Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toch mijn volk! Toch ontfermd!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toch mijn volk! Toch ontfermd!

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Zeg tot uw broederen: Ammi, en tot uw zusteren: Ruchama", Hosea 1: 12

Vrijwillig liefhebben is een kerngedachte in het boek Hosea. Dat is niet minder dan een onbegrijpelijk wonder. Eigenlijk staat er: verkiezend liefhebben. Onze liefde wordt over het algemeen opgewekt door eigenschappen in de ander, waardoor we getroffen worden. Gods liefde wordt niet opgewekt door een eigenschap die Hij in ons aantreft. Integendeel, de mens is dood in misdaden en zonden. Wanstaltig in Gods ogen … en toch heeft de Heere hem lief. Dat maakt die liefde tot zo'n onverklaarbare liefde.

De profetieën van Hosea zijn een aangrijpende prediking. De profeet Hosea leefde ten tijde van de koningen Uzzia, Achaz en Hiskia van Juda en koning Jerobeam II in Israël. Het volk Israël was afgeweken van de wegen en de inzettingen van de Heere. De koning ging er het volk in voor en de inwoners van het Tienstammenrijk volgden hem daarin. In die dagen zendt de Heere de profeet Hosea om het volk te manen het pad van de zonde te verlaten en de Heere te dienen en te vrezen. De profeet deed dat op een heel bijzondere wijze. Zijn prediking was niet alleen maar een hoorbare prediking maar hij gaf daar ook aanschouwelijk onderwijs bij.

Een mislukt huwelijk
Hosea kreeg de opdracht om te trouwen met een vrouw van lichte zeden. Het huwelijk moest dus wel op een mislukking uitlopen. Daarin toonde de Heere aanschouwelijk de verhouding van Hem tot Zijn volk. Het verbond dat de Heere met Zijn volk gesloten had, was van de kant van het volk verbroken. Hen worden twee kinderen geboren. De naam van de jongen is: Lo-Ammi, niet Mijn volk, en van de dochter: Lo-Ruchama, niet ontfermd. De namen van de kinderen zijn bedoeld als een zichtbare prediking van het afkerige en ontrouwe volk. Wat jullie zo vaak gedaan hebben, doe Ik nu met jullie. Ik verbreek het verbond.

Als Petrus later deze woorden van de profeet Hosea in zijn eerste zendbrief aanhaalt: “gij die eertijds geen volk waart” (2: 10), spreekt hij hiermee een verschrikkelijk oordeel uit. Hij zegt niet: gij zijt Gods volk niet meer, maar: gij zijt geen volk meer. Als we niet gebonden worden door de wetten en de inzettingen van de Heere, heeft een volk geen toekomst meer. We houden een groep mensen over, waaronder geen enkele verbondenheid en gemeenschap meer gevonden wordt.
We zien het ook in ons eigen land, als we de Heere verlaten dan valt een volk uiteen. Hoe verder Gods genade wijkt uit de samenleving des te meer komen de symptomen van de ontbinding openbaar. Zo zal het in de eindtijd zijn.

Gods genade
Nu de genade van de Heere bij Hosea. De Heere komt erop terug. De Heere zegt op een gegeven ogenblik, dat Lo-Ammi toch weer Ammi zal zijn en dat Lo-Ruchama weer Ruchama genoemd zal worden. Hoe is het mogelijk? Is er iets bij dat volk veranderd? Hebben ze zich tot de Heere bekeerd? Dat is nu het wonder van Gods liefde. God kan niet van Zijn volk af. Al hebben ze hun weg nog zo voor de Heere verdorven en al hebben ze de afgoden nog zo gediend, toch kan God dat volk niet aan zichzelf niet overlaten.

Hij kon dat volk niet loslaten, want er was een prijs voor betaald. Nieuwtestamentisch mogen we zeggen: in Zijn Zoon Jezus Christus openbaart Hij Zich als een barmhartig en vergevend God. Niet omdat Israël verbeterd is, want het is onverbeterlijk, maar het kan alleen om Christus, Zijn Zoons wil. Helderder nog dan in Hosea’s dagen mag deze liefde Gods in Christus doorstralen. God heeft Zijn Zoon in deze wereld gezonden. Hij heeft Zijn Zoon overgegeven tot in de dood, ja tot in de kruisdood toe. Hij heeft er Zijn bloed voor gestort. Hij heeft de prijs die de mens aan God verschuldigd was betaald. In Hem is een verloren volk een behouden volk.

Een nieuwe gemeenschap
Nu is aan die vorige toestand een radicaal einde gekomen. Ze zijn nu een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk om te verkondigen de deugden van Degene Die hen getrokken heeft uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Nu zijn al die ontheemden, al die zwervers, die van elkaar vervreemd waren tot een nieuw volk verzameld. Ze hebben een gemeenschappelijke Vader en ze zijn het eigendom van Hem geworden. Ze zijn aan elkaar verbonden door de band van de liefde. Ze beoefenen de gemeenschap der heiligen. Het is de verbondenheid van de liefde uit dezelfde verbondenheid aan God en Christus.

Wat een verandering. Eertijds geen volk, nu Gods volk. Vroeger geen ontferming. We waren diep ellendig en in grote nood. Toen kwam het Evangelie. God heeft Zich in Zijn ontferming over ons heen gebogen. We zijn getrokken uit de duisternis tot het licht. Wedergeboren tot een levende hoop, zegt Petrus. We zullen toch niet anders een kind van God genoemd worden dan nadat we eerst geleerd hebben dat niet te zijn. Wat een wonder dat God zulke mensen tot Zijn kinderen aanneemt. Dat maakt Zijn liefde zo onbegrijpelijk en wonderbaar. Dan kan de lofzang niet uitblijven. Ammi blijft een zondaarsvolk, maar toch Zijn volk.

B. de Romph
(Ds. B. de Romph is emerituspredikant en woont te Papendrecht.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 2008

De Wekker | 16 Pagina's

Toch mijn volk! Toch ontfermd!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 2008

De Wekker | 16 Pagina's