Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vrucht van het huwelijk (Ouderschap in Bijbels licht 1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrucht van het huwelijk (Ouderschap in Bijbels licht 1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ouderschap is volgens het huidige denken in de samenleving een zaak waar mensen zelf voor kiezen. De medische wetenschap op het gebied van de voortplanting versterkt de maatschappelijke tendens waarin mensen hun recht op kinderen laten gelden. De cultuur van maakbaarheid gaat deze ordening niet voorbij. Vergeten wordt dat ouderschap een geschenk is. Bij menselijk leven hoort datgene waarover een mens niet kan noch mag beschikken, en wat hij niet kan voorzien.

Ouderschap is een vrucht van het verbond van liefde en trouw tussen man en vrouw. In dat verbond dat van oudsher de naam ‘huwelijk’ draagt, heeft God man en vrouw op elkaar aangewezen met het oog op hun opdracht binnen de schepping. Hij bevestigt en kroont deze verbintenis met de kinderzegen. Die zegen mogen man en vrouw vreugdevol en in dankbaarheid aanvaarden. Daarmee nemen ze de taak op zich die deze gave met zich meebrengt: het helpen van kinderen op hun weg naar volwassenheid in fysiek, psychisch en geestelijk opzicht.
In de loop van de geschiedenis hebben ouders ook andere doelen gesteld ten aanzien van kinderen. Maar hun kerntaak blijft de ontwikkeling en ontvouwing van het persoon-zijn van kinderen en de dienst aan hun welzijn en heil.
Na het bereiken van de grens van volwassenheid houdt deze ouderlijke dienst niet op. Ouders blijven ook ten opzichte van hun volwassen kinderen in zeker opzicht gezag bezitten. Dat gezag heeft aan de ene kant een natuurlijk aspect, dat verbonden is met leeftijd, levenservaring en wijsheid. Daarnaast mogen ouders het gezag van de waarheid bezitten doordat ze de waarheid van het woord van God blijvend (moeten) vertegenwoordigen. Ouderschap rust uiteindelijk niet op aardse omstandigheden, maar op het woord van God.

Overigens hebben beide ouders hun eigen plaats in deze taak en roeping: de man als vader en de vrouw als moeder. Het man-zijn van de vader bepaalt zijn ouder-zijn en het vrouw-zijn van de moeder bepaalt haar ouder-zijn. Beiden hebben hun eigen aandeel in het begeleiden en helpen van hun kinderen. God heeft niet zonder bedoeling deze ordening gefundeerd op het huwelijk. Ouderschap heeft twee handen: een vaderhand en een moederhand (J.A. Heyns).

Vreugde en teken van hoop
De ordening van het ouderschap is met de schepping gegeven. Na onze opstand heeft God deze ordening niet teruggenomen, maar in zijn goedheid gehandhaafd. In het bijzonder bevestigt Hij de zegen van het ontvangen van kinderen aan zijn verbondsvolk. Abram mag tot een groot volk worden: zijn nakomelingen zullen talrijk zijn als de sterren aan de hemel. Aan Isaäk wordt deze belofte nogmaals bekrachtigd. De vervulling daarvan krijgt op grootse wijze gestalte tijdens het verblijf van Israël in Egypte. In de loop van de geschiedenis heeft Israël voortdurend grote waarde gehecht aan het ontvangen van kinderen.
De belofte van nageslacht en met name het ontvangen van een zoon is een belangrijk motief in het Oude Testament. Een vrouw die in het kraambed sterft, vindt troost in de gedachte dat ze een zoon heeft voortgebracht (bijv. Gen. 35, 17). Kinderen zijn een geschenk, of zoals de psalmen zeggen ‘een erfdeel’ van de HERE, de vrucht van de schoot een beloning (Ps. 127, 3-5; 128, 3-4). Wel is de kinderzegen verbonden met gehoorzaamheid aan het woord van God. Alleen wanneer het verbondsvolk luistert naar de HERE, zal de vrucht van zijn schoot gezegend zijn (Deut. 28, 4. 11). Als het volk niet luistert naar de HERE, zal de vrucht niet gezegend zijn.
De zegen van het ouderschap volgens het Oude Testament blijkt negatief uit de ervaring van kinderloosheid. Wie de kinderzegen ontbeert, ervaart een diep verdriet. In het oude Israël is kinderloosheid een schande, iets waarvoor mensen zich schamen. Ook is dit gemis een aanvechting voor het geloof: mensen voelen zich door God verlaten.
Bovendien werkt dit verdriet door in intermenselijke relaties. Jaloersheid ligt op de loer jegens hen die de kinderzegen wel hebben ontvangen. Rachel bijvoorbeeld wordt vanwege het missen van de kinderzegen jaloers op haar zuster Lea. Evenals voor alle vrouwen in Israël is voor Hanna kinderloosheid een reden voor een smeekgebed dat God oog heeft voor haar ellende. Wanneer haar gebed is verhoord, prijst ze Gods grootheid die de onvruchtbare zeven zonen schenkt. Ook Elisabet prijst God in haar zwangerschap: Hij heeft zich haar lot aangetrokken. Ze mag weten dat de mensen haar daarom niet langer verachten. De vreugde om de vrucht van ouderschap is groot.

