Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dwang; beteugeling in de opvoeding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dwang; beteugeling in de opvoeding

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is heel wat aan de hand met de jongeren (en/of hun ouders!?) in ons land. Als je via de zoekprogramma's van de kranten zoekt op 'probleemjongeren', 'opvoeding' en nog meer dergelijke woorden, dan krijg je een keur aan artikelen. Het feit dat we tegenwoordig een ministerie 'Jeugd en gezin' kennen is in dit opzicht natuurlijk ook veelzeggend.

In deze bijdrage wil ik, tegen de achtergrond van het bovenstaande, graag wat gedachten doorgeven die bij mij opkwamen toen ik onlangs in de krant een artikeltje las waarin het ging over het al of niet verwerpelijke van dwang in de opvoeding. Denkend aan al de problemen die vandaag gesignaleerd worden en waar getracht wordt wat aan te doen, ontkom je er niet aan om terug te gaan naar de thuissituatie van jongeren. Hoe groeien ze op en hoe worden ze opgevoed?

Dwang
In de titel van deze Nader Bekeken staat het woord ‘dwang’. Dat komt op ons over als een lelijk woord, ook in verband met opvoeding. In het Groot woordenboek der Nederlandse taal staat achter het woord dwang: machtsuitoefening waardoor men iemand tot iets noodzaakt of waardoor men genoodzaakt wordt. In dat verband haalt hetzelfde woordenboek een veelzeggende uitdrukking aan die wel eens gebezigd wordt ten overstaan van een kind dat tegen zijn wil iets moet doen: Moeten is dwang en schreien is kindergezang.

Op iemand dwang uitoefenen, iemand tot iets dwingen brengt al gauw met zich mee dat de persoon die dat treft iets gaat doen, iets móet doen, dat hij of zij niet wil. En waar dat zo is, dat begrijpen we, kan er veel mis gaan. Of misschien moet je wel zeggen: daar gaat het mis. Dus, mee eens: geen dwang in de opvoeding.
Toch kan ik me in deze tijd met z’n huiver voor het aansturen van kinderen niet helemaal losmaken van het woord ‘dwang’. Want die huiver is, naar mijn mening, overdreven aanwezig. Iemand die onlangs met mij over opvoeding sprak vertelde daarbij een treffend voorbeeld. Zij had als lid van een bepaalde commissie een conceptbrief moeten schrijven om jongeren aan te sporen om te overwegen of ze met een bepaalde christelijke actie mee zouden willen doen. In de brief had ze de volgende zinsnede opgenomen: “We vragen je deze brief serieus te willen lezen”. Toen deze conceptbrief in de voltallige commissie besproken werd, viel iemand over het woordje ‘serieus’. Naar de mening van die bewuste persoon was dat een te betuttelend woord voor de aangesproken jeugd. In plaats van dwang in de opvoeding is er vandaag de dag opvoedkundig gezien dan ook veel meer sprake van het overlegmodel.
Overigens, niet alleen mij houdt de zaak ‘opvoeding en dwang’ bezig. Tegenwoordig wordt nota bene openlijk de vraag gesteld of de overheid niet eerder moet ingrijpen als ouders falen bij de opvoeding van hun kinderen. Is dat het geval, dan moet voor de overheid volgens meerderen meer ‘drang en dwang’ mogelijk zijn. Ook kun je vandaag lezen dat men vindt dat het taboe dat op opvoedingsondersteuning rust tot het verleden moet behoren. Ik ben het daar voor een groot deel mee eens. Maar wat moeten we aan met het woordje ‘dwang’?

Beteugeling
Gelukkig kom ik via het Groot Etymologisch woordenboek van Van Dale ook op wat andere gedachten bij het woord ‘dwang’. Daar lees ik dat dit woord oorspronkelijk ook de notie in zich heeft van ‘teugel’. En dan komt me een beeld voor ogen uit mijn jeugdjaren: een paard dat in het tuig loopt en door de teugels die in de handen van de ruiter of de voerman liggen op het goede pad blijft. Met dat beeld voor ogen denk ik wat verder door.

Laat ik eerst dat beeld nog wat verder uitdiepen. Wat is een teugel eigenlijk en wat bereik je ermee? Met een teugel stuur je een aangespannen paard. Toch vindt dat ‘sturen’ op een bijzondere manier plaats. Hoewel je als voerman de teugels ononderbroken in handen hebt en heel alert bent, betekent dat (in normale gevallen) toch niet dat je constant aan de teugels zit te rukken. Eigenlijk nauwelijks. Slechts zo nu en dan hanteer je de teugels heel licht. Een paard heeft nauwelijks teugels nodig, zo lijkt het wel. Het minste trekje aan de teugel is al voldoende om een correctie in zijn gang aan te brengen. Derhalve zal het paard de teugels niet als hinderlijk ervaren, terwijl ze toch van wezenlijk belang zijn! Natuurlijk, soms worden de teugels iets steviger gehanteerd. Soms moet het paard een noodstop maken, hetgeen bij hem wel enige pijn veroorzaakt via het bit, maar het is dan voor zijn eigen bestwil. Kortom, die teugels zijn toch wel heel belangrijk!

