Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gemeenten waar ex-gevangenen zich welkom voelen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gemeenten waar ex-gevangenen zich welkom voelen

Bezinning over ‘cgk-stipkerken’ komt op gang

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens hun detentieperiode (her)ontdekken gedetineerden nogal eens de waarde van het christelijk geloof. In de gevangenis bezoeken ze de kerkdienst, maar na hun vrijlating is de vanzelfsprekendheid een dienst van een justitiepredikant te bezoeken er niet meer. In de Christelijke Gereformeerde Kerken dringt langzaamaan het besef door dat meer oog voor deze kwetsbare groep nodig is.

Sinds 2004 bestaat de projectgroep ‘Kerken met stip’, een initiatief van het protestantse en katholieke justitiepastoraat dat ondersteund wordt door verschillende kerken in Nederland. De projectgroep wil de aansluiting van ex-gedetineerden bij een gemeente vereenvoudigen. Zogenoemde ‘stipkerken’ zijn daarom actief om ex-gedetineerden die terugkeren naar hun oude woonplaats onderdak te bieden in een gemeente.

Gastvrij
Vroeger brachten zwervers weleens een stip of ander merkteken aan op huizen en boerderijen waar zij welkom waren. Vandaar de naam ‘stipkerken’, voor het landelijk netwerk van christelijke geloofsgemeenschappen die laagdrempelig en gastvrij genoeg zijn om ex-gevangenen zich welkom te laten voelen. De werkgroep ging in 2004 officieel van start en telt momenteel 38 kerken die aangegeven hebben een kerk met stip te willen zijn. “Het is niet zo dat er gelijk tien ex-gedetineerden bij een stipkerk op de stoep staan”, vertelt ds. J. Eerbeek, hoofdpredikant bij het Ministerie van Justitie en verbonden met de projectgroep Kerken met Stip. “Een kerk moet erin groeien zich open te leren stellen.”
Diverse kerkverbanden tellen inmiddels stipkerken. Een Christelijk Gereformeerde stipkerk is er echter nog niet. “Ik leerde Kerken met Stip pas kennen toen ik justitiepredikant werd”, zegt ds. W. Plantinga (34), één van de twee gevangenispredikanten van de Christelijke Gereformeerde Kerken. “De projectgroep is nog jong en relatief onbekend in christelijk Nederland, vandaar dat het er wellicht nog niet van gekomen is dat ons kerkverband ook stipkerken heeft.”
Plantinga werkt vanaf 1 juli jl. als justitiepredikant in de Penitentiaire Inrichting (PI) in Zoetermeer. Daarvoor was hij voorganger in de gemeente ’s-Gravenhage-West. “In mijn studententijd maakte ik al kennis met het werk in de gevangenis, door lezingen van praktisch-theoloog Hans Borst en evangelist Willem den Hertog. Het werk als gemeentepredikant was mooi, maar toch miste ik het werk met ‘drop-outs’, mensen aan de rafelrand van de maatschappij. Toen dit werk op mijn pad kwam, zag ik dat als leiding van God. Ik ben nog in opleiding, over anderhalf jaar heb ik al mijn papieren voor geestelijk verzorgende.”

Schuld
“Het grootste deel van de gevangenen die de diensten in de gevangenis bezoeken, is nieuweling”, vertelt ds. Plantinga. “Zij komen in de inrichting in aanraking met het geloof. Samen met een pastoor, een imam en een humanistisch verzorger verleen ik gevangenen geestelijke hulp. Geestelijk verzorgers zijn geen onderdeel van de inrichting, ze weten dat ze bij ons hun hart kunnen luchten zonder dat dit doorgespeeld wordt naar derden. Om die reden komen gevangenen wel graag in contact met mij, al was het alleen maar voor een praatje.”

