Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ziekte en genezing in de Evangeliën (Geloven maakt gezond 3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ziekte en genezing in de Evangeliën (Geloven maakt gezond 3)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De boodschap van het evangelie ten aanzien van ziekte lijkt eenvoudig deze: Jezus genas de zieken en gaf aan zijn discipelen de opdracht om dat ook te doen. Na Pinksteren gaf de Geest in de gemeente de gave van de genezing. Deze boodschap lijkt te worden onderstreept door Hebreeën 13: 8: 'Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid.' Bij menige genezingsdienst dient deze tekst dan ook als bewijs dat gelovige gebeden om genezing verhoord zullen worden.

Met Hebr. 13: 8 eindigt Jan Zijlstra zijn boek ‘Ontmoetingen met Jezus de Genezer’. In dit boek schenkt hij aandacht aan de meeste wonderen van genezing die Jezus deed. Hij schreef het om mensen in nood Jezus te doen ontmoeten en het wonder te ontvangen. Zijn boek is glashelder, het evangelie lijkt een ziektepolis die genezing garandeert voor ieder die gelooft. Wie de evangeliën echter aandachtig leest, ontdekt dat het zo eenvoudig niet ligt. Het beeld dat naar voren komt, is veelkleurig.

Jezus geneest zieken
Matteüs vertelt in hoofdstuk 8: 16 dat Jezus allen genas die ernstig ziek waren. Hij noemt dat de vervulling van de profetie uit Jesaja 53: 4 dat Hij onze ziekten heeft gedragen. Andere keren genas Jezus echter niet allen. Zo maakte Hij in Bethesda alleen de man gezond die al 38 jaar ziek was (Johannes 5: 6-9). Bij hem legt Jezus een verband tussen ziekte en zonde (5: 14). Dat verband is er blijkbaar ook bij de verlamde die door zijn vier vrienden aan de voeten van Jezus werd gelegd (Lucas 5: 18-25). Bij de blindgeborene (Joh. 9: 3) ontkent Jezus dat verband. Matteüs vertelt in 8: 16 eerst dat men vele bezetenen tot Jezus bracht. Het ligt het meest voor de hand dat het in het vervolg van dit vers gaat over zieken die bezeten zijn. Jezus drijft door de vinger Gods demonen uit. Dat maakt duidelijk dat het Koninkrijk van God is gekomen (Lc. 11: 20). Genezing en bevrijding zijn tekenen van Gods rijk dat in Jezus is gekomen. Gods kracht uit zich in de genezingen die Jezus verricht (Lc. 5: 17). Hij geeft ook zijn discipelen opdracht om in zijn Naam zieken te genezen, zowel voor zijn hemelvaart (Mt. 10) als daarna (Mc. 16). Maar ook iemand die zich niet aansluit bij de discipelen blijkt de kracht te hebben om in de Naam van Jezus wonderen te doen (Mc. 9: 38-40).
Nog veel opmerkelijker is het dat ook mensen die in Gods oordeel niet zullen kunnen bestaan, in Jezus’ Naam vele krachten hebben gedaan. (Mt. 7: 21-23). Ook valse christussen en valse profeten blijken grote tekenen en wonderen te kunnen doen (Mt. 24: 24). Zij doen dat om de gelovigen te verleiden. Jezus noemt het onmogelijk dat dit gebeurt.
Maar het bleek wel mogelijk dat de wonderen die Jezus deed geen geloof wekten, ook in de steden waarin Hij de meeste krachten had gedaan (Mt. 11: 20). En in Nazareth deed Jezus weinig krachten vanwege hun ongeloof (Mt. 13: 58).
In onze tijd wordt dikwijls geloof (en gebed) als een voorwaarde voor genezing gezien. Ook op dit punt vertonen de evangeliën een gevarieerd beeld. De melaatse die Jezus om genezing smeekt, toont geloof (Mc. 1). Maar bij de verlamde is het niet duidelijk of ook hij gelooft of alleen zijn vrienden (Mc. 2). Bij de man met de verschrompelde hand geeft Jezus genezing zonder dat over geloof wordt gesproken. (Mc. 3).
Soms gaan ouders voor of met hun zieke kind in geloof tot Jezus, maar bij de vader van de maanzieke jongen gaat zijn geloof gepaard met ongeloof (Mc. 9: 24).
Nog één aspect noem ik met het oog op de massale genezingsbijeenkomsten in onze tijd. Jezus maakte geen reclame voor zijn genezingen, al was er vaak wel een massa mensen aanwezig. In veel gevallen genas Jezus zieken individueel of in kleine kring. Daarbij gaf Hij hun vaak de opdracht om aan niemand te vertellen dat ze genezen waren (Mc. 1: 44; 3: 12; 5: 43; 7: 36 en 8: 26). Dat laatste aspect speelt bij de huidige genezingssamenkomsten geen rol. Ook andere van de boven genoemde aspecten komen daarbij niet in beeld. Alle nadruk ligt op de macht van Jezus om zieken te genezen. En op het belang van geloof en gebed om genezing te ontvangen. Wie zou dat belang willen ontkennen? Maar wie de andere aspecten vergeet, is eenzijdig bezig en maakt brokken. Die vergeet dat in Jezus’ dagen lang niet iedereen gezond werd. Bovendien volhardden velen in hun ongeloof, ondanks alle wonderen die Jezus deed.

