. Laten we zeker weten dat geloven in de Heere Jezus Christus niet gecombineerd kan worden met aanzien des persoons. We willen strijden tegen dat kwaad.
De Heere Jezus wordt hier genoemd de Heere der heerlijkheid. Dat is een goddelijke titel die Hem toekomt, want Hij is de Zoon van God. We zullen dus heel serieus nemen wat Jacobus hier zegt, want hij geeft onderwijs van deze Heere door.
Het onderwijs betreft een soort discriminatie, namelijk achteloosheid tegenover de arme en eerbetoon aan de rijke.
Discriminatie
We komen het kerkgebouw van toen binnen. Er zijn maar weinig zitplaatsen, alleen de leidinggevenden hebben een zetel. De rest van de gemeente staat, of zit op de grond. Nu komt er een aanzienlijk man binnen, herkenbaar aan sieraden en fraaie kleren. Gelovig of ongelovig, dat weten we niet, maar de gast wordt met eerbied onthaald. Dan komt een arm mens binnen, weer herkenbaar aan de kleren, schamel en vuil. Die wordt met veel minder eerbied onthaald. De rijke krijgt een ereplaats, een zetel, de arme moet desnoods maar op de grond zitten.
Het onderscheid dat zo gemaakt is, deugt niet. U maakte als slechte rechters een slecht onderscheid. Uw gemeente raakt op die manier ook in zichzelf verdeeld, als armen en rijken in de gemeente verschillend behandeld worden. Besef dat God heel anders oordeelt in zulke gevallen. De Zoon van God heeft dat duidelijk geleerd.
Jacobus neemt dit heel serieus. Hoort, mijn geliefde broeders ... Met nadruk en bewogenheid spreekt hij. God heeft de armen uitverkoren. De broeders kunnen dat alleen maar beamen. Uit vrije genade kiest God mensen uit die de wereld links laat liggen. Door het geloof zijn zij erfgenamen in en met Christus. Ze beërven het Koninkrijk.
De gemeente bestond toen grotendeels uit armen. “Niet vele machtigen, niet vele edelen” (1 Cor. 1: 26). Een enkeling was rijk, bijvoorbeeld Jozef van Arimathea, of Cornelius.
In de gemeente mag het onderscheid tussen rijk en arm niet bestaan, want God wil dat zo niet over de mens geoordeeld wordt.
Onrecht over Gods volk
Door dit onderscheid krijgen de armen niet het nodige respect. Zo wordt het gebod der naastenliefde overtreden. En dat terwijl de armen vaak ook de dupe zijn van de klasse der rijken die het recht in eigen voordeel buigen. De rijken uit de gemeente zullen dat niet doen, maar rijken in het algemeen deden dat wel. Daarvan zijn teveel pijnlijke voorbeelden. De Heere vertelt de gelijkenis van de onrechtvaardige rechter, de profeten spraken er ook al van.
Heidense machthebbers, behorend tot die klasse, kunnen de christenen vervolgen vanwege het geloof in de Heere Jezus Christus. En heeft het Sanhedrin – ook uit die klasse – niet verboden te spreken in de naam van Jezus Christus? Ze zeggen verkeerde dingen over de Zoon van God en Zijn discipelen. Ze lasteren de naam van Jezus.
Door de rijken werelds te eren en de armen werelds te verachten, zondigt men tegen het liefdegebod. De Heere Jezus gaf de hoofdsom van de wet (ten onrechte wel “samenvatting” genoemd; een hoofdsom geeft het principe van de zaak aan, soms is dat een samenvatting maar nu niet). Het is een koninklijk gebod: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Wie armen veracht en rijken ontziet, gaat hier tegenin. Daarom is deze vorm van aanzien des persoons zondig.
De gehele wet
We moeten dit niet behandelen alsof het van minder belang is. In de eerste plaats gaat het om onderwijs van onze Heere Jezus Christus. Verder is deze hoofdsom een koninklijk gebod. In de derde plaats – al zou het dan minder zijn dan andere geboden, (maar dat is het niet!) – dan nog is het overtreden van één gebod gelijk aan het schenden van de gehele wet. Het is één Wetgever, met één goddelijke wil, en het tegenspreken op één punt is het kwetsen van die éne wil.
Jacobus voert als voorbeelden echtbreken en doodslaan op. We zijn gewend dat als grote zonden te beschouwen. De moordenaar en de echtbreker hebben alle twee de wet van God gebroken. We kunnen niet zeggen dat het minder erg was wat wìj deden. Wat voor de zonden echtbreken en doodslaan geldt, geldt voor alle geboden, ook voor het overtreden van de koninklijke wet. We gingen tegen de wil van God in. Dat is uitermate ernstig.
Het onderwijs en het offer van de Heere Jezus voeren ons in de vrijheid. Zoals Hij ons de wet geleerd heeft, waarbij Hij het liefdegebod als hoofdsom heeft aangewezen, dàt is de wet der vrijheid. Wanneer we eens geheel in vrijheid gesteld zijn door het werk van Christus, zullen we daarnaar volkomen leven. Dat zal in dit leven al ons ideaal zijn. Naar dat gebod zullen we ook geoordeeld worden. Zie bijvoorbeeld de gelijkenis van de schapen en de bokken.
Met een algemene vermaning sluit Jacobus af. Gods oordeel is onbarmhartig over de onbarmhartigen. Dit sluit aan bij wat de Heere Jezus zei: Want met welk oordeel gij oordeelt, zult gij geoordeeld worden. En is een onterecht onderscheid tussen armen en rijken geen onbarmhartig oordeel?
Gespreksvragen
1. Hebben wij er ooit aan gedacht dat we door een verkeerd onderscheid te maken het liefdegebod overtreden?
2. Worden binnen onze gemeente mensen met verschillend respect behandeld?
3. Houden we er vaak rekening mee dat in het onderwijs van de Heere Jezus doorklinkt hoe in de hemel over de dingen gedacht wordt?
4. Vinden we ook de “minder erge zonden” erg voor Gods aangezicht?
5. Is de volkomen vrijheid die eens al Gods kinderen ten deel zal vallen een ideaal dat nu al ons leven stempelt?
G. van 't Spijker
(Drs. G. van ’t Spijker is emerituspredikant en woont in Baarn.)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 januari 2008
De Wekker | 16 Pagina's