De herders in Bethlehems velden*
(berijming van Lukas 2: 8-19)
1. De herders in Bethlehems velden,
zij waren al wakend bijeen.
Plots was daar een engel, zij zagen
Gods heerlijkheid die hen omscheen.
Zij vreesden met grote vreze.
De engel sprak: Wees niet bevreesd.
Ik mag u een blijdschap verkonden,
zo blij bent u nooit geweest.
2. Want heden is voor u geboren
in Davids stad Christus de Heer,
Hij zaligt zijn volk van haar zonden,
en redt al wie knielt voor Hem neer.
Ook zult u het Kind zeker vinden;
Als teken geef ik u dit mee:
Een Kindje gewikkeld in doeken,
gelegd in een krib voor ‘t vee.
3. En plotseling kwam er van boven
een groot leger engelen bij.
Die hemelse legermacht loofde
en roemde God krachtig en blij:
De eer zij aan God in de hoge,
de vrede op aarde keert weer,
in mensen een welbehagen.
In alles krijgt God de eer.
4. Toen zeiden de herders: Kom laat ons
nu samen naar Bethlehem gaan
om daar ‘t woord te zien dat geschied is.
Het woord dat God spreekt, zal bestaan!
Zij gingen met haast en zij vonden
Maria en Jozef met ‘t Kind.
Zij zagen het Kind in de kribbe,
want ieder die zoekt, die vindt!
5. Toen hebben de herders verkondigd
wat hen over ‘t Kind was verteld.
Verwondering kwam er bij allen,
die ’t hoorden, zij stonden versteld.
Maria nam echter die woorden,
bewaarde ze diep in haar hart.
Al wie zo Gods Woord zal bewaren,
viert Kerstfeest in vreugd en smart.
* Op de wijs van: De herdertjes lagen bij nachte.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 2008
De Wekker | 16 Pagina's