Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Afscheid van de Afscheiding?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afscheid van de Afscheiding?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

We vragen ons af of we vandaag nog iets kunnen beginnen met het beginsel van de Afscheiding. Daarbij komen drie kwesties op tafel. 1. Valt het aan jongere generaties duidelijk te maken dat een beweging uit het verleden ons nu kan inspireren? 2. Is het in een kort verhaal duidelijk te maken wat dan wel het beginsel van de Afscheiding inhoudt? 3. Waarin bestaat de blijvende actualiteit van wat toen een drijvende kracht was? Kan men er vandaag nog iets mee?

Breekt ons verleden ons op?
Iedere generatie moet op een eigen manier zich de dingen van het voorafgaand geslacht eigen maken. Het is erg verrassend om te zien wat er bij die keerkringen tussen de oude garde en een nieuwe leeftijdsgroep meegaat. De Bijbel kent al het generatieconflict. Het duidt er op dat de overgang der geslachten lang niet altijd vlekkeloos verloopt. Hoe veel generaties liggen er inmiddels tussen de geschiedenis van de negentiende eeuw, waarin de Afscheiding plaatsvond en ons eigen tijdsgewricht? Wat is er overgebleven van wat er toen plaatsgreep? Wat is er meegegaan en heeft er kunnen standhouden? De tijden zijn onherkenbaar veranderd. Daarom alleen al is het verklaarbaar dat er voor het gebeuren van 1834 weinig belangstelling meer bestaat. De oude verhalen boeien niet meer, al worden ze met kennis van zaken en betrokkenheid vertelt. Men moet er op de catechisatie niet mee aankomen. En is het wel nodig? Zijn de vragen van onze eigen tijd niet veel belangrijker? Ze worden ons opgedrongen vanuit de eigen samenleving en vanuit het grote gebeuren in de wereld waarin we geplaatst zijn. Ze kunnen in het eigen leven ons zo beheersen dat we voor andere kwesties geen innerlijke belangstelling meer kunnen koesteren.

De Afscheiding behoort bij de geschiedenis. In onze tijd wordt geschiedenis gemaakt. Die van nu verschilt zodanig van die van een paar eeuwen geleden, dat we dáár niets meer mee kunnen. Bovendien is het wel noodzakelijk? Immers wat ons wel interesseren moet is niet primair de kerkgeschiedenis, maar de heilsgeschiedenis. En die twee kun je niet tegen elkaar uitwisselen. Wie dat doet komt in grote moeilijkheden. Alleen Gods Woord is normatief, de geschiedenis mist die kracht. Zij kan ons hooguit als voorbeeld dienen en op die manier kunnen we er wat uit leren.

Deze redenering heeft op het eerste gehoor veel voor. Toch klopt ze niet helemaal. Kerkgeschiedenis is geen heilsgeschiedenis. Maar zij is wel de geschiedenis van het Lichaam van Christus. Dat is immers het wezen van de kerk. En zij is daarmee tevens de geschiedenis van de werking van Gods Woord. Die twee factoren geven ons een heel andere kijk op wat er in het verleden met de kerk gebeurd is, en ze laten ons de historie zien in het licht van het Woord van God. En zo beschouwd zit er meer continuïteit in de kerkgeschiedenis dan men op het eerste gezicht zou denken. Bij alles wat er wisselt van geslacht tot geslacht, en van de ene generatie naar de andere, is er toch sprake van een bepaalde voortgang, die ons niet losmaakt van het verleden, maar ons met dezelfde kracht voortstuwen wil naar de toekomst.

We moeten toegeven, dat dit allemaal een beetje theoretisch klinkt. Maar de werkelijkheid er achter is sterker dan we denken. Lichaam van Christus, Woord van God. Het is niet iets anders wat we zoeken in de geschiedenis. Daarom moet het verteld worden aan een komend geslacht, zoals het staat in Psalm 78. Dan breekt het verleden ons niet op, maar kan het ons inspireren.

Beginsel van de Afscheiding
Het moet van tevoren duidelijk zijn dat het beginsel van de Afscheiding niets te maken heeft met welke vorm van separatisme dan ook. Dit laatste houdt in dat men de afzondering, het zich apart plaatsen van de omgeving, als het ideaal beschouwt en dat men zich door dit ideaal laat leiden. De kerkgeschiedenis levert talrijke voorbeelden op van personen en bewegingen die ideologische afscheiding als principe hebben. De vroege kerk kent het bont geheel aan separatisten, die elk hun eigen geschiedenis hadden, hun eigen idealen koesterden en hun eigen problemen schiepen voor de anderen. De tijd van de Reformatie al net zo. Onze eigen Nederlandse kerkgeschiedenis heeft een aantal separatisten voortgebracht. Hun ideeën komen ook vandaag nog voor. Maar de Afscheiding vertoont geen trekken van separatisme. Integendeel. Iemand als Hendrik de Cock, die wel de vader wordt genoemd van de beweging, heeft rusteloos geijverd om van kleine separate groepen, zoals we die kennen in de gezelschappen van de vromen, tot kerkelijke gemeenten om te bouwen, en zo in te richten dat ze naar de belijdenis kerk genoemd konden worden. Wat hij in het Noorden deed, en wat anderen op andere plaatsen in ons land ondernamen, was geen andere activiteit dan de vergadering van gelovigen bijeen te brengen.

