Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ziekte en genezing in het Oude Testament (Geloven maakt gezond 2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ziekte en genezing in het Oude Testament (Geloven maakt gezond 2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een zuster van mijn vader had een houten been. Toch ging ze vol goede moed haar levensweg. Dat kon ze, ondanks alles wat ze had meegemaakt, omdat ze een sterk karakter en een groot geloof had.

In de tijd voor de amputatie van haar been bad ze om genezing. Ook baden velen voor haar. De genezing bleef echter uit, maar haar vertrouwen op God bleef. Ondanks de grote knak in haar bestaan wist ze God nabij. Ze geloofde in Gods toekomst, waarin zonde en ziekte verdwenen zullen zijn. Daarom ging op haar verzoek op de dag van haar begrafenis de verkondiging over de woorden: en geen inwoner zal zeggen: ik ben ziek (Jes. 33: 24a).

Niemand zal meer ziek zijn. Is dat alleen toekomstmuziek? In het O.T. staan enkele teksten die dikwijls worden aangehaald als bewijs dat God zijn kinderen in het heden al verlost van ziekte. Ik bedoel Exodus 15: 26b. Daar staat: Ik, de HERE, ben uw Heelmeester. En in Psalm 103: 3b zingt David: die al uw krankheden geneest. De HERE is onze dokter die al onze ziekten geneest. Dat lijkt de samenvatting te zijn van een belangrijk aspect van het evangelie zoals dat al in het O.T. klinkt.

Gehoorzaamheid aan de Heelmeester
Met Ex. 15: 26b als bewijs voor genezing wordt slechts een half vers geciteerd. Wie dat doet, kan gemakkelijk aan de bedoeling van de tekst voorbijgaan. Een gezonde Schriftuitleg vraagt er om de hele tekst in zijn verband te lezen.
Ex. 15: 1-21 is een loflied voor God vanwege de verlossing van Israël uit Egypte. Na het bevrijdingsfeest begon de tocht door de woestijn. Toen leek de verlossing te verzanden. Want drie dagen lang vonden ze geen water. Toen ze het wel vonden, bleek het bitter en niet te drinken. De dood leek nabij. Maar God gaf leven door het bittere water zoet te maken. Door dat wonder konden ze verder.

De vraag rijst waarom God zijn volk de moeite niet bespaarde. Hij stelde hen op de proef, is het antwoord dat in vers 24b wordt gegeven. De HERE wilde dat ze in gehoorzaamheid aan zijn geboden leefden. Dan zou Hij hun geen van de kwalen opleggen die Hij de Egyptenaren had opgelegd, zo staat in vers 26a. Daarop volgt 26b, met de veel geciteerde woorden: Ik, de HERE, ben uw Heelmeester.
Hiermee wordt dus niet verkondigd dat God de dokter is die zijn kinderen van alle ziekten geneest. Het gaat over de kwalen waarmee God de Egyptenaren strafte, toen Farao Israël niet liet gaan. Met zulke kwalen zou de HERE ook zijn eigen volk straffen als het Hem ongehoorzaam zou zijn. Als het God wel gehoorzaam was, zou het niet door die kwalen worden getroffen. Dan zou dáárin de HERE hun Heelmeester blijken te zijn.

Gehoorzaamheid aan God is dus heilzaam voor de gezondheid van het volk. Dat is de eerste toepassing, maar niet de enige. Want Israël heeft de proef niet doorstaan. Het bittere water leidde tot morren tegen Mozes. Dat gebeurde uit wantrouwen tegen God. Maar de HERE, hun Heelmeester, maakte het water gezond. Hij gaf hun niet hun verdiende loon, maar behield hen in het leven. Zo voedde Hij hun vertrouwen. Dat werd nog sterker gevoed doordat ze na Mara in Elim kwamen.
Heel deze geschiedenis is beschamend voor Israël. Wantrouwen tegen de HERE is misplaatst. Want Hij is trouw aan zijn volk en redt het keer op keer. Dat mag niet doen vergeten dat de HERE van zijn volk toewijding vraagt. Nadat de Israëlieten van het water hadden gedronken, ontvingen zij de vermaning om de HERE gehoorzaam te zijn. Gehoorzaamheid bewaart voor Gods straffen in de vorm van kwalen.

Gehoorzaamheid aan God is niet alleen goed voor de geestelijke gezondheid van Israël, maar voor elke samenleving, zeker van de gemeente van Christus. Gebrek aan gehoorzaamheid werkt ontwrichtend. Daarbij behoren liefdeloosheid en egoïsme. Die verzieken het geestelijk klimaat en brengen lichamelijke en psychische ziekten met zich mee.
Voor wonderen van genezing ontstaat ruimte als er in vertrouwen gedronken wordt van het water des levens, dat Jezus Christus is. Hij verlost uit de slavernij. Op weg naar zijn koninkrijk beproeft de HERE ons geloof. Als wij wandelen met Hem mogen we leven in het geloof dat Hij onze Heelmeester is. Zo kan die tekst nu worden toegepast. Dat dient voorzichtig te gebeuren omdat het in de eerste plaats een woord van God voor Israël is op de woestijnreis op weg naar het land der belofte.