Andere wonderen
We lezen in de Evangeliën ook dat Jezus doden opwekte. In zijn boek over de genezingen geeft Zijlstra geen aandacht aan deze wonderen. Ook ken ik uit zijn en andere genezingssamenkomsten geen voorbeelden van opwekking uit de doden. Bij de overtuiging dat Jezus nu dezelfde dingen doet als toen, zou men wel verwachten dat er ook voor dodenopwekking wordt gebeden.
Jezus heeft nog vele andere wonderen gedaan. Ik noem slechts de spijziging van grote scharen en het stillen van de storm. Wat zou het een zegen zijn als op het gebed van gelovigen een einde kwam aan hongersnoden en verwoestende stormen.
Wordt hierom niet op dezelfde manier gebeden als voor zieken omdat Jezus hiertoe aan zijn discipelen geen opdracht gaf en dit niet genoemd wordt bij de gaven van de Geest? Maar zou Jezus niet evenzeer willen redden van honger als van ziekte? Die vraag klemt te meer daar Jezus in het Onze Vader ons niet leert bidden om genezing, maar wel: geef ons heden ons dagelijks brood.

Het grootste wonder
Het grootste wonder is dat God mens werd. Hij is God-met-ons opdat wij zijn heerlijkheid aanschouwen, vol van genade en waarheid. Uit die volheid wordt overstelpende genade ontvangen. Opdat wij mens-met-God worden. Wie Christus gezien heeft, heeft de Vader gezien. (Joh. 1: 14-18). Door Hem worden alle dingen nieuw. Dit is het grootste wonder in het evangelie. Daarom vat Jezus het evangelie als volgt samen: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie (Mc. 1: 15).
Dit evangelie verkondigde Jezus niet alleen, Hij was het zelf in eigen persoon. Dat onderstreepte Hij door de wonderen die Hij deed, ook door genezingen. Ze moeten in dat perspectief worden gezien, ook de genezingen die God nu geeft.

De opdracht van de apostelen
Als bewijs dat Jezus nu dezelfde is en genezing schenkt, wordt vaak gewezen op de opdracht die Jezus aan zijn twaalf discipelen gaf. Zij kregen volmacht om alle ziekten te genezen (Mt. 10: 1). Uit het vervolg blijkt dat zij ook volmacht kregen om boze geesten uit te drijven en doden op te wekken. Zij kregen die volmacht in het kader van de opdracht om het evangelie van het Koninkrijk te prediken. Zij moesten dit alles doen onder de verloren schapen van het huis van Israël en niet onder andere volkeren. Daarom is het niet terecht om (een deel van) hun opdracht voor de gelovigen van nu van toepassing te achten.
Mogelijk ligt het anders met de opdracht die Jezus vlak voor zijn hemelvaart aan zijn discipelen gaf om het evangelie in de hele wereld te verkondigen. Die opdracht, verwoord in Mt. 28: 19 en Mc. 16: 15-16 wordt in Mc. 16: 17-18 aangevuld met de belofte dat tekenen de gelovigen zullen volgen. Onder die tekenen wordt genezing na handoplegging genoemd. In vers 20 volgt dat Jezus’ discipelen na zijn hemelvaart heengingen en overal predikten, terwijl de Here het Woord bevestigde door de tekenen die er op volgden. De nadruk ligt dus op de verkondiging van het evangelie.

Het boek Handelingen legt getuigenis af van de verkondiging van de apostelen en van de wondertekenen die zij deden, niet alleen in Jeruzalem, maar ook in Samaria en in andere landen. Uit het N.T. is het duidelijk dat de apostelen een bijzondere roeping hadden om het werk van Jezus voort te zetten. Zij namen een unieke positie in. Het N.T. geeft geen aanwijzingen dat genezingen in de na-Bijbelse tijd niet meer voorkomen. Toch komen de accenten na Handelingen al anders te liggen. Het is opvallend dat in de nieuwtestamentische brieven nauwelijks over genezing wordt gesproken. Daaraan zal in het volgende artikel aandacht worden gegeven.

Jezus Christus is dezelfde
We keren terug tot Hebr. 13: 8. Die tekst staat niet in een verband waarin het om genezing gaat. Vers 7 gaat over voorgangers die getrouw het Woord van God hebben verkondigd, ook al moesten zij de marteldood sterven. De gemeente wordt opgewekt om hen in hun geloof te volgen. Vers 9 waarschuwt tegen een dwaalleer, opdat de lezers hun vastheid in de genade vinden. In dat verband wordt gezegd dat Jezus Christus altijd dezelfde is. In hun heden maakten de Hebreeën een moeilijke tijd door. Maar Jezus is voor hen dezelfde als voor hun voorgangers in hun lijden. Daarom worden ze opgewekt om tot Hem uit te gaan buiten de legerplaats en zijn smaad te dragen.
Hebr. 13: 8 is dus niet geschreven om genezing te beloven, maar om gelovigen in lijden om Christus’ wil uitzicht te geven. Ze worden opgeroepen om stand te houden als zij met langdurig lijden te maken krijgen. Dat kan in het geloof dat Jezus Christus dezelfde blijft. Geloof in Hem geeft volharding. Dit geloof maakt gezond.

D. Visser
(Ds. D. Visser dient de gemeente van Broeksterwoude-Petrus.)

Voor reacties: dirkvisser@hetnet.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 februari 2008

De Wekker | 16 Pagina's

Ziekte en genezing in de Evangeliën (Geloven maakt gezond 3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 februari 2008

De Wekker | 16 Pagina's