Dit lijkt natuurlijk veel te mooi om waar te zijn. Maar wie bedenkt wat voor moeiten en zorgen spelen om georganiseerde gemeenten bijeen te houden en in vrede te doen leven, zal zich ook kunnen voorstellen hoeveel moeite en zorg het gekost heeft om kleine, losstaande groepen te verlossen van een groepsmentaliteit en bijbehorend gedrag, dat geen spoor droeg van een ware, wezenlijke of echte kerk. Geen prediking, geen sacramenten, geen ambten, geen enkel wezenlijk verband. Maar een gezelschap vormden ze, waarbij een krachtig figuur de leiding had of nam. Zulke losse verbanden om te smeden tot wat de belijdenis een kerk noemt van Christus, daarom was het hem te doen.

Voor hem betekende dit de Reformatie van de kerk, zoals hij die uit de geschriften van Luther en Calvijn had leren kennen, en zoals hij die in zijn eigen leven in haar kracht had ondervonden. Voor hem was de leer van de kerk vervat in haar formulieren, die in het kerkgenootschap geen kracht meer inhielden voor de opbouw van de gemeente. Kenmerkend voor hem was zijn allereerste activiteit naar buiten de editie van de Dordtse Leerregels. Men beweerde dat die in Friesland niet waren aangenomen, en dat ze dus geen kracht van waarheid hadden in de kerk. De Cock vond er de leer van de genade in omschreven die hij van harte had lief gekregen. Men noemt die Leerregels terecht wel het Credo van de Afscheiding. Zij bevatten in de theologische taal van de zeventiende eeuw een weergave van de leer der genade, die De Cock predikte: “Uit genade zijt ge zalig geworden door het geloof, en dat niet u. Het is Gods gave”. Dit is in ‘t kort het beginsel van de Afscheiding.

Blijvende actualiteit
Wie zich van dit beginsel vervreemdt geeft de wezenlijke kracht van de kerk prijs. Wat de Reformatie van de zestiende eeuw betekende door het werk van Luther en Calvijn kwam zo veel generaties later tot nieuw leven mede door het gebeuren van de Afscheiding. Men behoeft haar geschiedenis niet te verheerlijken. Dat zou onrecht betekenen. Het waren woelige tijden, politiek, economisch, theologische, kerkelijk. De mannen die leiding hadden te geven, waren mensen die net als alle gelovigen moesten leven uit de belijdenis van de vergeving der zonden. Er waren misstanden en spanningen, conflicten en tegenstellingen. Wat wil men? Die eerste tijd wordt niet voor niets gekarakteriseerd als ‘de crisis der jeugd’. Daarmee is niets te veel gezegd. Maar de kracht die ook die crisis doorbrak was de kracht van de genade van God, nog eens, zoals ook de Reformatie die had gepredikt, ook al met evenveel spanningen en zorgen. Maar juist daarom hebben we dit centrale gegeven in prediking en pastoraat en catechese vast te houden. De genade is immers niet van ons. Zij is en blijft altijd en overal genade van Christus. Zij alleen is het die de kerk bouwt en het groepsdenken en handelen overwint en de groep tot kerk maakt.

Voor De Cock was de kerk, zoals blijkt uit zijn korte verhandeling over de doop, gebouwd op de belofte van God. Dat leerde de Reformatie, en dat was ook het getuigenis van de Nadere Reformatie, zoals De Cock die uit haar geschriften had leren kennen. Het Koningschap van Christus betekende voor hem het enig mogelijke uitgangspunt voor de reformatie van de kerk van zijn dagen. Voor ons zal het in onze tijd niet anders kunnen zijn. Het moet mogelijk zijn om, hoe dan ook, juist nu het heil van de gemeente die aan onze zorg is toevertrouwd te belijden dat niet wij, maar Christus de heerschappij over zijn Lichaam heeft en ook uitoefent. Waar dit Koningschap niet beleden en beleefd wordt hebben we in wezen niets, of weinig door te geven aan een komend geslacht. We hebben dan eigenlijk niet slechts afscheid genomen van de Afscheiding, alsof het slechts een historisch gegeven is. We hebben een theoretische kwestie gemaakt van Christus’ Koningschap. Men noemt dit een theologoumenon, d.w.z. een soort theoretisch specialisme voor godsdienstige denkers. Wanneer Christus werkelijk voor ons Koning van zijn Kerk is dan moet zijn regering als genadeheerschappij. Zo blijven we in het spoor van Reformatie en Afscheiding: geen separatisme, maar zoeken naar werkelijk kerkelijke eenheid van allen die Christus’ verschijning hebben liefgehad.

W. van 't Spijker
(Prof.dr. W. van ’t Spijker is emeritushoogleraar kerkgeschiedenis van de TUA.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 2009

De Wekker | 16 Pagina's

Afscheid van de Afscheiding?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 2009

De Wekker | 16 Pagina's