Beteugeling in de opvoeding
Met het Woord van God als uitgangspunt zeg ik met overtuiging dat er van beteugeling in de opvoeding sprake moet zijn. Dat kan niet anders. Immers, een mens slaat van huis uit dwaalwegen in. Als je het mensbeeld dat de Bijbel schetst serieus neemt dan moet je daar wel van uitgaan. Net zoals een aangespannen paard niet teugelloos kan overleven in de wereld van vandaag, zo is het ook met onze kinderen. En aangezien ons kind het meest waardevolle geschenk is dat God ons heeft toevertrouwd, hebben we dat in te zien. Het is onbarmhartig om ten opzichte van hen de teugels los te laten of uit handen te geven. Teugelloos zal, tenzij God het verhoedt, een kind verongelukken in de diepste zin van het woord!

De grote vraag is of we dit vandaag nog voldoende in de gaten hebben. Ik neem waar dat er op dit punt een grote verlegenheid is bij veel opvoeders. Er bestaat vrees voor het in handen nemen van de teugels. Ook bij veel opvoeders die kerkelijk betrokken zijn. Ik maak me soms echt grote zorgen over bepaalde praktijken in dit opzicht. Het lijkt zo te zijn dat veel ouders geen richting meer weten te kiezen voor hun kinderen en daarom hen zelf laten kiezen. In veel gevallen worden dan verkeerde en gevaarlijke keuzes gemaakt. Onze kinderen verkeren dan in grote gevaren. Dus, beteugeling is noodzakelijk. Laten we dan onze verantwoordelijkheid mogen verstaan en in afhankelijkheid van de Heere de teugels mogen oppakken.

Natuurlijk is daar heel veel wijsheid voor nodig. Hoe hanteren we de teugels? Eerder in deze bijdrage gebruikte ik het beeld van paard en voerman. Het blijft een heel mooi beeld. Hoe zullen we in de opvoeding de teugels t.o.v. onze kinderen zo hanteren dat ze nauwelijks in de gaten hebben dat wij ze in handen hebben. We lopen uiteraard grote kans dat we te veel en te krampachtig aan de teugels zitten te trekken. Zo, dat we ook daarmee brokken maken. Dwang is in dit verband toch geen goed woord. Dat begrijpen we allemaal. Maar hoe moet het dan wel?

Wie zal hier het antwoord geven? Een aantal dingen lijken me, zonder dat ik ook maar enigszins de pretentie heb volledig te zijn, noodzakelijk. Wat nodig is om een goed beteugelaar te zijn is: een levend geloof dat uitkomt in betrokkenheid op het Woord van God. De Heilige Geest wil ons, ook als het over beteugelen gaat, leiden in de waarheid. Hij doet ons verantwoorde keuzes maken. Immers, dat is nodig: het maken van verantwoorde keuzes. Hoe vaak staan we niet voor keuzemomenten, ook als het gaat over de opvoeding van onze kinderen. Keuzes in velerlei opzicht. Keuzes als het gaat over kerkgang, verdere invulling van de zondag, invulling van vrije tijd, omgaan met de moderne media, vriendenkeuze, beroepskeuze, keuzes als het gaat over omgaan met geld en bezit en nog zo veel meer. Daarbij zullen m.i. liefde en authenticiteit heel belangrijk zijn.

Persoonlijk
Hoewel het best gevaarlijk kan zijn, mag ik hier eens iets persoonlijks doorgeven? Als ik terugdenk aan mijn eigen opvoeding, dan is te zeggen dat ik het niet ervaren heb als een dwingende opvoeding. Als voorbeeld haal ik even op hoe mijn ouders omgingen met de kerkgang. Ik kan mij niet herinneren dat bij ons thuis ooit sprake is geweest van enige dwang in dit opzicht. Tegelijk is er nooit over gediscussieerd of we op zondag nu wel of niet naar de kerk zouden gaan. Zelfs niet over één of twee keer. Twee keer was een uitgemaakte, vanzelfsprekende en door ons volledig geaccepteerde zaak.

Als ik daar nu over nadenk, hoe dat kan, dan denk ik heel sterk dat dat te maken had met de teugels, die ik overigens in dit verband eigenlijk nauwelijks ervaren heb. Natuurlijk heb ik zo nu en dan wel kleine correcties gemerkt, maar nooit dwang. De zaak van de kerkgang, en met name de bediening van het Woord van God, was in het leven van mijn ouders zo’n wezenlijke zaak van het hart, dat daar kennelijk iets van uitging waardoor het bij ons als kinderen duidelijk was: dit is onmisbaar.
En zo, het is mijn gebed, hoop ik dat het bij ons mag zijn. Dat er ook in ons gezin iets van dat vanzelfsprekende mag zijn, zonder dat er sprake is van geforceerdheid.
Bij dit voorbeeld van het keuzes maken in verband met de kerkdienst, zou ik vele andere kunnen voegen waarbij de dingen op dezelfde wijze gezegd kunnen worden.

Daarom, ouders van 2009, versta uw verantwoordelijkheid en neem de teugels in handen met het oog op het leiden van uw kind(eren) tot …, ja tot Jezus!

H.K. Sok
(Ds. H.K. Sok is predikant te Drogeham.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 2009

De Wekker | 16 Pagina's

Dwang; beteugeling in de opvoeding

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 2009

De Wekker | 16 Pagina's