Gevallen van ziekte
Gods genade voor zondaren bleek al bij Mara. Ze blijkt uit heel de geschiedenis van Israël. God ontfermt zich over wie in vertrouwen op Hem leven. Als zij ziek worden, mogen zij bidden om genezing. Dat gebed zal Hij toch zeker altijd verhoren? In Psalm 103: 3b staat immers dat God alle ziekten geneest? Dat is toch een duidelijke belofte waarop we mogen pleiten in het vertrouwen op verhoring? Zo wordt dit vers vaak gelezen. Als genezing (bij anderen) uitblijft, is volgens sommigen gebrek aan geloof de reden.
In het O.T. lezen we meer dan eens dat gelovigen genezen. Een mooi voorbeeld is de genezing van koning Hizkia. Hij had van God te horen gekregen dat hij zou sterven. Maar op zijn gebed gaf God hem er vijftien levensjaren bij.
Een voorbeeld dat het soms ook anders ging is het kind van David en Batseba. God strafte David met de ziekte van dat kind. David bad intens om genezing, maar het kind stierf (2 Sam. 12: 15-18).
Ook David zelf is meer dan eens ziek geweest. In Psalm 32 getuigt hij dat zijn gebeente wegteerde en hij de hele dag leed. Dat had hij te wijten aan zijn ongehoorzaamheid. Een verbroken relatie, met de naaste en God, veroorzaakte ziekte. Belijdenis van schuld bracht hem bevrijding en genezing. Een ander voorbeeld van ziekte door zonde van David is in Psalm 38 te vinden. Maar ook getuigt hij in die Psalm van zijn hoop op God en op genezing.

Lof om genezing
Dat gebeurt ook in Psalm 103: 3b.
Bedoelt David als zijn overtuiging te belijden dat God bij gelovigen altijd elke ziekte geneest? Uit de verzen 1 en 2 blijkt dat David zichzelf aanspoort om de HERE te loven en niet één van zijn weldaden te vergeten. In de verzen 3-5 noemt hij een aantal van die weldaden. Hij zegt tegen zichzelf: de HERE vergeeft je al je ongerechtigheden. Hij geneest al je ziekten. Hij verlost je van het graf. Hij kroont je met goedertierenheid en barmhartigheid. Hij verzadigt je met al het goede. Dat zijn allemaal geloofsuitspraken. De eerste is dat God alle ongerechtigheden vergeeft.
Wie in de HERE gelooft, mag weten dat al zijn zonden vergeven zijn. Dat wil niet zeggen dat wie gelooft niet meer zondigt. Daarom hebben gelovigen ook reiniging en heiliging nodig als gaven van de HERE. Maar de heiliging is ook een opgave, een levenslange strijd tussen vlees en Geest, zonde en genade.
Zo is het met ziekte ook. Net als andere mensen worden ook gelovigen ziek, door factoren die ziek maken, onder andere door problemen in de relatie met de naaste en God. Gebed en geloof maken niet altijd (meteen) gezond.
Psalm 103: 3b is niet een belofte van genezing. Dat blijkt ook uit 4a. Daar zegt David tegen zichzelf dat de HERE hem verlost van het graf. Als dat een belofte zou zijn, in de zin zoals 3b dikwijls wordt opgevat, zou David nu nog steeds moeten leven. Dat is niet het geval. Maar wie van een dodelijke ziekte genezen wordt en zo van het graf wordt gered wordt, heeft dat aan de HERE te danken.
In het geheel van de Bijbelse boodschap is vers 4a een belofte van eeuwig leven. De Here Jezus is van het graf verlost door aan de andere kant van het graf op te staan. Hij redt van het graf. Wie in Hem gelooft, zal leven ook al is hij gestorven. Die zal in eeuwigheid niet sterven (Johannes 11: 25- 26). Die leeft met Hem, in goede geestelijke gezondheid. Zo mag Psalm 103: 3-4 ook worden gelezen. Maar het is niet in overeenstemming met deze Psalm om te denken dat dit een belofte is dat zieke gelovigen altijd zullen genezen. De werkelijkheid in deze gebroken wereld is anders. Op die werkelijkheid moeten we ons niet blindstaren. We hebben een God die wonderen doet. Hij geeft (nieuw) leven. Als zieken genezen, is dat een wonder van Hem. Het is een reden om God om de genezing te loven. Om met Ps. 103: 3b tegen onszelf te zeggen: die al uw ziekten geneest.

Samenvatting
De oudtestamentische gegevens laten zich als volgt samenvatten. Tot de redenen voor ziekte behoort ook dat God ziekte geeft als straf op ongehoorzaamheid. Ziekte kan ook een gevolg zijn van een leven tegen de wil van God. Maar lang niet elk ziektegeval is een gevolg van zonde. Ook gelovigen worden ziek, terwijl ongelovigen vaak gezond blijven. Verder worden gelovigen lang niet altijd op het gebed (spoedig) genezen. Wat God op het gebed wel altijd geeft, is geestelijke gezondheid. Verder mag worden gezegd dat elke lichamelijke genezing een gave van Hem is. Bovendien geeft Hij de belofte dat de tijd zal komen dat niemand meer zal zeggen: ik ben ziek.

D. Visser
(Ds. D. Visser dient de gemeente van Broeksterwoude-Petrus.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 2008

De Wekker | 16 Pagina's

Ziekte en genezing in het Oude Testament (Geloven maakt gezond 2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 2008

De Wekker | 16 Pagina's