Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zaligheid is uit de Joden (N.a.v. 60-jarig bestaan staat Israël 2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zaligheid is uit de Joden (N.a.v. 60-jarig bestaan staat Israël 2)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

We mogen Israël niet vergeten. We hebben immers zoveel aan Israël te danken! Met dit zo te stellen doel ik niet op dingen die de wereld ook nog wel erkennen wil. Bijvoorbeeld dat Israël vele grote geleerden heeft voortgebracht. Dat de wereld via Israël het monotheïsme heeft ontvangen en bepaalde vormen van beschaving. Maar dat zijn toch niet de dingen waar wij, die ons christenen noemen, allereerst aan denken als we nagaan wat we van Israël gekregen hebben.

Dan komt ons allereerst voor de geest het woord dat Jezus een keer sprak tot de vrouw bij de bron ‘De zaligheid is uit de Joden’ (Joh. 4: 22). Het ging in dat moment van het gesprek over de vraag waar en hoe God moet worden aangebeden. Ten diepste dus de vraag naar het wezen van de ware religie. In dat kader sprak Jezus dit woord, waarmee Hij aangaf dat de ware religie berust op openbaring en dat het God behaagd had die openbaring aan Israël te geven en met die openbaring de zaligheid.

Jezus Christus, de Zaligmaker
Zaligheid. Dat hangt ten nauwste samen met Hem, die Jezus moest heten. Omdat Hij Zijn volk zou zaligmaken van hun zonden. Zaligheid is dan ook allermeest verlossing van de schuld van de zonde. En van de straf op de zonde. En van de verdorvenheid door de zonde. Hoe dat alles tot stand komt lag besloten in de openbaring. Eerst in de offer- en tempeldienst. En in de beloften die gedaan waren omtrent de komende Messias. Vervolgens in Hem, in Wie die offer- en tempeldienst haar vervulling kreeg en die de beloofde Messias zou zijn. In Jezus.

Dat Hij Zichzelf bedoelt als Hij met de vrouw uit Samaria over deze dingen spreekt wordt heel duidelijk als Hij op een gegeven moment tot haar zegt: ‘Ik ben het Die met u spreek’ (vs. 26). En de mensen in Sichar hebben er wat van begrepen, als ze in een later stadium van Hem zeggen: ‘Deze is waarlijk de Christus, de Zaligmaker der wereld’ (vs. 42).

Paulus neemt dit thema over in Rom. 9: 5. Hij somt daar op wat de voorrechten van de Joden zijn. Dat zijn er nogal wat! Israëlieten mogen ze heten. Gods geadopteerde kinderen zijn ze. De heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de dienst van God en de beloften en de vaders – het is alles hun deel geworden. En aan het eind zegt hij dan: ‘uit welke Christus is, zoveel het vlees aangaat, Dewelke is God boven allen te prijzen in der eeuwigheid. Amen’. Hier dus weer dezelfde boodschap: Jezus is uit de Joden. En in Jezus de zaligheid.

Lange lijdensweg
Zo hebben we Jezus Christus, de Zaligmaker te danken aan de Joden. Natuurlijk, niet als een gave van Israël, maar van God. Maar wel via Israël. Dat volk was door God verkozen om Zijn Zoon voort te brengen. Een geweldig voorrecht voor dat volk. Maar voorrechten kosten vaak heel wat. Ook dit voorrecht. Het is Israël zwaar gevallen de Christus mee te moeten en mogen dragen. Wat een lange en bange lijdensweg moesten ze afleggen.

Allereerst al in de tijd die aan de komst van de Messias voorafging. Johannes heeft Israël in een visioen gezien als een zwangere vrouw, wier bestaan beangstigd en bedreigd werd door een grote rode draak die niets goeds in de zin had. Hij wachtte de geboorte van haar kind af om dat Kind dan onmiddellijk te verslinden. Heeft de duivel niet alles geprobeerd om de komst van Christus te voorkomen en heeft hij niet altijd door alles in het werk gesteld om het Israël benauwd te maken? Ja, de Joden legden een lange lijdensweg af en dat was voor een groot deel in verband met Hem, die ze meedroegen. Toen al was het waar, dat de aanwezigheid van Christus voor hen bij wie Hij is, lijden met zich meebrengt.

Blijvende verplichtingen
Laten we deze dingen toch blijven bedenken. Dat wij Gods Woord hebben en de verkondiging ervan; dat wij daarin mogen horen over Hem, die gekomen is om te zoeken en zalig te maken wat verloren is – we ontvangen het van God, maar het is wel via de Joden tot ons gekomen. Brengt dat geen verplichtingen met zich? Ook verplichtingen tegenover Israël?

Ja maar, de Joden hebben Jezus niet erkend en dat doen ze nog steeds niet ... Wat wilt u daarmee zeggen? Dat we geen verplichtingen meer hebben tegenover hen? Dat zegt de Schrift ons dan wel anders. Hoezeer het ook waar is, dat er bij de Joden nog altijd geen plaats is voor de erkenning van en het geloof in Christus en hoewel daarom gezegd moet worden dat ze ‘aangaande het Evangelie vijanden zijn, om uwentwil’, toch blijft het ook staan, dat ze ‘aangaande de verkiezing beminden zijn om der vaderen wil’ (Rom. 11: 28). Beminden ... ja, beminden.

P. den Butter
(Ds. P. den Butter is emerituspredikant en woont in Middelharnis.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 2008

De Wekker | 16 Pagina's

De zaligheid is uit de Joden (N.a.v. 60-jarig bestaan staat Israël 2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 2008

De Wekker | 16 Pagina's