Ouderschap in het kader van het verbond dient volgens het Oude Testament geen beperkt individualistisch verlangen en niet uitsluitend het persoonlijk geluk, maar het welzijn van Israël en het voortbestaan van de eigen naam. In iemands kinderen leeft zijn geslacht en naam voort. Daarom heet Set beeld van Adam: de zoon stelt zijn vader tegenwoordig. Zonen openen volgens Spreuken de weg naar de toekomst en zijn de kroon van de ouden (17, 6).
Ook vandaag, na de komst van de Christus naar wiens geboorte heel het Oude Testament heeft uitgezien, staat voor de gelovige het ontvangen van kinderen in een breder perspectief. Deze gave mag de opbouw van kerk en samenleving dienen. Op deze wijze ervaren velen in sterke mate iets van de zin en betekenis van het leven op aarde. Uiteindelijk mag het ouderschap staan in het kader van de eer van God. Dat onderstrepen we wanneer we zeggen dat kinderen een gave van het leven zijn, of liever: een gave van God.

Niet in het minst zijn kinderen een teken van hoop. Jeremia zegt in zijn brief aan mensen in ballingschap dat ze hoopvol de toekomst tegemoet mogen gaan. Daarom moeten ze huwelijken aangaan, en zonen en dochters verwekken. Ze moeten in aantal toenemen, niet afnemen (Jer. 29, 6). Zacharia verkondigt de heilsbelofte, dat de pleinen van Jeruzalem vol zullen zijn van spelende jongens en meisjes (Zach. 8, 5). Kinderen zijn ook vandaag een teken van hoop. Niet dat we onze hoop vestigen op onze kinderen. Wel zijn kinderen een teken dat God deze wereld niet heeft verworpen. Omdat we op God mogen vertrouwen, hebben we het vertrouwen nieuw leven te ontvangen, ook al zijn we er niet zeker van dat onze kinderen onze missie zullen volgen. Het ontvangen van kinderen onderstreept ons vertrouwen dat God zijn wereld niet heeft losgelaten (Stanley Hauerwas).

Dit betekent voor christenouders dat zij niet uitgaan van het minimum noch van het maximum aantal kinderen, wel een optimaal aantal. Dat beste aantal is afhankelijk van het welzijn van de kinderen zelf, het welzijn van de moeder en het welzijn van de samenleving. Ouders kunnen alleen dan passend spreken van kinderzegen wanneer kinderen ook zelf hun plaats onder die ouders, binnen dat huisgezin en in die specifieke omstandigheden als een zegen (kunnen) ervaren.

Niet altijd een roeping
Na de komst van Christus is het huwelijk niet de enige optie voor de gelovige. Volgens het Nieuwe Testament is het ongehuwd-blijven een mogelijkheid die niet minder waard is dan het huwelijk. Die mogelijkheid is soms een groot verdriet, waarvan de blijvende pijn dagelijks wordt ervaren. Toch kan het ongehuwd-zijn en daarmee het ontbreken van de vreugde van het ouderschap een roeping zijn. Of: worden. Deze roeping is gelijkwaardig aan het huwelijk. Beide mogelijkheden hebben hun eigen specifieke waarde en verwijzen op een eigen manier naar het werk van God. Zoals het huwelijk terugwijst naar de orde van Gods scheppingswerk, wijst het ongehuwd- zijn vooruit naar de volkomen vervulling van Gods beloften op de laatste dag wanneer zijn rijk in heerlijkheid komt.
Wel blijft vóór die dag het huwelijk de basis van het ouderschap. Man en vrouw mogen kinderen ontvangen als teken van zegen en hoop, en eveneens met het oog op de voortgang van Gods werk in kerk en samenleving. De vrouw doet zeker niet het minste werk wanneer ze een kind ontvangt. Zij mag weten gered te zijn als ze volhardt in het geloof, de liefde en een heilige, ingetogen levenswijze (1 Tim. 2, 15).

Ouderschap is daarom voor gelovige gehuwden een mogelijkheid die ze niet bij voorbaat uitsluiten omwille van het enkele feit van hun eigen ontplooiing en carrière. Wie in het huwelijk treedt, staat open voor de kinderzegen. Als blijkt dat gehuwden niet langs een natuurlijke weg in deze zegen kunnen delen, beroepen ze zich niet op ‘een recht op ouderschap’. In dat verband is dat recht niet aan de orde. Kinderen zijn en blijven altijd een geschenk.
Dat betekent niet dat ouders die deze gave niet ontvangen langs de natuurlijke weg, geen hulp zouden mogen inroepen van medische specialisten. Wel zullen ze daarbij de grenzen van Gods morele orde blijven respecteren. Dat houdt bijvoorbeeld in dat kunstmatige inseminatie met de zaadcel van een donor (dus een derde) geen mogelijkheid is die binnen die orde past. Dat impliceert eveneens een eerbiediging van het nieuwe leven dat na een reageerbuisbevruchting is ontstaan. Sommige wegen van de voortplantingstechnologie zijn dwaalwegen.
Wel mogen gelovigen zoeken naar een (lichamelijke) oorzaak van de niet-vervulling van hun kinderwens. Maar dit zoeken is voor hen geen offer op het altaar van de maakbaarheid van het leven. Hun zoeken mag staan onder het voorteken van respect voor Gods orde en houdt rekening met de gebrokenheid van die orde. In dat kader kan dat zoeken voor mensen een middel zijn in het proces van aanvaarding en verwerking van de weg die voor hen ligt.

D.J. Steensma
(Dr. D.J. Steensma is predikant van Veenwouden.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 2008

De Wekker | 16 Pagina's

Vrucht van het huwelijk (Ouderschap in Bijbels licht 1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 2008

De Wekker | 16 Pagina's