De zondagse diensten in de inrichting worden redelijk goed bezocht, volgens Plantinga. “Om de week verzorg ik drie diensten op een zondag. De PI Zoetermeer herbergt alle regimes – van Huis van Bewaring tot levenslang gestraften – die meestal niet gemengd de kerkdienst mogen bezoeken. Vandaar dat ik drie bijeenkomsten organiseer op een zondag. Deze samenkomsten duren precies een uur, waarvan de echte dienst drie kwartier. Daarna volgt een kwartiertje koffiedrinken. Daarvoor is een strakke timing nodig, want na een uur worden de gevangenen weer opgehaald.”
“De echte preek duurt meestal maar zo’n tien minuten. Voor deze speciale groep toehoorders is het van belang dat je dicht bij de tekst blijft en aansluit op hun denk- en leefwereld. Ik heb onlangs een prekenserie over de Psalmen gehouden, waarin onder andere het thema schuld aan de orde kwam. Ook aan het leven van Jezus heb ik een serie gewijd en verder volg ik in mijn preken de loop van het kerkelijk jaar. In mijn preken leg ik er de nadruk op dat het wonder van het Evangelie ook voor hen kan en mag zijn. Als ik preek, hangt er achter mij een groot kruis, het teken van verzoening, daar wijs ik vaak naar. Afgelopen zondag sprak ik uit Hebreeën 13: “Gedenk de gevangenen alsof u zelf ook gevangen bent.” Ik had een gospelzanger uitgenodigd om bij de dienst te zijn, normaal gesproken zingen we alleen eenvoudige opwekkingsliederen onder begeleiding van een cd-speler.”
“Gedetineerden kunnen ook meedoen aan de groepsgesprekken. Dan bespreken we in een groepje de tekst van de preek. Daarvoor moet een gedetineerde zichzelf opgeven, maar het animo blijkt groot. Eén van de fijne dingen van het wettelijk vastgelegd recht op godsdienstvrijheid is dat overheidsinstellingen, zoals een strafinrichting, verplicht zijn gedetineerden de mogelijkheid te bieden gezamenlijk het geloof te beleven.”
“Ik verlangde er altijd naar dit werk te doen. Het is zwaar: je hoort veel moeilijke dingen en je spreekt mensen die in een crisissituatie zitten. Maar daardoor zijn zij wel ontvankelijker voor het geloof en is het ook bemoedigend werk.”

Meer bekendheid
Justitiepredikant Plantinga heeft wel zijn ‘idealen’ over hoe gedetineerden na hun vrijlating pastoraal begeleid zouden moeten worden. Plantinga: “Idealiter zou een justitiepredikant elke ex-gedetineerde die tot geloof is gekomen in contact moeten brengen met een stipkerk in de plaats waar hij zal gaan wonen. Vóór vrijlating zou er al een gesprek moeten zijn geweest tussen de gedetineerde en vertegenwoordigers van die kerkelijke gemeente. Geestelijk onderdak is altijd belangrijk, zeker voor een nieuweling in het geloof die uit zichzelf niet zo gauw naar een kerk durft te stappen als hij de beschermende muren van de gevangenis verlaten heeft.”
Hij zou graag zien dat het vrij jonge ‘stipkerkeninitiatief’ in de Christelijke Gereformeerde Kerken meer bekendheid zou verwerven, en cgk-gemeenten bereid zouden zijn ‘stipkerk’ te worden. Volgens de vrijgemaakt-gereformeerde justitiepredikant ds. Eerbeek lenen onze kerken zich daar wel voor. “Ex-gedetineerden die terugkeren naar de maatschappij hebben nauwelijks gemeenschappen waar zij bijhoren. Daar moet de kerk op inspringen. Een nieuwe stipkerk moet een open houding hebben en deze openheid leren vergroten en vasthouden. Veel cgk-gemeenten hebben die potentie, geloof ik. Dat groeit ook met de tijd, weet ik uit ervaring. Een stipkerk leert zich gastvrij, hartelijk, betrokken en laagdrempelig op te stellen. Natuurlijk kost dat moeite, maar een kerk is er niet voor zichzelf, een kerk moet iets laten voelen van de liefde van God. Ik leerde in de gevangenis heel anders preken: eenvoudiger en directer. Dat kan ook zijn weerslag hebben op de eigen gemeenteleden en hen weer nieuw elan geven. Laagdrempeligheid en openheid zijn niet alleen heilzaam voor buitenstaanders, zoals ex-gevangenen, maar eigenlijk voor iedereen.”
Ds. Plantinga vult aan: “Een kerk die stipkerk wil zijn, moet bereidheid en openheid tonen. Dat vraagt veel tijd en energie en dat kan, om eerlijk te zijn, ook een breekpunt vormen. Het zijn mensen met zwakke punten die extra begeleiding nodig hebben. Maar ik zeg er ook bij: je krijgt er veel voor terug. Ex-gevangenen zijn mensen met een verleden, met een verhaal. Ze kunnen kinderlijk blij zijn met het geloof en soms zelfs bijna letterlijk springen van vreugde. Neem ze op in de gemeente, doe vooral niet zielig tegen hen en geef ze een eigen taak in de kerk zodat ze zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen.”

Synode
Zullen er binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken in de (nabije) toekomst ook stipkerken te vinden zijn? Bert de Hek, werkzaam bij het Gerechtshof te Leeuwarden en secretaris van het deputaatschap Kerk en Overheid, durft dat niet te bevestigen. “Dit initiatief was nog niet erg bekend in de kerken. Ons deputaatschap voert met enige regelmaat overleg met de justitiepredikanten die ons kerkverband rijk is. Onze taak als deputaatschap is weliswaar beperkt, maar als onze mensen in het veld – de justitiepredikanten – het initiatief Kerken met Stip positief vinden, kunnen wij daar zeker wat mee richting de synode en de kerken.”

Zie ook: www.kerkenmetstip.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 2008

De Wekker | 16 Pagina's

Gemeenten waar ex-gevangenen zich welkom voelen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 2008

De Wekker | 16 Pagina's